voor buitenstaanders onverwachts een belang
rijke verruiming ondergaan als uitvloeisel van
de buitenlandse aankopen in Nederland van
aandelen van de Kon. Ned. Petroleum Mij.,
transacties, die naar wij hieronder nog nader
zullen toelichten, nog enkele andere belangrijke
gevolgen voor de beleggingsmarkt met zich
hebben medegebracht.
Ten gevolge van de omstandigheid, dat de koers
voor genoemde aandelen in New York zodanig
steeg, dat deze op basis van de officiële wissel
koers van 3.80 per dollar op gelijk peil kwam
met Amsterdam, ontstond nl. een geheel nieuwe
toestand. Zolang men te New York beneden
Amsterdam noteerde, kwam rechtstreekse aan
koop van Koninklijke op de Amsterdamse
effectenbeurs niet in aanmerking om de een
voudige reden, dat men in New York goed
koper terecht kon. Daaraan is echter een einde
gekomen door de grote kooplust, die in verband
met het mooie jaarverslag van de onderneming,
de dividendverhoging en het vooruitzicht, dat
dit Nederlandse fonds binnen afzienbare tijd in
de officiële New Yorkse beursnotering zal
worden opgenomen, aan de dag trad. Zolang
New York lager dan Amsterdam noteerde voor
het aandeel Koninklijke werd dit hier in
Amsterdam voor Amerikaanse rekening uit
sluitend gekocht met de opbrengst van andere
internationale fondsen (zoals vooral Unilever),
die dan werden afgestoten. Thans is een der
gelijke ruiltransactie echter niet meer nodig en
worden de aankopen rechtstreeks met dollars
betaald.
Daar de Amerikaanse kooplust voor Koninklijke
te Amsterdam in de afgelopen maand een zeer
grote omvang heeft aangenomen, zijn er grote
bedragen aan dollars uit dien hoofde naar ons
land overgemaakt. Daardoor is de voorraad aan
buitenlandse betaalmiddelen van de Neder-
landsche Bank in een sneller tempo gestegen dan
zonder die aankopen het geval zou zijn geweest.
Terwijl Nederland zich inmiddels reeds gedu
rende een vol jaar kan verheugen in een ge
stadige netto-toevloeiing van buitenlandse be
taalmiddelen dank zij de wending ten goede
in de positie van onze betalingsbalans en
handelsbalans (ons handelsverkeer met het
buitenland heeft in het eerste halfjaar van 1952
een tekort gelaten van slechts 300 millioen
tegen een tekort van 1700 millioen in de
eerste zes maanden van 1951, een tekort, dat
gemakkelijk kan worden gedekt uit de in
komsten van het z.g. dienstenverkeer, vooral de
scheepvaart, waarna nog een fors overschot
overblijft, dat dus aan de deviezenvoorraad van
de Nederlandsche Bank is toegevoegd) is de
deviezenpositie thans nog gunstiger geworden
door de dollarstroom, die in verband met de
bedoelde Amerikaanse aankopen naar ons land
vloeit. De gemiddelde stijging van de deviezen
voorraad van de Nederlandsche Bank met niet
minder dan ongeveer 75 millioen per week,
zoals voor de afgelopen drie weken kon worden
vastgesteld, is dan ook slechts te verklaren door
de betalingen in dollars, die plaats vinden ter
betaling van de aandelen, die worden uitge
voerd.
En zo komen wij vanzelf op de verruiming van
de kapitaalmarkt, die wij tot uitgangspunt van
onze beschouwing namen. Geen enkele verkoper
van aandelen Koninklijke krijgt die dollars in
handen of op zijn bankrekening, evenmin als
zulks het geval is bij uitvoer van goederen. In
beide gevallen wordt de tegenwaarde van die
dollars in guldens uitbetaald of op rekening
goedgeschreven. De besproken extra deviezen-
aanwas moet zich derhalve weerspiegelen in een
stijging van de banktegoeden, dus in een toe
neming van de middelen, waarover de banken
beschikken. Nu zal men daartegen misschien in
het midden willen brengen, dat die grotere geld-
ruimte (men spreekt van kapitaal en niet van
geld, wanneer het gaat om middelen, die voor
belegging dienen of daartoe worden aange
houden) dan toch tot voorwaarde heeft, dat de
verkopers van die olie-aandelen de opbrengst
niet weer herbeleggen. Deze gedachteugang is
echter onjuist om de eenvoudige reden, dat bij
herbelegging weliswaar degeen, die naar het
buitenland verkocht, zijn tegoed weer gebruikt,
doch dit tegoed wordt dan toch weer overge
heveld naar de volgende verkoper van b.v. een
bankaandeel of een obligatie. Het uiteindelijke
resultaat van verkoop maar het buitenland moet
dus zoals hieruit volgt, altijd een verruiming-
zijn van de in totaal voor belegging, beschikbare
middelen, dus een verruiming van de kapitaal
markt, die dan op haar beurt weer de gelegen
heid biedt voor nieuwe emissies.
Die emissies hebben er dan ook inderdaad en
wel op zeer ruime schaal plaats gehad, zoals
blijkt uit het feit, dat in Juni 44.500.000.—
aan gemeentelijke obligatieleningen is uitge
geven en in Juli zelfs rond 100 millioen. En
dit alles zonder enige koersdruk op de beleg
gingsmarkt teweeg te brengen. Integendeel
heeft zich daar, zoals uit onze koerstabel kan
worden afgelezen, de koersstijging in het meren
deel van de gevallen voortgezet. Alleen voor de
zeer lang lopende leningen met lage rentevoet
is de stemming zwak gebleven. Leningen met
ten gemiddelde of langste looptijd van 0111 en
nabij 12 jaren, zoals de 3 Nederland
1962/64, de investeringscertificaten en de 3 %-
lening Ned. Indië 1937 A zijn echter in de loop
van de laatste vier weken met meer dan twee
punten gestegen, terwijl de markt zich thans op
42