Vraag en Antwoord
eerste hebben een looptijd van ten hoogste één
jaar, de biljetten van drie of vijf jaren. Schat
kistbiljetten hebben een vaste rentevoet, die
thans iV4 voor driejaars- en 23/8 °/c voor
vijfjaarspapier is. Eén jaarspromessen geeft de
schatkist tegenwoordig af met een disconto
rente) van .1
I)e vlottende schuld van het Rijk bestaat thans
voor 2.370 millioen uit schatkistbiljetten en
voor 3.300 millioen uit schatkistpromessen.
Vóór de oorlog was het gewoonte om, wanneer
de vlottende schuld van het Rijk tot een noe
menswaardige omvang was aangegroeid, deze
in langlopende schuld om te zetten, te consoli
deren. Er werd dan een langlopende obligatie
lening uitgegeven en de opbrengst daarvan aan
gewend tot aflossing van het uitstaande schat
kistpapier. Sinds de tweede wereldoorlog is die
gedragslijn echter niet meer of nauwelijks ge
volgd. Door de kapitaalmarkt zolang mogelijk te
ontzien kon minister Lieftinck de rente laag
houden.
Ook de gemeenten hebben zoals men weet op
veel te grote schaal met kort crediet gefinan
cierd. Daarin is echter in 1952 een belangrijke
verbetering gekomen, zodanig zelfs, dat tegen
over een netto vlottende kort lopende)
schuld van rond één milliard gulden op 1 Januari
1952, op 1 November jl. reeds een netto-surplus
aan kasmiddelen van ruim 47 millioen in de
plaats was gekomen.
Dank zij de soepele werking van de geld- en de
kapitaalmarkt kan het korte crediet toch vaak
en zonder nadeel voor de verstrekker daarvan
indirect dienen voor langlopende investeringen,
terwijl ook het omgekeerde valt waar te nemen.
Zoals wij hebben gezien, is het langste crediet
eigenlijk dat, hetwelk wordt verkregen door uit
gifte van aandelen. De bezitter van een aandeel
behoeft echter niet noodzakelijk iemand te zijn,
die geld voor onbepaalde tijd heeft uitgezet. Ilij
kan daarover immers te allen tijde afgezien
van het reeds genoemde koersrisico -beschik
ken door verkoop ter beurze. Hij wordt dan als
het ware als geldgever vervangen door de opvol
gende koper. Alle elkander opvolgende kopers
van één en hetzelfde aandeel verstrekken elk
op hun beurt slechts tijdelijk of kort crediet
nl. slechts voor de periode, dat zij het aandeel
houden. De betrokken onderneming geniet echter
permanent hetzelfde crediet, dank zij die voort
durende opvolging van nieuwe aandeelhouders.
Het tegenovergestelde doet zich voor met spaar
gelden, waarover de spaarbanken tijdelijk van
de inleggers de beschikking hebben verkregen.
Tegenover opvraging van de een staat immers
nieuwe inleg van de ander. Hier zien wij dus
een keten van elkaar plaatsvervangende en op
volgende rekeninghouders met als gevolg, dat de
spaarbank toch blijvend over een groot kapitaal
de beschikking houdt en bijgevolg zonder be
zwaar of gevaar (nl. gevaar van opvraging door
velen in een kort tijdsbestek) een gedeelte van
de toevertrouwde gelden kan beleggen in lang
lopende obligatieleningen. De nauwe samen
hang tussen geld- en kapitaalmarkt springt hier
duidelijk in het oog.
Hypotheek op blote eigendommen, belast
met vruchtgebruik
Vraag: Biedt het enig bezwaar, op blote eigen
dommen hypotheken te verstrekken, zonder
medeweten van de vruchtgebruiker/vruchtge-
bruikster
Antwoord: De blote eigenaar kan zijn met recht
van vruchtgebruik belast eigendom zonder
enige kennisgeving aan of medewerking
van de vruchtgebruiker met hypotheek
belasten. Het is echter zeer de vraag, of het
recht van hypotheek, uitsluitend gevestigd op
de blote eigendom, als zekerheid wel veel
waarde heeft. Moet de blote eigendom krach
tens het gemaakt beding, bedoeld in artikel
1223 lid 2 B.W. verkocht worden, dan zal
deze blote eigendom naar alle waarschijnlijk
heid zeer weinig opbrengen. Immers, de
koper zal bij de bepaling van zijn bod er van
uitgaan, dat de vruchtgebruiker, ongeacht
zijn gezondheidstoestand, nog een zeer lang
leven zal zijn beschoren, hetgeen de waarde
zeer drukt. Evenzo zal het recht van hypo
theek, uitsluitend op het vruchtgebruik ge
vestigd, weinig waarde hebben, omdat bij
verkoop daarvan de koper er van zal uitgaan,
dat de vruchtgebruiker, ook weer ongeacht
diens gezondheidstoestand, niet lang meer zal
leven. Gezien het bovenstaande moeten wij
ten sterkste ontraden om voorschot of cre
diet te verlenen met de zekerheid van recht
van hypotheek op de blote eigendom.
152