De pionier van Hollands landbouw
(vervolg)
De individualisering van de landbouw, die een
gevolg was van de verhoogde productie voor
de markt in stede van de vroegere, meer op
zelfvoorziening gerichte voortbrenging, ging nu
individuele beschikking eisen van de agrarische
ondernemer over de grond.
In dit verband dient ook gewag te worden ge
maakt van een economische structuurverande
ring van de Nederlandse republiek. Zij was ge
weest een generale stapelmarkt, doch in de 18e
eeuw kwamen concurrerende stapelmarkten op
Londen en Hamburg. Ook de economische zelf
genoegzaamheid van de Europese landen werd
groter, waardoor deze de bemiddeling van een
stapelmarkt niet meer behoefden.
Het valt te begrijpen, dat onder deze omstandig
heden andere elementen van ons nationale be
drijfsleven, zoals landbouw en veeteelt, in
waarde gingen stijgen.
De belangstelling welke, ook van overheids
wege, voor landbouw en veeteelt in het laatst
van de 18e eeuw werd getoond, nam nog in in
tensiteit toe, toen ons land in 1795 en volgende
jaren onder Franse heerschappij geraakte en
steeds scherper van de zee werd gescheiden,
waardoor koopvaardij, handel en nijverheid
kwijnden.
Het was juist in deze tijd,, dat Jan Kops meer
en meer op de voorgrond trad bij de overheids
bemoeiingen ten opzichte van de landbouw. Wij
vermeldden reeds, dat het voeren van een goede
agrarische politiek door de overheid slechts
mogelijk was bij een gecentraliseerd bestuur en
een goed ambtenarencorps, terwijl anderzijds
door de overheid beschikt diende te worden
Slotopmerking
Het spreekt vanzelf, dat de meeste besturen wel
op de hoogte zijn met eventuele trage betalers.
Nieuw benoemde functionarissen zullen door
lezing van de hierboven geschetste behandeling
van zaken hun inzicht naar wij hopen be
langrijk kunnen verhelderen.
Overigens bedenke men,, dat het doorlopen van
alle posten (voorschotten en credieten) in een
gecombineerde vergadering van bestuur en raad
van toezicht toch minstens éénmaal per jaar
dient te geschieden.
over degelijke kennis van de toestanden in
landbouw en veeteelt.
In 1800 deed de regering een gelukkige greep
door de benoeming van Jan Kops tot commis
saris van de zaken van de landbouw. Dit ambt
laat zich vergelijken met dat van directeur-
generaal. Zijn taak was o.m. het verzamelen van
„statistieke" kennis van de landbouw. Onder
statistiek verstond men toendertijd iets anders
dan thanstoen bedoelde men ermede econo
mische beschrijving. Kops moest zich dus een
grondige kennis van het geheel van de Neder
landse landbouw eigen maken. Hij moest weten
welke de betekenis van de landbouw was voor
de voedselvoorziening en voor de uitvoer.
Kops besefte zeer goed, dat hij zonder een amb
telijk apparaat nagenoeg machteloos stond.
Bekwaam en werkzaam als hij was, begon hij
dan ook met grote voortvarendheid aan de op
bouw van een dergelijk apparaat tot regeling
van alle landbouwkwesties, waarmede de rege
ring te maken had. En dit waren er vele.
liet overgrote deel van Nederlands cultuur
grond heeft zijn bruikbaarheid eerst verworven
door doelbewust menselijk ingrijpen. Een pro
ces, dat 'zich van de duistere vóórtijden onzer
geschiedenis af ononderbroken heeft voortge
zet een ontwikkeling, waarin het heden slechts
een willekeurig rustpunt is.
In deze lange keten van gebeurtenissen vormt
de vestiging van de eenheidsstaat wel een mar
kant feit. De werken immers, waarover het
hier gaat, zijn niet zelden van nationale strek
king en slechts door nationale hulpmiddelen
door een centraal gerichte regeerkracht te onder
nemen. En ook, waar men te doen heeft met
individuele activiteit in het klein,, kan deze wor
den beïnvloed door een algemene politiek en
door nationale maatregelen ter bevordering en
ondersteuning.
De eenheidsstaat schept vooreerst een algemene
waterstaat: verbeterde mogelijkheid dus tot het
ondernemen en doen ondernemen van grote
waterstaatswerken, rechtstreeks of zijdelings
dienstig aan de landaanwinning. In de tweede
plaats een algemeen domeinbestuur en hierdoor
activering van dit bestuur, zich weliswaar
kenmerkend door een versterkt fiscale neiging,
maar ook door een meer doortastend en doel-
9