Van onze boekentafel Van de bekende publicist op fiscaal gebied, spe ciaal wat de agrarische problemen betreft, Mr. Schiethart, verscheen het werkje mstberckcmng bij boekhoudende landbouw bedrijven" In 120 bladzijden vinden degenen, die de boek houding en belastingaangiften van landbouwers verzorgen, hier een betrouwbare gids, die hen op duidelijke en goed gedocumenteerde wijze over talrijke problemen en probleempjes, welke zij bij hun werk ontmoeten, in het bijzonder door de recente belastingherzieningen, zal heen- hel]>en. Op systematische wijze is de gehele stof behan deld. waarbij talrijke uitspraken betreffende administratief rechtelijke beslissingen worden aangehaald. Ken overzichtelijke inhoudsopgave vergemak kelijkt het terugvinden van de diverse onder werpen. Een enkele opmerking zouden wij willen maken over hoofdstuk TI, paragraaf 3, waarin de schrijver de waardeverandering van onroerende goederen, welke tot een landbouwbedrijf beho ren, behandelt. Voorzoveel deze verandering buiten de bedrijfsuitoefening is ontstaan, heeft zij geen invloed op de winst, d.w.z. op de fis cale winst. Voordeel bij overdracht kan dus geheel of ten dele belastingvrij zijn. Deze vrijstelling acht schrijver ook toepasselijk op gronden (en of opstallen), welke door een landbouwer voor belegging' van bedrijfsgelden zijn gekocht, maar welke niet in het eigen be drijf worden gebruikt, doch b.v. verpacht zijn. Zijn motief is, dat het betreffendeartikel slechts eist, dat zij behoren tot het bedrijfsvermogen. Naar onze mening is dit wel het geval met artikel 0 sub 4 (oud), doch de tekst van artikel 6 sub 2 (nieuw) dekt deze opvatting niet meer. De vrijstelling zal naar onze mening slechts voor bedrijfsmiddelen en niet voor alle bedrijfs activa kunnen gelden. - - Alvorens tot de eigenlijke inhoud van deze rubriek over te gaan, willen wij graag enkele algemene opmerkingen maken. Deze betreffen in de eerste plaats de jubilea. Het aantal van deze jubilea, dat ter kennis van de Centrale Bank wordt gebracht, is de laatste jaren zeer sterk toegenomen. Enerzijds verheu gen wij ons daarin zeer, maar anderzijds brengt dit voor ons ook wel eens moeilijkheden mede. Wij stellen er prijs op om aan de ons ter kennis gebrachte jubilea behoorlijk aandacht te scheu ken, maar dit moet ons dan ook inderdaad mogelijk zijn. Daarom hebben wij ons genood zaakt gezien te trachten ook ten aanzien van de jubilea enige ordening te verkrijgen. Wij zonden daartoe aan de aangesloten banken een circulaire (rubriek X no. 2 van 22 April 1952), waarin wij mededeelden voortaan alleen aandacht te kunnen schenken aan werkelijke jubilea (waaronder wij verstaan die van 25, 40 of 50 jaar) zowel van banken als van functiona rissen, mits deze tijdig aan ons werden mede gedeeld. Wij verzochten tevens ons voor 1952 te willen opgeven of er jubilea zouden zijn. Vele banken hebben ons dit reeds bericht en wij zijn hier erkentelijk voor. Dit maakt het ons mogelijk aan komende jubilea aandacht te schenken. Echter blijkt ons uit de ontvangen opgaven ook, dat onze bedoeling toch niet allerwegen geheel is begrepen. Onder de ontvangen opgaven toch bevinden zich nog verschillende, die betrekking hebben op het feit, dat een functionaris 31, 27 of 43 jaren zijn functie bij de bank heeft of zal hebben vervuld. Met nadruk verzoeken wij daarom nogmaals zich te beperken tot werkelijke jubilea; dat zijn dus die van 25, 40 of 50 jaar. Aan andere kan door ons geen aandacht worden geschonken. In het algemeen heeft men bij het doen van de opgave ook niet opgegeven of er redenen zijn om de jubilaris in verband met zijn bijzondere verdiensten namens de Centrale Bank een pas sende attentie te bewijzen. I Iet is ons namelijk niet altijd mogelijk om van Ctrecht uit te be oordelen of deze omstandigheden aanwezig zijn. Onder de verdere belangrijke feiten in het leven van de aangesloten banken en haar functiona rissen, waaraan wij gaarne aandacht willen schenken, noemen wijhet in gebruik nemen van een (nieuw of vernieuwd) kantoorgebouw en het afscheid nemen van functionarissen na een langdurige diensttijd. 18

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 18