FINANCIEEL OVERZICHT
De tegenstelling tussen de ontwikkeling op de
geldmarkt ener- en de kapitaalmarkt anderzijds
heeft zich in de afgelopen maand toegespitst
Terwijl de middelen, welke aan de geldmarkt
werden toegevoerd, steeds in omvang toenamen,
was er op de kapitaalmarkt van een overvloedige
positie nog steeds weinig te bespeuren. Het
tegendeel is op de markt voor lang lopende
leningen (gelijk men weet wordt de kapitaal
markt ook wel aldus aangeduid) nog altijd het
geval. De geldmarkt, waaronder wordt verstaan
de markt, waarop zich de transacties in leningen
met zeer korte looptijd afspelen, is daarentegen
zeer ruim.
Die ruimte aan gelden, die voor belegging op
zeer korte termijn beschikbaar zijn in de
theorie wordt de grens voor kortlopend schat
kistpapier op één jaar gesteld vloeit recht
streeks voort uit de gestadige deviezenaanwas
naar Nederland, een ontwikkeling, welke nu
reeds sedert September van het vorige jaar
plaats vindt. Op haar beurt is die toevloeiing van
buitenlandse betaalmiddelen weder het gevolg
van het feit, dat ons land, zij het mede dank zij
de nog' niet geheel geëindigde Marshall-hulpver-
lening, een overschot in het betalingsverkeer
met het buitenland heeft.
Men weet, dat de betalingsverhouding tegen
over het buitenland tot September van 1951
ongunstig is geweest, omdat het handels- en
val is moet dit ten sterkste worden afge
raden.
Onzerzijds kan het gebruik van een hand
tekeningstempel voor dit geval niet worden
toegestaan.
Vergissing bij stemming
Vraag: Is het nog te herstellen, indien achteraf
wordt medegedeeld, dat een van de stem
mers bij vergissing vóór in plaats van tegen
gestemd heeft?
Deze stem was juist beslissend voor de uit
slag.
Antw.: Naar onze mening kan het betrokken
lid, dat beweert zich bij de stemming te heb
ben vergist, op die vergissing geen beroep
doen. De stemming heeft plaatsgevonden en
de uitslag daarvan staat vast en is verbin
dend.
betalingsverkeer met de andere landen tot dat
tijdstip een nadelig saldo liet. In het najaar is
daarin toen een ommekeer gekomen. Aanvan
kelijk werd gemeend, dat die verbetering zich
slechts enkele maanden zou kunnen handhaven,
daar zij grotendeels op rekening werd geschre
ven van de hoge landbouwexport in de laatste
maanden des jaars, welke export uiteraard een
seizoenkarakter draagt. Nu de overschotten in
het betalingsverkeer met het buitenland zich
echter sinds genoemde maand steeds hebben
gehandhaafd, moet hieruit wel de gevolgtrek
king worden gemaakt, dat de positie van Neder
land zich fundamenteel heeft verbeterd, zelfs
indien men er rekening mede houdt, dat de
deviezenaanwas in het lopende jaar van maand
tot maand kleiner is geworden.
Die deviezenaanwas is maar één kant van de
medaille. De andere kant daarvan is de geld-
ruimte hier in het binnenland, die zich weer
spiegelt in stijgende tegoeden hij het bankwezen
in de eerste plaats en in een record-tegoed van
het Rijk bij de Nederlandsche Bank in de tweede
plaats. Het zal duidelijk zijn, dat tegenover hel
overschot aan buitenlandse betaalmiddelen, dat
ten gunste van de particuliere banken of de
centrale bank ontstaat, tegoedschrijving in gul
dens moet plaats hebben ten gunste van degenen,
die door hun transacties bedoelde toevloeiing
naar ons land hebben bewerkstelligd. Ten dele
houdt deze deviezenaanwas, naar ook in het
jaarverslag van de Nederlandsche Bank wordt
opgemerkt, stellig' verband met de afwikkeling
van te voren tijdens de Koreaanse hoogspan
ningsperiode aangelegde grote voorraden. Tom-
een ander deel spruit die deviezenstroom echter
ook voort uit het batig saldo, dat het diensten
verkeer oplevert. I11 het zo juist genoemde jaar
verslag' wordt opgemerkt, dat de netto baten uit
het dienstenverkeer (scheepvaart, toerisme, enz.)
in 1951 voldoende zijn geweest 0111 bijna 15
van de goedereninvoer te betalen. Wanneer
rnen nu ziet, dat de maand April zelfs een uit-
vceroverschot heeft opgeleverd van 7 millioen
en dat in die maand de invoer voor 101 door
de uitvoer werd gedekt en de totale invoer ge
durende de eerste vier maanden van het lopende
jaar voor 95 door uitvoer was gedekt, wordt
het onmiddellijk duidelijk hoe het komt, dat de
betalingspositie van ons land zodanig is, dat
hiervan een aanhoudende toevloeiing van devie-
15