FINANCIEEL OVERZICHT De ontw ikkeling op de kapitaalmarkt heeft zich in de afgelopen maand gekenmerkt door een opleving van de emissiebedrijvigheid voor leningen van publiekrechtelijke lichamen. Om bijzonder grote uitgiften is het daarbij welis waar niet gegaan, doch wel nam het tempo, waarin deze elkaar opvolgden, met het verloop van de maand toe. Het welslagen van de eerste 4/4 -leningen na de opheffing van het emissieverbod, dat tijdelijk in verband met de uitgifte van de nationale woningbouwleningen was afgekondigd, was blijkbaar een aanmoedi ging voor de bankiers op deze weg voort te gaan. Meende men ten tijde van de woningbouw- emissies nog, dat een rentevergoeding van 4'4 voor nieuwe leningen te laag moest wor den geacht normaal is immers, dat de voor waarden bij een emissie gunstiger zijn dan die. welke uit de beurskoersen kunnen worden afge leid -- en dat het welslagen van de woning bouwleningen vooral aan het bijzondere doel zowel als aan de bijzondere attractie van de voorkeurskaar ten te danken was, de latere ont wikkeling heeft aangetoond, dat overheids lichamen op basis van gemiddeld 4/4 per jaar voor lang lopende leningen terecht kunnen zolang zij ten minste maat weten te houden en zich richten naar de beperkte omvang aan liquide middelen, die thans voor belegging beschikbaar komen. I let is zeker geen toeval, dat de ondergrond van de beleggingsmarkt vaster wordt juist in dezelfde tijd, dat op de aandelenmarkt de deur voor nieuwe emissies vrijwel is dichtgevallen. Heide verschijnselen zijn niet anders dan de tegengestelde kanten van éénzelfde deflatie- medaille. Naarmate de aanwijzingen toenemen, dat de conjunctuur achteruitgaat, neemt de lust tot het aangaan van risico's af. hetgeen zich on middellijk op de aandelenmarkt aftekent. Dit gaat gepaard met een inkrimping van de te waarbij Uw cliënt de diaconie (secretaris penningmeester der diaconie) machtigt om over zijn tegoed bij de spaarbank te beschik ken. Tiet opmaken dezer volmacht zal echter tenminste 25,kosten met zich brengen. De eerste door ons voorgestelde oplossing is echter naar onze mening voldoende,, tenzij cliënt komt te overlijden voordat het spaar geld door de diaconie is opgenomen. voren aangelegde te grote voorraden en van de door het bedrijfsleven benodigde credieten. Dat alles loopt uit op een ontspanning op de goe derenmarkten, die zich weerspiegelt in een daling van het prijspeil, waardoor dus de koop kracht van het geld toeneemt. Ligt hierin dus in het algemeen reeds een be langrijke oorzaak voor de versterking van het vertrouwen in het geld, cles te meer is zulks het geval door het verloop van onze betalingsbalans, dat boven verwachting gunstig blijft zowel met betrekking tot de deviezenaanwas op zichzelf als wat betreft de periode, gedurende welke deze nu reeds aanhoudt. Terwijl begin 1952 nog algemeen op grond van het gebruikelijke verloop in het winterseizoen was aangenomen, dat de stijging van de devie zenvoorraad en de toeneming van de vordering op de Europese betalingsunie (E.B.U.) spoedig ten einde zouden komen, kan thans worden vastgesteld, dat deze vooruitgang nu reeds acht maanden achtereen voortduurt. Zelfs indien de komende vier maanden een tegengesteld beeld te zien zouden geven, zou het ondenkbaar zijn, dat ons land dit jaar weer tot de positie van debiteur in de E.B.U. zou terugvallen. liet lijkt ons zelfs niet te bout nu reeds de verwach ting uit te spreken, dat het lopende kalenderjaar voor ons land met een overschot in de E.B.l zal sluiten en onze betalingspositie in Europees verband voor het lopende jaar een verdere ver betering zal ondergaan. Want gesteld, dat de eerstvolgende maanden tekorten zouden ople- eren. dan zouden deze toch door de overschot ten, die in de laatste maanden van 1952 op grond vooral van de agrarische exporten mogen worden verwacht, weer min of meer worden goedgemaakt. liet is deze verbetering in de betalingsbalans, die tezamen met de afwikkeling van opgehoopte bedrijfsvoorraden tot de reeds gesignaleerde vermindering van de credietbehoefte heeft ge leid. Een en ander is voor minister Lieftinck zelfs aanleiding geweest de credietbeperking, waar aan hij nog maar luttele maanden tevoren zijn ministerieel leven had verbonden, tijdelijk bui ten werking' te stellen. Daarmede wierp deze bewindsman zijn eigen stelling omver, dat Ne derland onregeerbaar zou worden zonder over heidstoezicht op het credietwezen. In elk geval vormde de afschaffing van de credietbeperking een nieuw element tot verster- 1 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 13