Financieel overzicht
zuurstof uit de lucht een oxydcringsproces
plaats vindt, waardoor de inkt zijn bijna
zwarte kleur verkrijgt, onoplosbaar in water
wordt en tevens bestand is tegen de invloed van
zonlicht. Deze oxydering vindt al ten dele plaats
in de inktfles of inktkoker. Staat die inkt lange
tijd in een open koker, dan wordt ze daardoor
dik met de neiging tot breivorming op de bo
dem van de koker (open kokers op scholen en
postkantoren!). Ook in de vulpen vindt dat
plaats, waardoor nu en dan doorspoelen met
schoon water gewenst is.
Door deze eigenschap spreekt men al gauw van
„slechte" inkt. Maar die „slechte" inkt is de
enige, die voor belangrijke stukken en admini
straties gebruikt moest worden! Maar dan ook
de inktkoker goed sluiten, nu en dan omspoelen
en inkt zoveel mogelijk vers gebruiken. En geen
remedie zoeken in die heerlijk vloeiende blauwe
of groene inkt, want dat is zelfs geen inkt.
Het is een kleurstof, waarbij aniline de voor
naamste rol speelt, evenals bij de ball-point en
bij de meeste stempelinkten. Voor stempelen ge-
bruike men uitsluitend inktsoorten die gegaran
deerd lichtecht zijn.
Met chloor (het bij ons verboden correctie
water) kan de schrij finkt onzichtbaar worden
gemaakt, maar zelfs dan kan het schrift nog
weer opgeroepen worden met chemische midde
len of met de kwartslamp.
De watersnood heeft ons dit weer geleerd, dat
het van belang is op kleinigheden te letten, die
toch van grote betekenis kunnen zijn, omdat be
wijskracht een van de voornaamste eigenschap
pen onzer administratie is.
Men vermindere deze bewijskracht niet door een
kleine gemakzucht of onachtzaamheid.
Wanneer dit Maart-nummer in druk verschijnt,
zal het resultaat van de inschrijvingen op de
nieuwe staatslening reeds bekend zijn. Zoals de
omstandigheden zich ten tijde van de aankondi
ging van deze emissie lieten aanzien, mocht de
verwachting worden gekoesterd, dat het door
het Rijk bij deze gelegenheid gevraagde bedrag
van 200 millioen er met vlag en wimpel zou
ingaan.
De regering is immers zo verstandig geweest
zich bij de vaststelling van de leningsvoorwaar
den volkomen aan te passen aan de ter beurze
geldende noteringen. Zij heeft er derhalve be
wust van afgezien een beroep op de burgerzin
te doen, hetgeen in financiële kringen ten zeerste
is toegejuicht. Door zich uitsluitend op de
zakelijke marktverhoudingen te baseren heeft de
regering voorkomen, dat men tot haar het ver
wijt zou kunnen richten de omstandigheden,
veroorzaakt door de ramp, uit te buiten om een
lening er in te stampen tegen een rente, die be
neden de werkelijke marktrente, zoals die uit de
beurskoersen kan worden afgeleid, zou liggen.
Een zekere pressie tot inschrijving en een be
roep op de opofferingszin waren dan onvermij
delijk geweest. Het eerste zou het staatscrediet
zeker geen goed hebben gedaan, het laatste een
bijzonder slechte indruk hebben gemaakt op de
tallozen, die uit eigen vrije wil grote offers ten
behoeve van de zwaar getroffen landgenoten
hebben gebracht en nog brengen.
Van financieel standpunt bezien viel er even
eens het meeste te zeggen voor een lening, waar
van de voorwaarden op de marktverhoudingen
waren afgestemd. Immers mocht dan worden
aangenomen, dat de obligatiemarkt (onderdeel
van de kapitaalmarkt) hierdoor het minste zou
worden ontwricht. Emissies, die naar verhou
ding tot de beurskoersen te duur zijn en waarop
vooral uit offerzin (of -noodzaak) wordt inge
tekend zetten de obligatiemarkt nl. nog lange
tijd na het tijdstip van uitgifte onder druk,
omdat zij een tendenz in het leven roepen door
verkoop ter beurze het verlies, dat in de te hoge
inschrijvingsprijs schuilt, te „nemen". Daaren
tegen zal voor zulk een verkoopsdruk, nu de
emissievoorwaarden gunstiger waren dan die
van de reeds ter beurze genoteerde leningen,
generlei aanleiding bestaan, terwijl het bedrag-
der inschrijvingen zowel als de in de eerste tijd
daarna plaats vindende koersbeweging beide
aanwijzingen zullen geven omtrent de funda
mentele positie en het opnemingsvermogen van
de kapitaalmarkt.
Nadat wij de vorige maal op technische gronden
reeds het ogenblik gekomen achtten voor de
uitgifte van een nieuwe staatslening, zal men
begrijpen, dat wij daarover na de ramp nog
meer aanleiding zagen. Niet alleen, omdat het
voor zulk een emisse gunstige marktgetij nog
werd versterkt door de zo sterk aan de dag ge
treden gemeenschapszin, doch evenzeer wegens
de sterk toegenomen financiële behoeften van
het Rijk, die de minister van Financiën er reeds
toe hebben gebracht om de uitgaven, opgenomen
in de z.g. kapitaaldienstrekening van de staats
begroting, met omtrent 600 millioen te ver-
203