De pionier van Hollands lantlbomv spaaropvoeding tot doel heeft, maar die de spaarder als zodanig wil aantrekken. Want de achtergrond van het jeugd- en schoolsparen blijft toch altijd nog de vakjesindeling van de spaarders, die er ten dele mede door wordt be oogd. Het is begrijpelijk, dat onze boerenleenbanken als regel de meeste interesse hebben voor die propaganda, die nu of later een behoorlijke ver hoging van het ingelegde tegoed tot gevolg kan hebben. Dat wil niet zeggen, dat men het sparen als sociale doelstelling onderschat, integendeel. Maar naast die sociale doelstelling staat de on verbiddelijke eis, dat er kapitaal verschaft dient te worden voor de credietverstrekking. En dat betekent, dat men in de eerste plaats het oog- gericht houdt op hen, die als spaarder van vol doende importantie zijn of kunnen worden. Dit inzicht is ook verklarend voor de rustige dege- lijkheid, die van onze banken moet uitgaan. De plattelander is van ouds een goede spaarder en hij heeft de boerenleenbank in het algemeen op prijs leren stellen door eigenschappen, die op zichzelf een propaganda inhouden. De gemakkelijke opvraagbaarheid der gelden, de geringe administratieve rompslomp, de ver trouwelijke behandeling, de veilige rustige sfeer zijn alle motieven, die meespreken en die dikwijls tot gevolg hebben, dat men zijn geld liever bij de spaarbank van de boerenleenbank laat staan dan er een meer rendabele maar min der goed te beoordelen belegging voor te zoe ken. In het lawaai van de moderne tijd moeten we zorgen, dat onze naam en ons werk in de aan dacht blijven. Daartoe zal een regelmatig ge bruik van passende propagandamiddelen van belang zijn. Daarnaast moeten wij ons eigen karakter bewaren en zelfs versterken als dit mogelijk is. Dat karakter is ontstaan in de tijd toen de spaarder heel gemoedelijk bij de kassier aan huis kwam. Soms was er zelfs geen kantoor ruimte, maar men behandelde de zaken vertrou welijk en buiten het gehoor van anderen. Ook toen er later een kantoorruimte was, bleef het gebruikelijk, dat kassier en cliënt aan weers zijden van de tafel gingen zitten. Zelfs bij druk kere banken heeft men dit systeem gehandhaafd, al moesten er lichtsignalen worden aangebracht om een snellere roulering te verkrijgen. Sinds dien heeft het een punt van overweging uitge maakt, in het bijzonder wanneer er een nieuw kantoor werd ingericht, op welke wijze de spaarder zou worden ontvangen zonder het tijd verlies te groot te maken. Immers, het gezellig aan één tafel zitten had ook z'n bezwaren, zo wel uit veiligheidsoogpunt als uit een oogpunt van efficiency. Veelal lost men het vraagstuk op door het maken van een niet gehorige af gesloten loketinrichting (box of cel te noemen), al of niet voorzien van lichtsignalen. Een enkele maal wordt bij een drukke bank nog de oude stijl gehandhaafd, aangezien het publiek het prefereert. De praktijk wijst echter uit, dat het instellen van gesloten loketten geen overwe gende bezwaren met zich brengt. Uitsluitend open loketten is niet aan te bevelen, ten minste niet wanneer zich meer dan één per soon tegelijk daarachter kan bevinden, doch een combinatie van open en gesloten loketten kan zeer gunstig werken. Sommige banken hebben daar reeds ervaring van en kleine lopende za ken kunnen dan aan het open loket worden af gewerkt, hetgeen de snelheid bevordert. Voor vertrouwelijke zaken kiest het publiek vanzelf het gesloten loket, terwijl voor een langere be spreking meermalen een zijvertrek ter beschik king is. Door opschriften boven de loketten of boxen wordt ook wel tevoren een schifting in de te behandelen zaken gebracht. Het is opmerkelijk, dat ook de Rijkspostspaar bank het nut van de vertrouwelijkheid als pro pagandamiddel heeft ingezien en men overweegt ook hij een aantal postkantoren het inbouwen van boxen, speciaal voor de spaarders ten einde „geheimhouding" te bevorderen. Maar boxen of niet, het blijft altijd van de man achter de tafel of het loket afhankelijk welke toon er heerst, hoe vlug er gewerkt wordt en welke uiter lijke waardering er bestaat voor de spaarbank. Ook dit is een facet in de spaarpropaganda. (slot) Over de armoede in de diluviale streken van ons land liet de studiereis Jan Kops geen enkele twijfel. In de Meijerij van Den Bosch ver toonde zich zoals Kops schrijft „de armoede der landbouwers aan hun vervallen lemen hut ten en schuren"in Twente trof hij boeren aan „ongehavend en slordig, wat in hunne woning, schuren en mestvaalt zichtbaar is." Het on- O O 34

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 10