financieren (consumptief sparen). Kapitaalvor
ming is dus niet het directe doel, al zal er uit
de overschotten van de afhaaldienstert enige ka
pitaalvorming plaats vinden. Voor onze hanken
zou het gevaar kunnen hestaan, dat deze kapi
taalvorming wordt overschat, zoals dat ook wel
gebeurt met een zich sterk uitbreidend rekening-
courantverkeer (hetgeen zo straks aan de hand
van enkele cijfers zal worden aangetoond).
In 1905 was het de Spaarbank te Rotterdam,
die het Duitse voorbeeld overnam en later volg
den nog een aantal Nutsspaarbanken, zodat er
in 1949 'n ons kmd 17 Nutsspaarbanken waren
i met een afhaaldienst. De Spaarbank te Rotter
dam was inmiddels weer afgevallen.
Uit dit kleine getal en uit de langzame ontwik
keling zou men reeds kunnen afleiden, dat ook
hij deze spaarbanken de afhaaldienst niet ge
makkelijk werd aanvaard. In het „Vakblad voor
Nederlandse Spaarbanken" werd in 1949 een
artikel afgedrukt van de heer J. 1 romp, welk
artikel ons verschillende waardevolle gegevens
verschaft omtrent deze materie,
liet blijkt o.a., dat de bestaande afhaaldiensten
a]le in kleinere of grotere steden werken en niet
op het platteland. Het is eerder de arbeiders
bevolking in de stedelijke sfeer, die door deze
diensten wordt benaderd, dan de meer zelfstan
dige plattelander, voor wie het sparen een ge
heel andere en ruimere betekenis heeft. Op
nieuw valt hierdoor de nadruk op de sociale
functie van de afhaaldienst.
Van de 16 bestaande afhaaldiensten was in
1947 bekend, dat daarbij 47.282 deelnemers
waren aangesloten. Het aantal afgehaalde be
dragen was in dat jaar 1.501.548 en het aantal
posten van terugbetaling bedroeg 250.777, te
zamen dus 1.752.325 boekingsposten.
Het totaal van de inleg bedroeg in 1947
9.399.678,— terugbetaald werd 7.632.129,—
zodat er een belegd saldo overbleef van
1.767.549, zijnde 1,per boekingspost.
Hieruit blijkt wel, dat er zeer veel arbeid wordt
verzet, die uiteraard zoveel mogelijk gerationa
liseerd moet worden en dat het netto spaarresul-
taat verhoudingsgewijs zeer gering is, doordat
het overgrote deel der afgehaalde gelden weer
wegvloeit.
Waar een boerenleenbank haar spaargelden
moet beschouwen als grondstof voor haar cre-
dietverlening, zal zij een verloop, als hierboven
geschetst, in het geheel niet toejuichen, temeer,
daar de service in het rekening-courantverkeer
onze banken al min of meer voor dezelfde pro
blemen stelt, althans wat de kosten betreft.
Want aan gelden in lopende rekening kan als
regel geen stabiel karakter worden toegekend,
hetgeen echter bij onze spaarbanken juist wèl
het geval moet zijn.
De heer Tromp voornoemd gaf in zijn artikel
ook weer, dat door de afhaaldienst een grote
groep kleine luiden wordt bereikt, die anders
in het geheel niet zou sparen. Aan deze mensen
wordt dan een morele steun gegeven, die te ver
gelijken is met de inningsmethode van spaar
kassen, doch die hen vrijlaat in de aanwending
van hun geld.
Aangaande de werkwijze van de afhaaldienst
kunnen wij zeer kort zijn, omdat deze bij onze
overwegingen van minder belang is. Wèl van be
lang zijn de aan de afhaaldienst verbonden kos
ten. Aan één of meer boden, die het geld aan
huis afhalen, moet loon worden uitbetaald en
daarnaast zullen bijzondere administratiemid
delen moeten worden aangeschaft, al kunnen
die ook zo eenvoudig mogelijk worden gehou
den. Voorts vraagt de administratieve verwer
king extra salariskosten en een aandeel in de
algemene onkosten en dat alles bijeen is niet ge
ring.
Rij middelgrote afhaaldiensten (van tooo tot
3000 deelnemers), die over een aanzienlijk te
goed beschikken, en die in de gunstigste om
standigheden blijken te verkeren, bedragen de
kosten ongeveer t van het inleggerstegoed.
Bij andere diensten loopt dat tot 8 °/c. Tn dit
laatste percentage zijn dan alle kosten begrepen,
die uit de afhaaldienst voortvloeien.
Aan deze kostenfactor is de consequentie ver
honden, dat dergelijke diensten geen of een ge
ringe rente kunnen vergoeden en dan nog moe
ten ze verlies opleveren. Er is zelfs een afhaal
dienst, die de kosten op haar deelnemers ver
haalt tot een maximum van 2,per jaar.
Het onderwerp „afhaaldienst" zou op veel bre
der basis behandeld kunnen worden, doch dan
zouden uiteindelijk toch dezelfde feiten naar
voren springen. Feiten, die voor onze boeren
leenbanken een te groot beletsel vormen om een
afhaaldienst in te stellen. Het is, kortweg ge
zegd, de tè grote kostenfactor, die door een te
geringe kapitaalvorming moet worden gedra
gen, waardoor het geld als credietgrondstof te
duur wordt. Zou het ingelegde tegoed niet in
een snel tempo grotendeels weer wegvloeien,
dan was een deel van de kosten misschien aan
vaardbaar. Wij kunnen ons een dergelijke gang
van zaken voorstellen bij het contractueel spa
ren zonder betalingsservice, zoals de afhaal
diensten die bieden. En die zij moéten bieden
o
11