Financieel overzicht De ontwikkeling gedurende de eerste maand van liet nieuwe jaar heeft zich voor de kapi taalmarkt gekenmerkt door een opmerkelijke vermindering van de emissie-bedrijvigheid. De enige openbare gemeentelening, die werd uit gegeven, was die van Amsterdam. Daarnaast zijn nog enkele gemeenteleningen ondershands geplaatst, doch veel zoden heeft dat allemaal toch niet aan de dijk gezet. Ook van de zijde van het bedrijfsleven is de emissie-activiteit gering geweest. Eén enkele 4-obligatielening nl. van de Lijempf, de Leeuwarder Ijs- en Melkproductenfabrieken, werd slechts uitgegeven tot een bedrag van i .750.000,zodat met inbegrip van ge noemde lening van Amsterdam slechts voor to taal 11.750.000,op de openbare markt is opgenomen. Dit bedrag steekt dus wel zeer pover af bij de tientallen millioenen, welke maandelijks in het afgelopen jaar werden ge ëmitteerd. Na de storm kwam dus ook voor de emissie- markt een periode van stilte. Deze ontwikkeling kan aan twee oorzaken worden toegeschreven. In de eerste plaats valt in dit verband te wijzen op het feit, dat de financiële positie der geza menlijke gemeenten in de loop vatr 1952 zo danig is verbeterd, dat voor de kasschuld van omtrent één milliard gulden, die aan het begin van 1952 bestond, tegen het einde van het af gelopen jaar zelfs een kasoverschot in de plaats was gekomen. In de tweede plaats moet echter belangrijke invloed worden toegekend aan de soepeler houding, welke de centrale overheid, ongetwijfeld mede juist op grond van de inge treden verbetering, thans tegenover de ge meenten heeft aangenomen. Terwijl nl. sedert April 1951 het voorschrift had gegolden, dat de gemeenten geen werken meer in uitvoering mochten nemen alvorens hier voor lang lopende leningen waren aangegaan, is het nu weer aan de gemeenten toegestaan voor zulke doeleinden kort lopende credieten op te nemen, mits zij er maar zorg voor dragen dat hun totale vlottende schuldverplichtingen niet groter worden dan 25 van hun lopende jaarlijkse uitgaven. Neemt men dan bovendien nog in aanmerking, dat het vermelde voor schrift vaak tot gevolg heeft gehad, dat gelden op lange termijn werden opgenomen tot gro tere bedragen dan waaraan in werkelijkheid be hoefte bestond, dan wordt het wel zeer duide lijk, dat de gemeenten althans tezamen, om dat zij elkaar onderling door uitlenen van tijde lijk beschikbare middelen bijspringen in een ruime jas zitten, die hun in staat stelt het enige tijd uit te zingen, zonder een nieuw beroep op de kapitaalmarkt (de markt dus voor lang lo pende leningen) te doen. De toestand is derhalve zo geworden, dat de rraag naar nieuw kapitaal in de risicomijdende sector van de kapitaalmarkt vrijwel ontbreekt. Daarentegen is van een vermindering van kapi taal, dat belegging zoekt in de vorm van vaste rentedragende fondsen, geen sprake, liet tegen deel is eerder het geval, zoals duidelijk blijkt uit de jaarcijfers van de grote banken, die een vermindering van de credietverstrekking aan het bedrijfsleven te zien geven, welke gepaard gaat met een gelijktijdige toeneming van de aan de banken voor kortere en langere termijn toe vertrouwde gelden. Ook van het bedrij fsleven kan dus worden vast gesteld, dat de kaspositie naar verhouding beter is geworden, blijkbaar als gevolg van de geleidelijke afneming van de voorraden. In hoe verre deze toestand een blijvend karakter draagt, valt moeilijk te zeggen. Doch de kans, dat die liquide middelen weer spoedig geheel in goederenvoorraden zullen worden vastgelegd, achten wij gering, omdat de grondstoffenprij- zen nog steeds tot dalen neigen eti de ruimere voorziening met grondstoffen de spanning op de prijzen vermindert. Het voorgaande maakt het duidelijk, dat de vraag naar risico dragende fondsen het aanbod daarvan belangrijk moet overtreffen en het kan dan ook niet uitblijven, dat daardoor grotere spanningen op de kapitaalmarkt ontstaan, die zich aftekenen in een aanhoudende stijging van het algemene koerspeil. Hiermede is dus de zuiver technische oorzaak van de vaste stemming op de beleggingsmarkt belicht. I11 psychologisch opzicht wordt de op waartse druk" nog versterkt door de gestadige toeneming van het vertrouwen in de gulden, in de hand gewerkt door verdere beperkte ver zachtingen in het controlestelsel van de Neder- landsche Bank. Aan de éne kant hebben de banken een grotere armslag gekregen terzake van de verhandeling van vreemd geld op ter mijn de dollar en de Belgische franc zijn 179

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 15