Financieel overzicht Een krachtige propaganda, uitgaande van de Credit Union National Association stimuleert de oprichting van nieuwe „credit unions", de werving van leden en het aantrekken van spaar gelden. De wijze, waarop deze propaganda wordt gevoerd, is zeer interessant en geen mid del wordt achterwege gelaten. Wij laten hier iets volgen van de typisch Ame rikaanse teksten 30 millioen dollar is een massa geldDat weet U welMaar dat is alleen maar het bedrag, dat de credit union-leden zich het afgelopen jaar hebben bespaard door van hun credit union te lenen. Wacht eens even en denk hier eens een minuutje over na: de credit union-leden zouden 30 millioen dollar meer aan rente hebben moe ten betalen, indien ze geen credit unions had den om ervan te lenen en dus ergens anders om crediet hadden moeten aankloppen. En hier een andere tekst Zet Uw geld aan het werkU heeft een massa tijd besteed door voor Uw geld te werken, dus waarom zult U nu eens niet Uw geld voor U laten werken Zeker, we hebben een karweitje voor extra dollars. Het is een goed werk, het betaalt goed en het vereist geen dikke bankreke ning. Een dollar of twee op betaaldag kan aan het werk worden gezet in de „Tobacco Workers' Credit Union". Uw credit union doet goede za ken, hetgeen betekent, dat de leden er op het eind van het jaar hun voordeel aan zullen heb ben. In financieel en monetair opzicht kan Nederland met grote voldoening op het jaar 1952 terug zien. Het afgelopen jaar toch bracht ons in de eerste plaats het einde van de spanningen op monetair gebied. Weliswaar kan nog niet wor den gezegd, dat de veilige haven voor de gulden reeds definitief bereikt zou zijn; laat staan, dat ons land bij machte zou zijn, onafhankelijk van de gedragslijn, die andere landen te dien aan zien volgen, reeds spoedig de na-oorlogse be talingsbeperkingen geheel op te heffen om weer tot een volkomen vrije inwisselbaarheid van de gulden in andere valuta's over te gaan. Doch het lijkt anderzijds toch gerechtvaardigd vast te stellen, dat Nederland zulk een belangrijke voor uitgang heeft gemaakt, dat de gulden hard op weg is uit zich zelf een harde valuta te worden. Zou de ontwikkeling, die in het najaar van 195t is begonnen en gedurende het gehele afgelopen jaar in versterkte mate voortgang vond, ook in het nieuwe jaar worden voortgezet, dan zou de monetaire positie van ons land zo sterk wor den, dat deze niet licht meer door onverwachte tegenslagen zou kunnen worden bedreigd. Ons land kan er met reden trots op zijn, dat de soberheidspolitiek, die in toepassing werd ge bracht toen de monetaire nood begin 1951 het hoogste was gestegen (vooral door beperking van het verbruik en van die investeringen, die niet rechtstreeks aan de export ten goede kwa men), in zo betrekkelijk korte tijd zulke goede vruchten heeft afgeworpen, dat het tekort in het betalingsverkeer met het buitenland in een aanzienlijk overschot kon verkeren. Duidelijk blijkt de vooruitgang uit het overschot, dat op de lopende rekening van de betalingsbalans over het eerste halfjaar van 1952 werd verkre gen. Dat overschot bedroeg ruim één milliard gulden, waartegenover het eerste halfjaar van 1951 nog een tekort van 806 millioen had ge laten. Ten opzichte van laatstgenoemde periode kon derhalve een verbetering van ruim 1800 millioen worden bereikt. Nog duidelijker komt het monetaire herstel in de toeneming van het bezit aan goud en buiten landse betaalmiddelen van de Nederlandsche Bank tot uitdrukking, omdat de desbetreffende cijfers bijna het gehele jaar omvatten. Terwij! de circulatiebank per einde 1951 beschikte over 1195 millioen aan goud en 461 millioen aan deviezen als directe dekking voor de geld circulatie, was dit bezit op 22 December jl. tot resp. 2037 millioen en 1648 millioen geste gen, zodat de totale monetaire reserves derhalve in één jaar tijds van 1656 millioen tot 3685 millioen of met ruim 2 milliard zijn toegeno men Wij merkten hierboven reeds op, dat de verbete ring van de guldenspositie tegenover het buiten land kan worden gezien als resultaat van de nieuwe koers, die de regering in het voorjaar van 1951 onder de druk van de toenmaals on gunstige stand van de betalingbalans en van de grote inflationistische spanningen is gaan vol- 1 56

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 12