i>elijh$e vMow-icvifop Adempauze In onze organisatie is in het afgelopen jaar veel gesproken over de Nederlandsche Bank en de maatregelen, voortvloeiende uit de bekende De credietbeperkende maatregelen zijn inmid dels per i April buiten werking gesteld,, het op nemen van duur geld bij de Nederlandsche Bank is niet meer nodig. De gunstige ontwikkeling van onze betalingsbalans en de omstandigheid, dat aan de expansie van de credietverlening door de banken een einde is gekomen, hebben de Nederlandsche Bank doen besluiten de nood maatregelen buiten werking te stellen. Men moet er echter wel op bedacht zijn, dat deze instel ling met grote nauwlettendheid de monetaire ontwikkeling blijft gadeslaan en dat zij een stevige greep op het credietbedrij f van de ban ken zal willen behouden. De wet, regelende het toezicht op de credietinstellingen, geeft haar daartoe vérstrekkende bevoegdheden. Het valt ie voorzien, dat er eerlang voorschriften zul len worden uitgevaardigd, die betrekking heb ben op de liquiditeit van de banken en die gren zen zullen stellen aan hun activiteit op het ge bied van de credietverlening. Het zal een hele kunst zijn deze voorschriften zo te formuleren, dat zij in harmonie zijn met de bijzondere positie en taak van de diverse soorten van bankinstel- 1 in gen. Dat kon, ondanks de tegemoetkomende houding van de Nederlandsche Bank, van de noodmaatregelen niet gezegd worden. We hebben nu door de gunstige keer der dingen enige adempauze gekregen en er kan rustig op de formulering van voorschriften van meer of minder blijvend karakter gestudeerd worden. De Nederlandsche Bank hecht aan credietcon- tróle wel grote waarde als het er om gaat de waarde van het ruilmiddel te verdedigen, beslis sende invloed kan echter met dit wapen niet worden uitgeoefend. Zo vatten wij althans de beschouwingen op, die hieromtrent in het pas verschenen jaarverslag der Bank over 1951 te liet komt nog dikwijls voor, dat de goedkeu ring van de algemene vergadering niet ge vraagd is. Men vergete deze formaliteit niet, ten einde later onaangenaamheden te voorkomen. lezen staan. De president stelt in zijn verslag de vraag aan welke oorzaken de golfbeweging van de economische gebeurtenissen in 1951 moet worden toegeschreven. Waren het slechts internationale, van buiten komende invloeden, die deze verandering veroorzaakten? W as het de psychologische invloed van het verloop van de internationale goederenprijzen, die van medio 1950 tot medio Februari 1951 zeer sterk waren opgelopen, maar die daarna eerst langzaam en van begin Mei af een snelle daling te zien gaven? Was het het moedige en ingrijpende regeringsprogramma, dat door het in Maart 1951 opgetreden nieuwe kabinet werd aange kondigd en ten dele onmiddellijk tot uitvoering werd gebracht, met zijn doelstelling van langs financiële weg te bereiken verbruiks- en inves teringsbeperkingen en de aan dit programma aansluitende actieve disconto- en credietpolitiek van de Nederlandsche Bank, die reeds in Sep tember 1950 was ingeluid, welke de omslag in de ontwikkeling van de verschijnselen teweeg bracht Of waren het wellicht andere, meer in het ver borgen werkende en uit de eigen ontwikkeling van het bedrijfsleven voortkomende krachten, die onafhankelijk van wat in het buitenland ge schiedde en onafhankelijk ook van het ingrijpen van de overheid of de centrale bank, onafwend baar tot een omslag moesten leiden, zoals 1111 eenmaal na elke aankoophausse een verzadi- gingsmoment moet optreden, al ware het slechts omdat de middelen ter financiering gaan ont breken Het verslag geeft ook een antwoord op deze vragen. Dit kan hier niet in zijn geheel worden opgenomen. De vraag of het regeringspro gramma van Maart 1951 het tot dusver bereikte- herstel heeft mogelijk gemaakt, moet tegelijk met ja en neen beantwoord worden. Ja, in zo verre, dat door het regeringsprogramma be reikt is, dat de Staat ondanks de verhoogde militaire lasten voor de eigen dienst in de meer uitgebreide zin geen beroep heeft behoeven te doen op geldcreatie. Ja, eveneens in zoverre de in het regeringsprogramma bevestigde restrictieve credietpolitiek van de Nederland sche Bank ertoe heeft bijgedragen, dat de cre- dietexpansie binnen enge grenzen bleef. Vragen Antwoorden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 4