pelt je guldens en rijksdaalders toen nog een feestelijk gezicht! Dat waren de jaren van „klinkende munt". Geen wonder, dat men tegen woordig per giro betaalt. Er zit helemaal geen „muziek" meer in dat geld De telbakjes zijn ten dele waardeloos geworden, maar een onzer kassiers heeft een andere doel treffende methode. Zijn zoon (is-t-ie vijf jaar?) heeft een mathematische aanleg. Bijgevolg heeft papa een carton gemaakt, waarop 5 x 10 vakjes voorkomen. Zoonlief mag het kleingeld sorteren en schuift dat per soort mooi in het gelid in de vakjes. Is het carton gevuld, dan klapt hij in zijn handen en papa heeft weer snel een rolletje van 50 stuks klaar. Om het boerenleenbankwezen ook hij jongere mensen bekend te maken, beschikken wij over een brochure „Doel en betekenis van de coöpe ratieve boerenleenbank". De kassier van de bank te Veenendaal had een 50-tal dezer bro chures beschikbaar gesteld voor de leerlingen van de landbouwschool en heel toevallig werden bij het daarna volgende examen verschillende vragen gesteld over het landbouwcrediet. die de jongelui, mede dank zij de brochure, goed konden beantwoorden. De tweede prijs Ter gelegenheid van een plaatselijke festiviteit werd er in Sleen (Dr.een wedstrijd gehouden in het versieren van gebouwen en huizen. De boerenleenbank deed daaraan mee met een con tourverlichting van het bankgebouw. Onder de nok van het dak waren twee grote geschilderde emblemen opgehangen, die goed verlicht werden en op verre afstand zichtbaar waren. Met genoegen vermeldde de kassier, dat dit een tweede prijs opleverde, waaruit een behoorlijk deel van de onkosten kon worden bestreden. Het komt nog wel eens voor, dat er een nieuw bankgebouw wordt gezet. Zo iets doet men niet elke dag. Nog sterker zelfs: het bestuur van een boerenleenbank zal dat als regel voor de eerste en de laatste keer doen. Ervaring heeft men er dus niet mee. en dikwijls heeft de architect dat ook niet, vooral niet indien hij niet is gespecialiseerd in bankgebouwen. Het gevolg is, dat er altijd kleine fouten worden ge maakt, die men pas achteraf bemerkt en die alleen met veel kosten en moeite hersteld kunnen worden. Daar is bijvoorbeeld de kluis, die van beton wordt gemaakt en daardoor vooral in de eerste tijd lang vochtig blijft. Het hangt dan van de ligging van die kluis af of de vochtige lucht is af te voeren, al of niet met gebruikmaking van hulpmiddelen. Men dient dit probleem terdege van tevoren te bezien, omdat het achteraf zeer hinderlijk kan zijn. De boeken gaan dan be schimmelen, banden laten los, metalen kasten gaan roesten en andere verschijnselen treden op, hetgeen alles tot ergernis aanleiding geeft. Een veelvuldig voorkomend euvel is de accou- stiek in de kantoorruimte. Door de gladde ge pleisterde wanden, vloeren en zolderingen en door het geringe gebruik van gordijnen en vloerkleden kan er een hinderlijke galm ont staan in de kantoorruimte, soms zó erg, dat men moeilijk met elkaar kan spreken. Het gebruik van een bepaald soort board aan het plafond en een bepaalde bewerking van de wand kan zulks voorkomen. Wij willen in deze luttele wenken niet technisch trachten te zijn. Dat moet de architect zijn, doch het is goed kennis te nemen van ervaringen elders en vooral om contact op te nemen met de Centrale Bank. Een ander voorkomend euvel is ditmen laat boxen maken voor de loketten, omdat de cliën ten het op prijs stellen persoonlijk geholpen te worden. Die boxen moeten dus niet gehorig zijn. En toch hebben wij het meegemaakt, dat men achteraf de gehele wand van deze ruimten opnieuw moest bekleden met een geluiddempend middel zonder dat het afdoend resultaat gaf. Ook op het gebied van verlichting, verwarming, luchtverversing, vloerbedekking, ruimte-inde ling, enz. kunnen tal van opmerkingen worden gemaakt, die misschien zouden kunnen leiden tot het samenstellen van een handboek voor de bouw en de inrichting van bankgebouwen. Nog maals, dit laatste is niet de bedoeling', maar men overwege ieder onderdeel met de grootste zorg vuldigheid. Bouwen is duur en meestal onher roepelijk, want men kan als regel niet meer veranderen wat eenmaal is opgetrokken. Doel en betekenis De practijk bij nieuwbouw

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 13