Vraag en Antwoord Emigrerende credietnemer I 'raagNaar we vernamen is één onzer crediet- nemers voornemens om binnenkort te gaan emigreren. Hij heeft bij ons een crediet onder borgstelling (en zekerheidsoverdracht inven taris). Volgens de credietovereenkomst zou hij nu nog een behoorlijk bedrag kunnen opnemen, maar acht U het ook niet beter om dit te beletten Vervalt zijn lidmaatschap van de bank door het emigreren? Intwoord: Nu bekend is, dat de credietnemer vermoedelijk gaat emigreren, is het inder daad ter voorkoming van moeilijkheden en mogelijke schaden, zeer gewenst, zo niet nood zakelijk, dat de credietnemer in zijn beschik kingsbevoegdheid wordt beperkt. Wij nemen aan, dat de rekening gedurende de laatste 12 maanden voortdurend debet heeft gestaan. fs dit het geval, dan kan hem zonder meer worden medegedeeld, dat hij tot nader bericht niet ten laste van de rekening kan beschikken. Heeft de rekening niet gedurende de laatste verlopen 12 maanden voortdurend debet ge staan, dan zal bet crediet met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste 1 maand moeten worden opgezegd, onder mededeling dat ten laste van het crediet niet langer beschikt kan worden en het debetsaldo op het tijdstip, dat het crediet is geëindigd, moet zijn aangezuiverd. Tengevolge van het vertrek van een lid naar een plaats buiten het werkgebied der bank, ongeacht of de plaats van nieuwe vestiging- al dan niet in het buitenland is gelegen, ver valt het lidmaatschap niet. Zodra het lid het werkgebied der bank defini tief heeft verlaten, kan hem het lidmaatschap van de zijde van het bestuur na verkregen machtiging der algemene vergadering worden opgezegd. een stelsel van een beperkt handels- en betalings verkeer met het buitenland en eerst van gezond geld in de ware zin zal kunnen worden gespro ken, wanneer die geldkluisters voorgoed zullen zijn verbroken. (Nog- eens)Inlichtingen aan fiscus e.d. Vraag: Zijn wij nog verplicht inlichtingen over tegoeden en het verloop van de rekeningen van cliënten/leden aan de fiscus te verstrek ken? Tot hoever gaat dit? (eventueel). Moeten wij eventueel de ambtenaar van sociale zaken van de gemeente of de ambte naar van de raad van arbeid inlichtingen ver strekken? (noodwet Drees!) .intwoord: De wet van 23 April 195- (Sthl. 1952 110. 191) houdende bepalingen inzake het fiscale voorrecht, bepaalt in art. 3, dat hij, die hier te lande een bedrijf of een zelfstan dig beroep uitoefent, desgevorderd is gehou den, aan de inspecteur der belastingen de op dat bedrijf of beroep betrekking hebbende boeken en andere bescheiden, waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten, welke invloed kun nen uitoefenen op de heffing van enige rijks belasting van derden, ter inzage te verstrek ken. De opgelegde verplichting gaat dus niet ver der dan om inzage van boeken en bescheiden te geven, doch niet, om zelf inlichtingen te geven. In art. 24 van de noodwet ouderdomsvoor ziening (noodwet Drees) is bepaald, dat een ieder verplicht is, de door het bestuur der Rijksverzekeringsbank, de raad van arbeid of de commissie van onderzoek, bedoeld in art. 25, ten behoeve van de uitvoering der wet verlangde inlichtingen, desverlangd schrifte lijk te verstrekken. Slechts aan de hierboven genoemde drie in stanties behoeven ten aanzien van de uitvoe ring van de noodwet Drees inlichtingen ge geven te worden. Buiten de beide bovenomschreven gevallen, dus fiscus en noodwet Drees, behoeft de bank geen inlichtingen of inzage te geven. In de gevallen, dat een dergelijke verplichting niet bestaat, moet een verzoek tot inzage of in lichtingen steeds geweigerd worden. Vraag: Bestaat er een weg (uitweg) dat een vader geen spaargeld van het spaarboekje zijner minderjarige kinderen kan opnemen ten eigen bate? Deze vraag werd aan ons gesteld door een Spaargeld ten name van minderjarigen 173

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 9