intocht van de
kantoor machine
Sparen in de sfeer van verzekering en effectenbeurs
,,Het is mij tot nu toe niet mogen gelukken een
machine te vinden, waarvan in ons boerenleen-
bankbedrijf enige besparing te verwachten is.
Er moet mij kunnen worden aangetoond, dat
er met zo'n machine aan tijd gewonnen wordt,
zonder aan kwaliteit te verliezen."
Ziehier een uitspraak van een kassier van een
van onze grootste boerenleenbanken in de Raif-
feisen-Bode van Juli 1928.
Intussen zal het gevraagde bewijs bij die bank
wel zijn geleverd, want in hetzelfde kantoor
wordt thans een groot aantal kantoormachines
gebruikt voor diverse handelingen, zoals schrij
ven, optellen, aftrekken, adresseren, rekenen,
boekhouden, enz.
In de grond van de zaak is de uitspraak van
die kassier echter ook thans nog van waarde,
want altijd nog bestaat de neiging 0111 machines
aan te schaffen zonder dat men de rentabiliteit
en andere omstandigheden van te voren behoor
lijk bestudeerd heeft.
Dit was ook de reden, waarom de Centrale
Bank in Maart 1928 een waarschuwing plaatste
in de Raiffeisen-Bode met de volgende woor
den: Rekenmachines hebben alleen maar nut,
indien zij dagelijks gebruikt worden. Geschiedt
dit slechts eenmaal per maand of nog minder,
dan heeft men niet de nodige oefening in de
behandeling daarvan, met het gevolg, dat men
er slechts langzaam mede kan werken en geen
tijd ermede uitspaart (misschien het tegendeel)
en dat het dure meubel wellicht veroordeeld
wordt tot het spelen van een louter decoratieve
rol. Men zij dus gewaarschuwd tegen lichtvaar
dige aankoop van bedoelde machines en tegen
de dikwijls al te grote welbespraaktheid van de
reizigers, die haar meer ten bate van zichzelf
en van hun firma dan ten bate van den kooper
aan den man trachten te brengen."
Nu was het kenmerkend voor de oude Raiffei
sen-Bode, dat ze veel meer dan thans werd ge
bruikt als de spreektrompet voor de gehele or
ganisatie en de bovenomschreven waarschuwing
was dan ook aanleiding tot een maandenlange
breedvoerige polemiek, waarbij diverse me
ningen tegenover elkaar werden geplaatst. Het
ging er gezellig toe in dat oude blad en meer
malen schreef men langs elkaar heen, vooral
door het onzuivere onderscheid tussen telma
chines en rekenmachines.
Het bleek wel, dat de telmachine reeds verschil
lende trouwe aanhangers kreeg, die ook voor
rekenden, dat met 60,per jaar zo'n ma
chine verantwoord was. Immers, met een aan
schaffingsprijs van 400,een rentederving
van 5 en een afschrijving van 10 °/c zou men
tot dit bedrag komen.
Er is intussen veel veranderd. Was het tijdens
de oorlog nog heel normaal, dat een groot deel
van de bij de C.B. binnenkomende post bestond
uit met de hand geschreven brieven, thans is er
bijna geen bank meer zonder schrijfmachine en
de telmachine is ook bij tal van banken inge
voerd.
En dat de machine ook een verdere toepassing
vindt moge blijken uit de bijgaande foto's, op
genomen bij de banken in Naaldwijk en Kat
wijk aan Zee.
Het gaat hier echter niet om machines van
400,Hier zijn veel grotere bedragen mee
gemoeid en met een andere redactie blijft de
aanwijzing van 1928 nog van kracht.
Bij de talloze spaarmethoden. die de laatste ja
ren zijn gelanceerd, treffen wij thans twee op
merkelijke pogingen aan om het sparen te ver
binden met andere belangen op financieel ter
rein. De eerste poging gaat uit van de Neder-
landsche Spaarbankbond en is gericht op een
binding van het sparen met levensverzekering.
Anderszijds ligt daar het project van een Am
sterdams commissionnair, dat een spaarrege
ling inhoudt, 0111 te komen tot effectenbezit.
Het is frappant, dat beide ontwerpen kort na
elkaar ten doop zijn gehouden en dat enerzijds
de spaarbank steun zoekt in de verzekerings
sfeer, terwijl anderzijds de effectenbeurs d<
kleine spaarder aan zich tracht te binden. Enige
vergelijking van de beide methoden is overigens
niet mogelijk, omdat ze volkomen op zichzelf
staan en een verschillend doel nastreven.
De effectenspaarregeling kan men beschouwen
als een onderdeel van het plan van de Vereni-
177