KRONIEK UIT EIGEN KRING
De circulaire van 25 Augustus j 1.rubriek I, no.
9, waarin een renteverlaging van r'/° wordt
aangekondigd voor de bij de Centrale Bank voor
1 jaar vast gedeponeerde bedragen (gelijk aan
liet totaal van de door een aangesloten bank aan
genomen spaargelden voor één jaar vast) zal
met gemengde gevoelens ontvangen zijn.
Deze maatregel plaatst namelijk de betrokken
banken voor de moeilijkheid een lagere rente
vast te stellen voor de nieuw aan te nemen of te
verlengen deposito's, een rente, die toch nog iets
hoger moet liggen dan de rente voor „gewone"
direct opzegbare spaargelden.
De per 1 September 1952 ingaande rente ad
2% c/o voor gelden voor 1 jaar vast laat uiter
aard geen of slechts een geringe winstmarge
voor de banken, die spaargelden voor 1 jaar
vast aanvaarden. Voorzover de rente voor ge
wone spaargelden 2/2 niet te boven gaat,
kan voor termijngelden een rente van 2,64 °/o
of 2,7 c/c worden bepaald. Ligt de normale rente
echter hoger, dan zal het vasthouden aan een
bepaalde marge slechts ten koste van rentever
lies kunnen worden volgehouden.
Mocht men tot dit laatste toch willen besluiten,
dan is het wel zaak bij het aannemen van deze
gelden een strenge selectie toe te passen ten aan
zien van de aard en het karakter zowel als van
de grootte der aangeboden bedragen.
I11 dit verband vestigen wij Uw aandacht op
hetgeen elders in dit nummer opgemerkt wordt
over de begroting 1953.
Dat meer en meer het nut van het regelmatig
opmaken van begrotingen door onze banken
wordt ingezien, blijkt uit het grote aantal be
grotingen, dat ons ongevraagd wordt toege
zonden. Dit aantal was zelfs in de maand Juli zó
prijzenswaardig groot (eventuele rentewijzi
gingen voor het tweede halfjaar 1952!), dat
de afdeling Begrotingen een lichte achterstand
in de werkzaamheden heeft, welke echter zo
spoedig mogelijk wordt weggewerkt.
Reeds enkele malen wezen wij er op, dat het niet
doenlijk was de begrotingen van alle banken in
de eerste maanden van het jaar te beoordelen
alvorens in April/Mei de rente voor het be
treffende jaar door de banken wordt vastge
steld en bekendgemaakt, zulks (zoals door ons
steeds geadviseerd) onder voorbehoud van tus-
tentijdse wijziging. Teneinde nu het aantal ban
ken, dat geadviseerd wordt ten aanzien van de
te voeren rentepolitiek alvorens tot vaststelling
van de rente wordt overgegaan, zo groot moge
lijk te doen zijn, zullen reeds in de maand Octo-
ber begrotingen worden opgevraagd. De ad
viezen, welke daarna aan de hand van deze be
grotingen worden gegeven, hebben dan betrek
king op het jaar 1953. Wij zijn ons er hierbij
van bewust, dat tegenover bovengenoemd voor
deel ook enkele nadelen en bezwaren bestaan,
doch wij achten het voordeel voorshands over
wegen.
Naar wij vernemen, staat thans vrijwel vast,
tlat de verhoging zuil de landbouwpensioensegels
met 20 °/o op 28 September a.s. zal ingaan. De
verkoop van de nieuwe zegels zal op t October
1952 opengesteld worden.
Wij zullen de aangesloten banken tijdig in ken
nis stellen met de maatregelen, die genomen
moeten worden om de overgang van de oude op
de nieuwe zegels zo goed mogelijk te doen ver
lopen.
't Is spijtig, dat een en ander tijdelijk extra ar
beid van de kassiers zal vergen, maar hieraan
is helaas niet te ontkomen.
Na de opheffing van de credietbeperkende maat
regelen blijkt ons iedere maand, dat er kassiers
zijn, die menen, dat inzending van de maand
staat vóór de 15e niet langer noodzakelijk is.
Deze officiële termijn, waarvan we reeds ge
vraagd hebben deze vrijwillig op de 10e te stel
len, is echter gehandhaafd.
Mocht door bijzondere omstandigheden, zoals
b.v. ziekte, tijdige inzending niet mogelijk zijn,
dan verdient het aanbeveling de Centrale Bank
hiervan in kennis te stellen.
Tenslotte willen wij nog eens de aandacht ves
tigen op een leemte, die, naar wij vermoeden, bij
verschillende banken nog bestaat.
Zoals bekend, zijn de aangesloten banken bij
het Onderling Waarborgfonds, Afdeling A.,
verzekerd tegen schade, ontstaan o.a. door
brand, diefstal en beroving, voorzover dit gelds
waarden betreft, ten kantore van de bank aan
wezig.
Indien echter min of meer regelmatig gelden
worden vervoerdhetzij naar bepaalde plaatsen,
waar zittingen worden gehouden of naar cliën
ten, zijn de hieraan verbonden risico's van over-
55