Van onze boekentafel Gaarne willen wij op deze plaats de aandacht vestigen op een onlangs verschenen boek van Prof. Dr. D. H. Wester, welk boek de titel draagt ,,De toekomst van onze samenleving". De schrijver toont in dit boek op een voor ieder bevattelijke wijze aan, dat onze huidige samen leving belaagt wordt door verschillende gevaren, die, indien wij ons niet allen tezamen inspannen, kunnen leiden tot een de gehele wereld omvat tende catastrophe. De schrijver denkt daarbij niet aan een totale oorlogsuitbarsting, doch aan het stille, maar daardoor des te verraderlijker gevaar dat het bevolkings-, voedings- en grond stof fenprobleem vormt. De schrijver begint met aan te tonen, dat onge veer -kj van de wereldbevolking te weinig voedsel ontvangt, terwijl de helft der aardbewo ners zich in hongersnood bevindt. Naast de voor de hand liggende menselijke motieven om hierin zo spoedig mogelijk verbetering te brengen, wijst de schrijver er op, dat men zich er in het huidige tijdsbestek wel ter dege rekenschap van mag geven, dat in het bijzonder daar, waar ge brek aan voedsel is, het extremisme welig tiert. Direct hierop aansluitend wordt dan het pro bleem van de overbevolking van de wereld behandeld. We noemen alleen maar de volgende cijfers: in 1900 bedroeg de wereldbevolking 1552 millioen èn in 1949 reeds 2378 millioen, dat is dus in nog geen eeuw tijds een stijging van 826 millioen. Het is vooral deze snelle toe neming van cle wereldbevolking, die de schrijver de nuchtere vraag doet stellen: Waar moet dit op den duur naar toe? Indien we thans reeds niet in staat zijn de wereldbevolking voldoende te voeden, hoe moet dit dan in de komende tijden gaan? Naar de mening van Prof. Wester is de wat hij noemt explosieve bevolkingsaanwas niet het gevolg van stijging' van de geboortecijfers, maar van daling van de sterftecijfers, dit laatste als gevolg van de steeds beter wordende medische en hygiënische verzorging. Overbevolking en ondervoedingdeze beide leiden tot opvoering van de bodemproductie. Tot zekere hoogte, in het bijzonder door het gebruik van kunstmeststoffen, is men daarin wonderwel geslaagd. Toch blijkt, aldus de schrijver, steeds duidelijker, dat deze opvoering van het natuurlijk voortbrengingsvermogen van de grond ook een schaduwzijde heeft. Men mergelt de bouwgrond uit. Deze komt in een toestand van moeheid, van uitputting. Naast de bodemmoeheid neemt ook de bodemerosie in de laatste tijd onrustbarende vormen aan. In een uitvoerig hoofdstuk ,,Hoe raken wij uit de impasse?" geeft de schrijver dan verschil lende maatregelen aan, die naar zijn mening verbetering zonden kunnen brengen. De plaats ruimte laat ons niet toe deze alle op te sommen, maar het is wel zeer frappant om te lezen, welke enorme hoeveelheden voedsel jaarlijks verloren gaan door bederf, door insecten, door ratten en door vermorsing Verder spreekt de schrijver over intensivering der voedselproductie, o.a. door intensievere bodembewerking, over rationeler bebouwing, over bestrijding der erosie, over grondherstel en grondconservering en over nog in cultuur te brengen gebieden. Ten slotte volgt nog een hoofdstuk over het grondstoffenprobleem, in hoofdzaak over de wijze, waarop de wereld de grondstoffen ver bruikt en een schatting van de nog aanwezige grondstoffen. Met een slotbeschouwing eindigt dit boek, dat, zoals de schrijver zelf opmerkt, geen opwek kende lectuur geeft, maar dat de grote verdienste heeft op zeer begrijpelijke wijze deze grote en ernstige problemen onder de aandacht van velen te brengen. De heer Dr. Ir. S. L. Louwes, directeur-generaal van de voedselvoorziening, schreef enkele woor den ter inleiding' van dit boek en wij onder schrijven ten volle zijn slotwoorden: ,,Dat de schrijver met dit boek poogt velen wakker te schudden, moet ten zeerste worden toegejuicht en het ware te wensen, dat hij daarbij een groot succes boekt." Rest ons nog te vermelden, dat het boek is uit gegeven door Martinus Nijhoff te 's-Graven- hage en dat de prijs 4,75 bedraagt. Wij schreven hierboven, dat Prof. Wester als één van de middelen om te komen tot vergro ting van de voedselproductie noemt een inten sievere bewerking' van de bodem. Het is mede daarom, dat wij in deze rubriek met genoegen nog willen wijzen op een ander geschrift en wel op het werkje Ruilverkave ling" van Ir L. IIBouwman. Immers ruilverkaveling is een van de belang rijkste verbeteringsmaatregelen van de grond. Nu willen wij geenszins beweren, dat onze lezers niet of niet voldoende bekend zouden zijn met 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 21