Hel landbouwonderwijs in Nederland ciering waren alle partijen, met inbegrip van de emitterende gemeenten, gebaat. Zowel in de omvang van de emissiebedrijvig- heid als in de koersbeweging komt de toeneming van het opnemingsvermogen van de beleggings- markt tot uitdrukking. In totaal is in 1952 voor niet minder dan 767 millioen aan nieuwe obli gatieleningen uitgegeven tegen 552 millioen in 1951, 272 millioen in 1950 en 95 millioen in 1949. Daarbij moet men bedenken, dat in het totaal van 1951 begrepen zijn 170 millioen aan 2j4 -belastingcertificaten (in feite kort lopend papier), voorts 76 millioen van de 4 %- dollarlening Philips en 200 millioen 4J4 %- converteerbare obligaties A.K.U., terwijl de ge meenten in dat jaar vrijwel op een gesloten deur klopten. Daarentegen zijn in 1952 bijna uitslui tend leningen van of voor gemeenten uitgegeven 27 Juni 24 Juli 95 94 V8 88 s/4 89 V, 89 V, 91 V2 93 V8 90 v8 89 3/8 95 74 V16 74 89 V8 en wel tot een gezamenlijk bedrag van 735 millioen, terwijl het bedrijfsleven bijna geen be roep op de kapitaalmarkt deed (ook niet met aandelenemissies) en de grootste particuliere obligatielening nog de 4 V2 %-lening groot 25 millioen, van de Ver. Nederlandse Tankvaart Rederij is geweest, welke eerst onlangs werd ge- emitteerd. Hoe snel de rentedaling zich de allerlaatste tijd voltrekt, blijkt zowel uit de koersstijging, die voor alle soorten vaste rente dragende fondsen behalve de dollarleningen heeft plaats ge vonden als uit de uitgiften van 4%-leningen eerst door Gelderland begin December, vervol gens door Amsterdam in het nieuwe jaar. Om trent de stijging van de koersen spreekt ook on derstaand overzicht een duidelijke taal. 25 Aug. 25 Sept. 27 Oct. 96 Vs 96 7„ 96 Vs 96 5/s 99 90 V* 89 Vs 92 7* 9°29A2 93 V,e 92 3A 92 93 93 Vi« 91 7s 91 v4 93 93 94 Vm 95 93 7i 95 94 75 V, 75 76 3A 77 7» 92 Vs 94 93 y. Tn het blad „Economisch Statistische Berichten" dr. ir. A. Maris en R. Rijneveld over het land- troffen wij een artikel aan van de hand van bouwonderwijs in Nederland. Enkele gegevens uit dit artikel laten wij hieronder volgen Ontwikkeling van het landbouwonderwijs in Nederland. T9°° 7 310 181 2.590 I9I° 11 510 597 11.800 I92o 24 1.060 1.041 18.690 T93° 73 4-i7o 1.350(582) i8.26o( 9.240) T94° 108 9.610 1.257(590) 21.970(10.190) *945 148 12.780 1.127(702) 19.050(13.780) r95° 227 17-830 1.193(430) i8-5io( 7.180) Datum 3'/:2 Nederland 1951 3% Nederland 1950 33i/2 Nederland 1947 89"/32 3 Nederland 1962/64 met belast.fac. 3 Grootboek 1946 8915/16 90 3/g 3 Investeringscert. 92 V8 3 Nederland 1937 8916/16 3 $-Iening 1947 9215/16 2/2 N.W.S. 3 Indië 1937 A 91 Vs 24 Nov. 30 Dec. 91 92 9I11/.. 9225 /32 9321/32 95 10 Q9 9 y16 9215/10 9213/,6 94 '/ie 9W32 90 Vg 92 V16 9215/16 93 Vis 9313/16 92 3/s 76 7/io 92 90 7/« Jaar Aantal scholen Aantal leerlingen Aantal cursussen J) Aantal leerlingen 1) De cijfers tussen haakjes hebben betrekking op de algemene landbouwcursussen. 1 58

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 14