Uit de praktijk De ervaringen van tal van boerenleenbanken in het Zuid-Westen van ons land zijn in de afge lopen weken buitengewoon ernstig en moeilijk o-eweest. Men zou minstens een Raiffeisen- Bode kunnen vullen met alle voorvallen, die onze functionarissen meemaakten. We zullen echter slechts hier en daar een greep doen. Wij hebben niet veel gehad Kort na de watersnood kwamen er al kassiers naar de Centrale Bank om zo spoedig mogelijk materiaal te verkrijgen ten einde de bank onge stoord te kunnen laten doorwerken. Een van de eersten was de kassier van Moordrecht. Vol spanning vroegen wij naar zijn wedervaren. De kassier was echter de kalmte zelf en volgens hem was Moordrecht er heel goed afgekomen. „We hebben maar 70 cm water gehad", was zijn antwoord en wij begrepen eruit, dat het maar een kleinigheid moest zijn, als het water tot de rand van de tafel staat. Althans, wanneer men een vergelijking maakt met de ervaringen elders. Vergadering op zolder Bij alle tegenslag en moeilijkheden plegen wij Hollanders een zekere rustige waardigheid te behouden met aanvaarding van de lasten. Dat ondervonden twee onzer inspecteurs, die zich op de hoogte gingen stellen van de toestand te Stel lendam. Alles diep onder water. Volgens mede deling logeerde de voorzitter van het bestuur bij de dokter. Men heeft hem ook gevonden, name lijk per boot. En men kwam bij de dokter op bezoek via een slaapkamerraam, waarna rustig een kopje thee werd gedronken, terwijl beneden alles, wat des dokters was, ronddreef. Inspectie Zeeeland Ons Rayonbureau te Goes heeft moeilijke da gen gehad, omdat dicht in de omgeving ook grote doorbraken plaats hadden. Via de zee dijken hebben onze inspecteurs nog enkele ban ken kunnen bereiken, maar verder heeft men gebruik moeten rnaket van politieboten om boe ker. en bescheiden te redden. Op tijd meegenomen De kassiei van Nieuwerkerk (Zld) werd ook door het water overvallen, doch wist althans de lopende administratie te redden. In dekens ver pakt heeft hij zijn dagboeken en grootboeken mede kunnen sjouwen, hetgeen geen geringe opgaaf was. Achteraf biedt dit hem echter een groot voordeel, want zijn bank kon onmiddellijk worden voortgezet op een evacuatie-adres. Wel zullen er voldoende moeilijkheden zijn, wanneer hij weer terug is, want tal van bescheiden dreven al in de kluis rond, toen hij het gebouw moest verlaten. Het paard op de dijk Waar mensenlevens betreurd moesten worden, daar zal men materiële verliezen niet direct zwaar tillen. Doch ook het verlies van vee gaat velen ernstig aan het hart. De kassier te Ooster- land, wiens zoon het boerenbedrijf beheert, heeft ook overhaast zijn huis moeten verlaten. De zoon dreef het vee bijeen op een plaats, die in de oorlog droog was gebleven. Helaas, het heeft niet mogen baten, want de dieren zijn ook hier jammerlijk verdronken, op één paard na, dat een stuk van de dijk wist te oereiken. Hier bleef het dier lange tijd dag en nacht staan, om nu en dan met een bootje te worden gevoerd. De bank en het boerenbedrijf zijn in dit geval één, maar we kunnen ons voorstellen, dat de kassier thans meer gedachten heeft voor het zwaar getroffen bedrijf, al heeft hij direct maatregelen genomen om de bank ten dele voort te zetten. Spaarbank en verzekering Aan de hand der gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek gaf het blad „,Spaar- commentaar" een beschouwing over de verhou ding van het Nederlands spaartegoed ten aan zien van het nationaal vermogen, mede in ver gelijking met het vermogen bij pensioen- en verzekeringsfondsen (exclusief particuliere en Bedrijfspensioenfondsen). Hoewel de absolute cij fers van het nationaal vermogen met voorbe houd gehanteerd dienen te worden, zijn toch de verhoudingscij fers van waarde en zeer belang wekkend. Totaal spaartegoed in van nat. W38 1722 millioen 5.3 1947 4119 millioen 6.3 1948 3988 millioen 6 1949 4108 millioen 6 1938 3500 millioen 10.8 1947 5800 millioen 8.9 1948 6100 millioen 9.2 1949 6600 millioen 9.7 O vermogen Vermogen bij pensioen- en verzekeringsfondsen. in van nat. vermogen 201

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 13