Het is echter ook mogelijk het risico van het overlijden afzonderlijk te verzekeren door het sluiten van een contra-verzekering. Dank zij de extra premiebetaling hiervoor (die dus buiten de kas blijft) ontvangen de erfgenamen een uitkering, gelijk aan alle stortingen en alle premiën en de rente hiervan. Interessant zijn de fiscale consequenties, als na 14 of 15 jaar de „pot verdeeld" wordt. Bij een kas van 14 jaar en een uitkering van 700. wordt, als er gespaard is door termijnstor tingen, het inkomen ten behoeve van de fiscus in het jaar van uitkering verhoogd met 14 X Y\ X 700.75.Wordt een be drag ineens vooruit gestort, dan wordt het inkomen in het jaar van uitkering geacht te zijn gestegen met 14 X 1/2 7» X 7°°- I47-— De spaarkasbedrijven hebben zeker de wind mee, getuige de volgende productiecijfers van nieuwe spaarcontracten van de 7 tot dé ver eniging behorende bedrijven: Bij alle 7 maatschappijen tezamen was eind 1951 ingeschreven voor een spaarkaskapitaal van ongeveer 234.000.000. Opmerkelijk is, als wij dit saldo vergelijken met dat op eind 1949 en 1950, dat er van 1949 op 195° een vooruitgang werd geboekt van 25 millioen en dat van 1950 op 1951 een accres ontstond van 28 millioen. Van een ontsparing is bij deze vorm van sparen dus geen sprake. Bij onze boerenleenbanken zijn lichtreclames nog niet bepaald gebruikelijk. Toch ziet men meer en meer, dat banken en ook spaarbanken gebruik maken van een lichtaanduiding in neonletters. De Coöperatieve Boerenleenbank te Veendam heeft thans boven de ingang van het gebouw het embleem in neonverlichting laten aan brengen. Deze verlichting werkt iedere avond van 7 tot 12 uur en 's zomers van 8 tot 12 uur. Het is een attractieve aanduiding van het bank gebouw. Beeldstatistiek Volgens een ontvangen mededeling zijn in Oostenrijk spaarbuisjes (geen busjes) in ge bruik. Deze buisjes zijn doorzichtig en geschikt voor één muntsoort, nl. 1/10 shilling. Een aan tal van deze buizen kan op een kaart worden bevestigd, waardoor de kinderen uit één gezin direct kunnen zien, wie het beste gespaard heeft, doordat de hoogte van het stapeltje munten in de plasticbuis direct het resultaat aangeeft. Het is dus een soort beeldstatistiek van de spaarzin in het huisgezin. Het spaarboekje en de Nood\vet-I)rees Voortdurend blijkt nog, dat de noodwet Ouder domsvoorziening een fatale uitwerking heeft op de spaarmentalitteit van de ouden van dagen, die voor een uitkering van deze wet in aan merking hopen te komen. Een onzer kassiers vraagt zelfs een propaganda geschrift, waarin o.a. duidelijk tot uitdrukking komt, dat 500.spaargeld als enig bezit van de betrokkene voor aftrek buiten beschouwing blijft. Het zal moeilijk zijn om de bepalingen dezer wet kort en duidelijk uiteen te zetten en het ware beter, dat dit mondeling door de kassier geschiedde. Overigens is succes aller minst verzekerd, getuige de ondervinding van een andere kassier in een bepaald geval. Hij had veel moeite en tijd besteed aan z'n pleidooi om de betrokken spaarrekening niet te zien ver dwijnen. De ruim 60-jarige spaarder knikte hem goedmoedig toe en zei: „Zoals U het zegt is het heel mooi, maar ik moest m'n geld toch maar meenemen". De directeur van een grote spaarinstelling stond op de hoek van een straat met een oud vriend te praten. Er kwamen twee kleine jongens aan en zij vroegen: „Heeft U mis schien een dubbeltje voor ons?" De spaarbank man keek naar hun chocolademonden en ant woordde „Zeker om snoepgoed te kopen?" Toen zij de kleinste jongen, terwijl hij hoog tegen die mijnheer opkeek: „Neen, mijnheer, om te sparen!" Waarop de oude vriend conclu deerde: „Alsjeblieft, Martien, nu weet je ten minste, dat je niet vergeefs hebt geleefd". 1940 5.200.000. 1945 13.900.000. 1950 38.400.000. 1951 41.900.000. iekw. 1952 10.800.000. Ons embleem in neon Waar gebeurd 64

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 12