VRAAG EN ANTWOORD lang is om een rommelig aanzien te vermijden en de bezoekers van de bank veel gerief geeft. Verschillende punten werden met zorg nage gaan en zo heeft men de kluis gelijkvloers ge bracht met het kantoor, hetgeen het grote voor deel biedt, dat de moderne administratiemid delen. zoals kaartsystemen, direct weggerold kunnen worden in de kluis. Door een eenvoudig ontluchtingssysteem wordt de kluis droog ge houden. Er zijn twee gesloten loketten, maar voor eenvoudige zaken, die direct afgedaan kunnen worden, is er ook een open loket. Bestuurskamer en kantoorruimte grenzen zo danig aan elkaar, dat zo nodig van de bestuurs kamer gebruik gemaakt kan worden, doch als regel behoeft dit niet. Er is een ruime wachthal met toilet, de ver lichting is op Philipsadvies ingesteld en de vloeren en de „accoustiek" hebben ook de volk- aandacht gehad. De kassierswoning is aan het kantoor gebouwd en als eenheid daarmede ver bonden. Duitse spaarmethoden Wij hebben al eens eerder iets bericht over de nieuwe spaarmethoden, die men in Duitsland instelde en wel het belastingvrije sparen en het z.g. premie-sparen. Beide methoden schijnen zich in dit land snel en zeer gunstig te ontwikkelen en het is op zichzelf merkwaardig, dat de Duitse spaarder, die toch al zo dikwijls werd getroffen, over een buitengewone veerkracht blijkt te beschikken. Zo nam in de maand December van het afge lopen jaar het totaal ingelegde tegoed bij alle spaarinstellingen toe met D.M. 324 millioen, t.w. D.M. 88 millioen uit rentebijschrijving en D.M. 236 millioen als overschot op inleggingen en terugbetalingen. Het blijkt echter, dat van die D.M. 236 millioen niet minder dan D.M. 186 millioen voor rekening van het belasting vrije sparen komt of wel ruim 75 Vergelijken wij het totale tegoed van de be lastingvrije spaarrekeningen met het totale te goed van alle spaarrekeningen, dan blijkt dit per einde 1951 D.M. 610 millioen te zijn tegen over D.M. 4984 millioen, dus ongeveer 12 Per einde 1950 bedroeg dit percentage 7. De aanwas van de belastingvrije spaarrekeningen bedroeg over het jaar 1951 36 tegenover 19 in het jaar 1950. Ook het z.g. premie-sparen ontwikkelt zich in Duitsland bijzonder snel, hetgeen zijn oorzaak vindt in de grote kansen om ten prijs te win nen. Pot Mei 1952 is een bedrag van ongeveer D.M. 1.250.000 aan premie uitgeloot ten be drage van 5.000, 500, 100, 50, 20 en 10 D.M. Het premie-sparen bestaat nog slechts enkele maanden, doch heeft reeds 1,2 millioen deel nemers, welk aantal nog voortdurend stijgt. raag: Bij een hypotheek van 1.000,be draagt de rente tegen 4 40,Indien nu in de hypotheekakte staat, dat de rente tweemaal per jaar, op 30 Juni en op 31 De cember, moet worden betaald, dan is elke termijn 20,en deze valt dan volgens ons buiten de zegelwet, ook al wordt dit in de maand Juli voldaan. Worden nu hierbij (bij de 20,rente) kosten als porto bijgeteld, dan is het meer dan 20,moet er dan wèl gezegeld worden oorts komen er steeds meer. die zeggen Schrijf het bedrag van rente en aflossing, ongeacht het bedrag, maar van mijn reke ning- af". Dan laten wij een girobiljet 060 tekenen. Dus er wordt geen geld verhandeld. Is dan elke rentebetaling boven 20,ze- gelplichtig in het voorschotboekje? AntwoordZodra het bedrag van de renteter mijn, vermeerderd met de eventuele kosten, een bedrag van f 20,te boven gaat, moet de daarvoor in het voorschotboekje gestelde kwijting worden gezegeld. Wordt de rente, vermeerderd met de even tuele kosten, per giro overgemaakt, dan is de kennisgeving van debitering uiteraard niet zegelplichtig. ordt van de betaling per giro toch een kwijting gegeven in het voor schotboekje, dan is deze kwijting voor be dragen boven de 20,'zegelplichtig. Zegeling voorschotboekjes Vraag: De vorige kassier had tot gewoonte om bij aflossing van een voorschot de eerste be taling en elke eerste betaling op een nieuwe bladzijde te zegelen. Mijn mening is, dat slechts de eerste aflossing gezegeld behoeft te worden en niet telkens een aflossing, die bo venaan een nieuwe pagina begint. Welke mening is juist? AntwoordUw mening is inderdaad juist. Bij aflossing behoeft alleen de pagina van de éérste aflossing gezegeld te zijn, de overige niet. 40

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 16