I laanilehjoe nicin en 1 Cjjinam en De agrarische export In de gunstige ontwikkeling van onze handels balans heeft de uitvoer van producten van agra rische herkomst een flink aandeel. Ongeveer 40 van de waarde van onze totale export komt voor rekening van deze groep van pro ducten. Ondanks de daling van de melkproductie in 1951 en 1952 vertoont de totale uitvoer van zuivelproducten, naar waarde en naar hoeveel heid gemeten, een aanmerkelijke stijging. Wat de boter betreft, werd in de eerste acht maan den van 1952 een iets grotere hoeveelheid uit gevoerd dan in de overeenkomstige periode van 195132.2 millioen kg tegenover 30.2 millioen kg. De opbrengst steeg van 137.2 millioen tot 160.8 millioen. Bezien we over hetzelfde tijd vak de uitvoer van kaas, condens en melkpoeder, dan valt een sterke stijging van zowel hoeveel heid als geldswaarde op. De verschuivingen in de verwerking van de melk komen thans zeer sterk aan de dag. Als we de productie van de diverse artikelen in 1948 op 100 stellen, dan zien we de volgende ontwikkeling voor de eerste negen perioden der diverse jaren (d.i. van 1 Januari t/m de eerste week van September) boter kaas geconden- melk fabriek) seerde melk poeder 195° 140 140 330 185 1951 126 154 340 139 T952 103 166 435 205 De waarde van de totale zuivelexport over de eerste acht maanden steeg van 430 millioen tot 541 millioen in 1952. Met de eieren gaat het ieder jaar crescendo. In de eerste acht maanden van 1952 werden 871 millioen eieren geëxporteerd voor een waarde van 137 millioen (in 1951 829 millioen stuks voor 120 millioen). De prijzen zijn hoger dan een jaar geleden. Het zwakke punt is de een zijdig op Duitsland gerichte export. Vervolgens hebben we het belangrijke artikel bacon, waarvan we in de periode 1 Jan.1 Sept. 1952 31.153 ton exporteerden voor 88 millioen. Ook al weer meer dan in 1951 (28.734 ton voor 68 millioen). Inmiddels heeft de 104 baconexport een paar maanden stilgelegen, zodat het gehele jaar 1952 wel geen recordcijfers zal halen. De uitvoer zal denkelijk spoedig worden hervat. Wat de overige vleeswaren betreft, werd in 1952 tot 1 September uitgevoerd 56.392 ton voor 206 millioen (in 1951 47.991 ton voor 166 millioen). Deze uitvoer schijnt zich de laatste tijd minder goed te ontwikkelen, vooral door de daling van de uitvoer naar Engeland. De uitvoer van levend vee liep sterk terug als gevolg van het optreden van mond- en klauw zeer. De export van eendagskuikens ver dubbelde. Voor groenten en fruit geven de cijfers van de export over de eerste acht maanden van 1951 en 1952 het volgende beeld: Groenten Vers fruit 1951 267.547 t. 114 m. 45.738 t. 27.9 m. 1952 287.002 t. 144 m. 74.908 t. 37.9 m. De gunstige cijfers voor het fruit zeggen niet veel voor de productie van de oogst 1952, die thans onder moeilijke omstandigheden tot afzet wordt gebracht. Voor de groenten heeft de gunstige situatie van de eerste acht maanden zich tot dusverre gehandhaafd. Aan snijbloemen en planten was er op 1 Sep tember voor een bedrag 13.2 millioen geëx porteerd (15 meer dan in 1951 De uitvoer van pootaardappelen is sterk ten achter gebleven bij die van 1951. Daarentegen is de uitvoer van consumptie-aardappelen sterk gestegen en heeft de uitvoer van aardappelmeel zich, wat de hoeveelheid betreft, op hetzelfde peil gehandhaafd; de geldelijke opbrengst van deze uitvoer was 30 hoger dan in 1951 De minder gunstige situatie in de strocarton- industrie is in de uitvoercijfers nog niet merk baar. Belangrijk is bij de huidige hoge prijzen ook onze uitvoer van gerepeld vlas en vlaslint 42 millioen in 1952 en 33 millioen in I951)- Het geheel overziende, kan de conclusie zijn, dat het verloop van de Nederlandse agrarische export in 1952 gunstig is. Er wordt ruim en tegen goede prijzen uitgevoerd; de prijzen, die

Rabobank Bronnenarchief

T06 | 1952 | | pagina 4