Wie schulden maakt, moet die betalen. Voor de verplichtingen die men heeft, hoe ook ontstaan, hetzij door het sluiten van een overeenkomst, hetzij uit de wet, b.v. door een onrechtmatige daad of krachtens een verplichting tot levens onderhoud, is men aansprakelijk met zijn gehele vermogen. Art. n 77 B.W. drukt dit als volgt uitalle de roerende en onroerende goederen van de schuldenaar, zowel tegenwoordige als toe komstige, zijn voor deszeifs persoonlijke verbin tenissen aansprakelijk. Dat „alle" gaat natuurlijk te ver. Enige goede ren, kleren, een bed e.d. worden de schuldenaar gelaten. Maar overigens hebben zijn schuldeisers verhaal op zijn gehele vermogen. Zij kunnen zich echter niet, als de schuldenaar hun niet vrij willig betaalt, eigenmachtig zijn goederen toe eigenen. Eigen richting wordt in een geordende staat niet geduld; daarom moeten zij een proces beginnen. Eerst nadat de rechter de schuldenaar tot betaling heeft veroordeeld, kan een schuld eiser, zo de schuldenaar dan nog niet voldoet, diens goederen in beslag doen nemen en doen verkopen om zich uit de opbrengst te bevredigen. Als één schuldeiser met zulk een procedure be gint, kunnen de anderen ook hun deel vragen, zijn er echter meer schuldeisers die niet betaald worden, dan volgt gewoonlijk faillissement. Dan eindigen al deze individuele wijzen van verhaal. Op het gehele vermogen is dan ineens beslag gelegd, want door de faillietverklaring verliest de schuldenaar het beheer en de beschikking over al zijn bezittingen. Er komt een curator, die nu onder rechterlijke controle de baas wordt over zijn vermogen ten behoeve van alle schuld eisers. Komt er geen accoord tot stand, dan gaat de curator de activa verkopen en de opbrengst verdelen onder de schuldeisers. Is er niet genoeg om alle schuldeisers volledig te betalen, dan rijst de vraag, hoe de verdeling moet geschieden. Wel, in beginsel staan alle schuldeisers gelijk. Of de één reeds tien jaar geleden de schuldenaar iets heeft geleend, de ander eerst zeer onlangs, of de éne schuld is ontstaan uit onrechtmatige daad, de andere uit koop of wat dan ookhet is alles in beginsel onverschillig. Art. 1178 B.W. zegt het in deze woorden: die goederen d.w.z. alle roerende en onroe rende goederen van de schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor ziin schuldeisersderzelver opbrengst wordt onder hen, pondspondsgewijze, naar evenredigheid van eens ieders inschuld verdeeldten ware er tussen de schuldeisers wettige redenen van 4 voorrang mochten bestaan. Heeft iemand voor 10.000.schulden en is er aan activa 1.000.dan krijgt elke schuldeiser, onver schillig wanneer en uit welken hoofde zijn vor dering is ontstaan, 10 van het hem verschul digde bedrag uitgekeerd. Echterten ware er tussen de schuldeisers wettige redenen van voor rang mochten bestaan. En practisch in elk fail lissement zijn er schuldeisers die aanspraak kunnen maken op voorrang. In ons recht kan op drie wijzen een vordering voorrang hebben. In de eerste plaats heeft de wet zelve aan vele vorderingen voorrang toe gekend. De wetgever achtte verscheidene vor deringen zo belangrijk, dat zij zo enigszins mogelijk moeten worden voldaan. De Staat denkt aan zich zelfbelastingschulden zijn zeer sterk bevoorrecht; in de eerste plaats die van het Rijk, maar b.v. ook de waterschapsbelastingen. Dergelijke wettelijke voorrechten kunnen van tweeërlei aard zijn, nl. of op een bepaald goed of op het gehele vermogen van de schuldenaar. Op een bepaald goed wil zeggen, dat de op brengst van dat goed in de eerste plaats moet worden aangewend om de bevoorrechte schuld te voldoeneerst als er dan van die opbrengst nog iets over is, komt dit overige aan de andere schuldeisers ten goede. Zo heeft de ver koper van een roerende zaak die de koopprijs niet heeft ontvangen, voor die koopprijs een voorrecht op de opbrengst van de door hem verkochte zaak. De verpachter heeft voor het geen de pachter hem schuldig is, een voorrecht op de inventaris van de pachter en de oogst, de herbergier op de koffers van de reiziger voor de rekening, enz. Daarnaast zijn er schuldeisers die uit het gehele vermogen bij voorrang worden betaald, b.v. arbeiders voor hun lonen, begrafenisonder nemers voor de begrafeniskosten, dokters voor de kosten van de laatste ziekte. D.w.z. dokters zijn voor hun declaratie niet bevoorrecht als de patiënt door of ondanks hun bemoeiingen beter is geworden, maar alleen als zij hem in het graf hebben geholpen. Maar al zijn er vele bevoor rechte schulden, zij zijn toch alle uitzonderingen o]) de hoofdregel van de pondspondsgewijze ver deling. Daarnaast kunnen partijen zelve ook voorrech ten scheppen. Natuurlijk niet door een enkele afspraak. Het voorrecht geeft de schuldeiser een geprivilegieerde positie tegenover de andere schuldeisers van de schuldenaardeze moeten daarvan op de hoogte kunnen zijn. Die bevoor rechte positie kan ontstaan door hypotheek of Inleiding

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 24