v.j men schijnbaar evengoed van geldmarkt zou kunnen spreken. Toch geschiedt zulks niet, om de eenvoudige reden, dat men die benaming voorbehoudt voor de markt, waarop vraag en aanbod voor crediet of geld voor zeer korte termijn elkander ontmoeten. Afgesproken is, dat laatstbedoelde termijn niet langer is dan een jaar. Strikt genomen zou bijgevolg al het crediet geldverstrekking), dat voor langer dan één jaar wordt uitgezet, lang crediet moeten worden genoemd. In de praktijk wordt onder langlopend crediet echter toch crediet verstaan met een looptijd van vijf of meer jaren, terwijl men in het algemeen, wanneer men over lang crediet spreekt, meestal denkt aan gelduitzettingen voor langer dan 10 jaar. Er is dus eigenlijk een overgangsgebied, een markt voor gelduitzettingen met middelmatige looptijd, die moeilijk in te delen valt. Aangezien het risico, dat voor de geldgever bestaat (bij obligaties met betrekking tot de koers en deva luatie, dan wel ten aanzien van de credietwaar- digheid) groter is, naarmate het crediet voor langere tijd is verstrekt, zal als regel de rente voor uitzettingen met de langste looptijd het hoogste zijn. De hoogte van de rentevergoeding vormt derhalve reeds een aanwijzing omtrent de soort crediet en de soort markt, waarmede men te doen heeft. Het langste crediet, dat wordt verstrekt, wordt gegoten in de vorm van aan delen, die, indien de betrokken onderneming niet wordt geliquideerd, een onbegrensde looptijd hebben. Hierbij is derhalve geen sprake van het verstrekken van crediet in de betekenis van lening, doch louter van toevertrouwen van geld (crediet betekent eigenlijk vertrouwen) voor onbepaalde tijd. Dit laatste maakt, dat de geldgevers (de kopers v,an de aandelen) boven de rente, die voor langlopende leningen geldt, nog een premie eisen voor het extra risico, dat daarin (wegens conjunctuur- en bedrijfsrisico) is gelegen. Dividend bestaat dus uit de normale rente plus een risicopremie. In juridische zin worden aandeelhouders echter niet gelijk gesteld met de andere credietgevers, omdat de eersten door hun crediet- kapi taal-) verstrekking aan de naamloze vennoot schap tegelijk deelhebbers en bezitters zijn ge worden van die rechtspersoonlijkheid bezittende onderneming en dientengevolge tot de hoogte van hun deelneming of aandeel aansprakelijk zijn tegenover alle groepen schuldeisers, te be ginnen met de leveranciers die zeer kort crediet, voor ten hoogste enkele maanden, hebben verstrekt tot de obligatiehouders, die hebben r - - Naar ons is gebleken, bestaat bij verschil lende lezers van onze financiële beschou wingen en overzichten behoefte aan een nadere toelichting van de belangrijkste begrippen en gebieden, die daarin geregeld ter sprake komen. Op grond hiervan laten wij hierbij een eerste uiteenzetting volgen omtrent de begrippen geld- en kapitaal markt, om in verdere artikelen achtereen volgens aandacht aan andere belangrijke onderwerpen te wijden, zoals de betalings balans, het geldde gelddekkingde rente, het monetaire evenwicht, enz. Met even tuele wensen van deze aard zal gaarne rekening worden gehouden. deelgenomen in een langlopende lening aan het bedrijf, toe. De kapitaalmarkt is dus de vergaarbak van al het kapitaal, dat voor langlopende investering beschikbaar is. Die kapitaalmarkt kan weer worden gesplitst in een risico mijdende afdeling of sector (obligatiemarkt of beleggingsmarkt in engere zin) en een risico dragende sector (aan delenmarkt). Dat risico-mijdend nog niet behoeft overeen te komen met risico-loos, blijkt wel het duidelijkste en pijnlijkste, wanneer het aandelenkapitaal door tegenslagen verloren is gegaan. Wanneer immers alleen de obligatiehouders zijn overgebleven als rechthebbenden op de onderneming en geen vaste rente meer kan worden betaald, wordt de positie van de obligatiehouders feitelijk gelijk aan die van aandeelhouders, die op inkomen moeten wachten tot de bedrijfsresultaten de be taling daarvan toelaten. Het aandelenkapitaal, dat te voren een waarborg vormde tegenover het obligatiekapitaal, is dan immers door on voorziene omstandigheden verloren gegaan en de obligatiehouders zitten dan met recht met de gebakken peren. Kort crediet wordt in de eerste en belangrijkste plaats door het bankwezen verstrekt, terwijl ook industriële en andere ondernemingen, die tijde lijk ruim bij kas zijn, haar kasmiddelen voor korte tijd op de geldmarkt uitzetten. Vooral de schatkist heeft als regel bijzonder veel belang stelling voor dat korte crediet. Het is vooral na de tweede wereldoorlog een vaak geuite klacht, dat de schatkist te veel met kort geld financiert. Dat gebeurt zoals men weet door middel van schatkistpromessen en schatkistbiljetten. De 151

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 7