(zie Raiffeisen-Bode van Mei 1952). In '97°
zal de uitvoer in vergelijking met thans in
waarde moeten zijn verdubbeld, wil Nederland
in staat zijn de benodigde invoer te betalen. Dit
betekent in prijzen van 1951 een toeneming van
7500 millioen of gedurende 19 jaar een toe
neming van gemiddeld 400 millioen per jaar.
Ook de landbouw zal daartoe bet zijne moeten
bijdragen.
Noodzaak van spreiding
De agrarische export heeft zwakke kanten. Zij
is voor enige belangrijke producten zeer een
zijdig op enkele Europese landen gericht.
Eieren gaan voor 85 °/c naar Duitsland. Ook
voor groenten en fruit zijn we te zeer op Duits
land aangewezen. In bet algemeen zijn we te
veel op Europese markten ingesteld en zoeken
we nog te weinig naar mogelijkheden overzee.
Een belangrijke uitzondering is gecondenseerde
melk, een product, dat van oudsher naar verre
streken wordt gezonden.
Het wordt ons ook niet gemakkelijk gemaakt.
De Verenigde Staten, die zulke grote voorstan
ders zijn van bet opruimen van handelsbelem
meringen in Europa, zetten onze kaasinvoer de
voet dwars. Gelukkig is er juist dezer dagen
enige verlichting in de invoerbelemmerende be
palingen gekomen. Tot algehele opheffing van
de restrictie heeft het Congres ondanks het aan
dringen van president Truman echter niet wil
len besluiten.
De directeur-generaal van de Voedselvoorzie
ning, Dr. Louwes, heeft op de jaarvergadering
van de Nederlandse vereniging van Kaasexpor
teurs de dwingende noodzakelijkheid van sprei
ding van de export op zuivelgebied met kracht
bepleit. Voor de oorlog is gebleken hoe gevaar
lijk de situatie is als de zuivelexport in hoofd
zaak afhankelijk is van een klein aantal grote
afnemers. Voor verdeling van het risico zal
men zich moeten toeleggen op uitbreiding van
de export naar een groot aantal kleinere afzet
markten. Overal ter wereld moet getracht wor
den nieuwe markten te vinden en reeds aange
boorde afzetgebieden tot grotere ontwikkeling
te brengen. De opkomst van vroeger onontwik
kelde gebieden en de stijgende levensstandaard
van vele Oosterse volken is hierbij van grote
betekenis.
De heer Louwes wees verder in het bijzonder
op het wereldtekort aan dierlijke eiwitten. Voor
dit tekort is slechts aanvulling te vinden in de
eiwitten, in kaas en consumptiemelk.
De spreker zag hierin goede mogelijkheden
voor de afzet van de Nederlandse zuivelproduc-
tie. Zolang aan de vraag naar vlees niet kan
worden voldaan, vreest hij geen daling in de
verkoopmogelijkheden van kaas, poeder en
condens.
De Europese Betalingsunie, die op 1 Juli 1950
in werking trad en voor twee jaar werd aange
gaan,, zal worden gecontinueerd. Zij werd in
gesteld om een terugkeer naar een vrij handels-
en betalingsverkeer van de Europese landen
mogelijk te maken. Het weekblad „Economisch-
Statistische Berichten" merkt naar aanleiding
hiervan o.m. het volgende op
De inschakeling van de betalingsunie voorkwam
het treffen van beschermende handelspolitieke
maatregelen, welke dikwijls van betalings
balansmoeilijkheden het gevolg zijn. Maatrege
len. te gevaarlijker omdat ze zeer aanstekelijk
werken. Juist tegen een terugkeer tot de bilate
rale handel en ten behoeve van een toenemende
liberalisatie van het handelsverkeer is de E.B.U.
gericht. Hierin is zij in belangrijke mate ge
slaagd, zij het ook, dat in incidentele gevallen
West-Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en
Nederland onder druk van de betalingsbalans
moeilijkheden tot een beperking van de invoer
moesten overgaan. Inmiddels hebben Duitsland
en Nederland hun restricties weer opgeheven.
Bij de besprekingen over de voortzetting van
de Europese betalingsunie zijn twee belangrijke
vragen onder ogen gezien. Het betrof de om
vang van de goud- en dollarreserves van de unie
en de positie van België. Amerika is niet be
reid een bijdrage tot versterking van de reserves
te geven. Besloten is nu, dat een garantiefonds
van 100 millioen dollar zal worden ingesteld,
waarop een beroep zal worden gedaan wanneer
de reserves beneden 100 millioen dollar zullen
dalen. De aan de unie deelnemende landen zullen
hierin naar rato van hun quota bijdragen.
Verder heeft men een oplossing gevonden voor
België, dat ten aanzien van de unie in een ex
treme crediteurpositie staat. De Belgen hebben
een groot overschot in de handel met de Euro
pese landen en kweken daardoor een grote vor
dering op de E.B.U. De consequente afrekening-
van deze vordering in goud of dollars zou be
tekenen,, dat België zijn zeer omvangrijke dol
lartekort zou gaan verdienen door export binnen
Europa. Het is duidelijk, dat dit nimmer de be-
E.B.U. verlengd
5