E migratiemed edeli n gen Er zijn nog meer variaties denkbaar, doch vooral de eerstgenoemde werkwijze is het meest in gebruik bij onze banken, afgezien van een beperkt aantal spaarbanken, die de z.g. spaar- kisten in gebruik hebben genomen. Ook deze worden in houten en metalen uitvoering door de Centrale Bank verstrekt en het is wel de meest simpele manier om het schoolsparen te verzorgen, zij het ook de minst aantrekkelijke, omdat er wel enkele nadelen aan zijn ver bonden. Dit neemt echter niet weg, dat sommige banken er juist heel veel succes mee hebben. Meldt U tijdig voor Canada Voor immigranten, die 's winters Canada bin nenkomen, is het niet gemakkelijk om werk te vinden, met name in de landbouw. De bedrij vigheid op de Canadese boerderijen begint in het voorjaar. Om moeilijkheden te vermijden dient het vertrek der emigranten dus in de eerste maanden van het jaar, d.w.z. in het vroege voorjaar, plaats te vinden. Zowel van Nederlandse als van Canadese zijde wordt al het mogelijke gedaan om dit te bereiken, maar het spreekt vanzelf, dat er met het oog op de plaatsing der emigranten nog veel werk verzet moet worden, hetgeen een tijdige aanmelding vereist. Het zal voor velen in deze tijd van het jaar misschien niet gemakkelijk zijn om zich voor aanmelding vrij te maken. Toch is het beslist noodzakelijk dat zij, die enige zekerheid willen hebben, dat zij in 1953 kunnen vertrekken, hier toe het werk een ogenblik onderbreken, daar aanvragen voor emigratie naar Canada, die na September a.s. worden ingediend, niet meer in behandeling genomen kunnen worden. Het is daarom dringend aan te raden, zich zo spoedig mogelijk aan te melden. Emigratie is geen „sprong in het duister" Ofschoon Nederland van ouds een land is ge weest, welks zonen als pioniers naar alle delen van de wereld plachten te trekken, werd emi gratie vóór de laatste wereldoorlog nog steeds in brede kringen beschouwd als een soort „fortuinzoekerij". Na de oorlog is er in dit op zicht veel veranderd. Tienduizenden Neder landers zijn sindsdien naar Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en andere landen geëmigreerd, bijna ieder heeft wel een familielid, dat zich in een dezer landen een nieuw bestaan heeft opge bouwd en „emigratie" is voor ons een begrip geworden, even gewoon als trein, radio of Ver enigde Naties. En dat is ook begrijpelijk. Want niet alleen hebben de oorlog en de moeilijke jaren direct daarna ons een grotere mate van realiteitszin en doortastendheid bijgebracht, maar ook ervaren wij dagelijks meer hoezeer wij met de immigratielanden aan gene zijde van de oceaan één grote economische en culturele eenheid vormen, hoe nauw de banden zijn, die „hier" met „ginds" verbinden. De bevolking van Nederland is de laatste jaren in een snel tempo toegenomen, en hoewel ook de industrie zich uitbreidt en dus het aantal beschikbare arbeidsplaatsen eveneens toeneemt, kan dit het aanbod van nieuwe arbeidskrachten toch niet ten volle opvangen. In nog sterker mate geldt dit voor de landbouw. Terwijl het betrekkelijk eenvoudig is om een nieuwe fabriek te bouwen, die aan zo-en-zoveel mensen werk geeft, is het een heel wat kostbaarder en lang duriger geschiedenis om nieuw land aan te winnen, door drooglegging bijvoorbeeld; en bovendien gaat door de aanleg van fabrieks terreinen en de groei der steden weer voort durend bouwland verloren. Voor boerenzoons, die op den duur een eigen bedrijf willen beginnen, wordt dit dus met de dag moeilijker. En wanneer men dan weet, dat in Canada b.v. nog onmetelijke en vruchtbare gebieden op bebouwing liggen te wachten, dat talloze boeren in dat land geen opvolger heb ben, zodat hun boerderijen in verval dreigen te geraken wat ligt dan meer voor de hand dan dat Nederlandse boerenzoons en landbouwers, die denken aan de toekomstmogelijkheden van hun kinderen, zich in dit land gaan vestigen! Natuurlijk is emigratie geen kleinigheid; het is een beslissende stap, die wel degelijk met overleg geschieden moet. De eerste jaren in het andere land zijn doorgaans moeilijk, maar voor wie niet van vandaag op morgen denkt en is juist de boer niet gewend steeds op lange ter mijn te denken? zeer zeker niet onoverko melijk. Trouwens, wanneer wij de resultaten van de laatste jaren nagaan, blijkt uit het opmer kelijk hoge percentage geslaagde emigranten wel, dat de Nederlander zijn traditionele veer kracht en doorzettingsvermogen, waardoor hij zich altijd snel en met succes, zonder zijn eigen karaktertrekken en cultuurwaarden op te geven, in het nieuwe land heeft weten aan te passen, niet heeft verloren. Het is dan ook bekend, dat de Nederlandse emigrant in den vreemde bijzonder gewaardeerd wordt; deze „goodwill" heeft tot gevolg dat de Nederlander, mits hij van aanpakken weet, van de zijde van het immigratieland op alle mede werking kan rekenen. Het is dus onjuist om emigratie te beschouwen als een „sprong in het duister". Wanneer men 47

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 23