UIT DE PRAKTIJK emigranten: 1921 personen in 1950 tegen 4006 in 1951. Ook vanuit de provincies Overijssel en Gelder land vertrokken tweemaal zoveel emigranten als in 1950. Overijssel l 1 14 in 195° en 2°55 'n 1951, Gelderland resp. 1643 en 3016. De provincie Utrecht vertoont slechts een ge ringe stijging: 1036 tegen 1762. De Zuidelijke provincies daartegenover blijven, ondanks een zekere stijging van het totaal der emigranten per provincie, achter bij de ontwik keling in de andere provincies. Zo werd de pro vincie Noord-Brabant in het totale cijferbeeld van 1951 in vergelijking met dat van 1930 van de derde naar de vierde plaats verdrongen door de provincie Friesland. De emigratie van de Groningers, briezen, Overijsselaars en Drenthen bleef in 195F even als in 1950, voornamelijk gericht op Canada. Bleef voor Zuid-Holland de emigratie, gericht op Australië, vrijwel gelijk, die naar anada heeft zich verdrievoudigd. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor Noord-Holland. Opmerkelijk is de emigratiegerichtheid van de provincie Noord-Brabant. Bleef haar emigratie- cijfer voor Australië vrijwel gelijk, zij verdub belde haar cij fer voor Canada en verviervou digde dat voor Nieuw-Zeeland. In liet algemeen kan gezegd worden, dat de emigratie naar Canada de verwachtingen ruim schoots heeft overtroffen. Voor 1951 werd ge rekend op 13 a 14.000 emigranten, in werkelijk heid waren het er 18.604. Onmiddellijk na Canada volgt Australië als voornaamste emigratiegebied 10.41)4 personen in 1931waarna volgen Nieuw-Zeeland (3187) en Zuid-Afrika (2588). Tegenover een slechts geringe stijging van het aantal emigranten naar Australië staat, dat het aantal naar Nieuw-Zeeland emigrerende perso nen zich verzesvoudigd heeft. De provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant leverden 2/3 van het aantal emigranten naar dit land. De emigratie naar Zuid-Afrika verdubbelde zich, die naar de erenigde Staten van Amerika vertoont een geringe daling (1931 2262). De emigratie naar de overige landen buiten Europa was aan geen aanmerkelijke verande ring onderhevignaar Brazilië vertrokken in 1931: 281 personen, naar Argentinië 132 en naar andere landen buiten Europa 13- Schoolsparen Aan alle banken met een school- of jeugdspaar- bank is thans een overzicht gezonden van het schoolsparen per 31 December 1951. (Tok aan andere banken zal dit overzicht gaarne op verzoek worden toegezonden. Het aantal banken met een schoolspaarbank bedraagt mo menteel 182, waarbij 435 scholen zijn aangeslo ten. Met 500 kinderen naar Schiphei Aan de jeugdspaaractie .Vleugels voor Jan en Ineke" was een speciale attractie verbonden. Er was nl. van te voren bekend gemaakt, dat 500 trouwe spaarders een gratis reisje naar Schip hol zouden mogen maken en daar met hun ge leiders de gasten zouden zijn van de K.L.M. De voorbereiding van het uitstapje is volgens mededeling van de Nationale Spaarraad thans gereed en de dag is bepaald op Woensdag 9 Juli 1952. Een grote moeilijkheid was het aanwijzen van de 300 deelnemers uit de circa 300.000 jeugdige spaarders, die bij verschillende spaar- instellingen zijn aangesloten. Daartoe is een ver deling van de provincies toegepast over de ver schillende spaarinstellingen en wel naar ver houding van het aantal jeugdspaarders, dat bij die instellingen is aangesloten. Uit iedere provincie konden dan twee groepen van 23 kinderen worden afgevaardigd. Op deze wijze kreeg de Centrale Bank te Utrecht de provincies Friesland en Overijssel ter verzor ging. Uit deze provincies komen dus vier groe pen van 23 kinderen, die bij coöperatieve boe renleenbanken sparen. Uit de overige provin cies komen kinderen, die bij andere spaarinstel lingen sparen. Na een verdere selectie is ten slotte bepaald, dat de bovengenoemde 4 groepen zullen worden af gevaardigd door de coöperatieve boerenleen banken Dedemsvaart-Dorp, Noord-Oostelijke Polder, Roordahuizum en Leeuwarden N.K. O 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 9