KRONIEK UIT EIGEN KRING
Twee brieven van tegengestelde strekking nopen
ons tot een korte behandeling van de beveiliging
van onze banken tegen inbraak enz.
Eén kassier vestigt er de aandacht op, dat de vrij
gekomen bedragen wegens het niet heffen van
de premies voor de Afdelingen B en C van het
Onderling Waarborgfonds een goede besteding
zouden kunnen vinden in het aanbrengen van
bepaalde beveiligingssystemen, waarover bij de
Centrale Bank inlichtingen verkrijgbaar zijn.
Voor zover hiervoor aanleiding bestaat, is het
idee de overweging waard.
Een ander stelt de vraag of, indien de bank voor
ten behoorlijke beveiliging heeft zorg1 gedragen,
liet dan wel strikt nodig is een inbraakvrije
brandkast aan te schaffen, ingeval dit vanwege
het Onderling Waarborgfonds als eis wordt
gesteld.
\'aar onze mening kan deze vraag slechts be
vestigend worden beantwoord.
Men dient beveiliging van de kassier en zijn
gezin tegen gewelddadige overvallen afzonder
lijk te zien van de eis, dat geldswaarden in een
brand- en inbraakvrije kast of kluis moeten wor
den geborgen.
De in de artikelen 5 en 6 van het huishoudelijk
reglement van de boerenleenbanken vermelde
bedragen voor maximum-inlagen van spaargel
den en deposito's en voor maximaal te verstek
ken voorschotten en credieten, zijn indertijd
vastgesteld, rekening houdend met de bestaande
toestand. Door de geldsanering van 1945 zijn
deze maximum-bedragen (spaargelden en depo
sito's) met grote bedragen overschreden; door
tal van oorzaken (deblokkering, belastinghef
fing en geleidelijke investering in de bedrijven)
zijn deze tegoeden regelmatig teruggelopen.
Daarom had het weinig zin om in de afgelopen
jaren de bedoelde maxima opnieuw vast te stel
len. In die geest hebben wij dan ook de banken,
die om advies vroegen, geantwoord.
Nu een zekere stabiliteit is ingetreden ten aan
zien van de hoogte van de spaargelden, is de
Centrale Bank bezig een regeling te ontwerpen
voor de vaststelling van de bedoelde maximum
bedragen, waarbij met bepaalde situaties bij onze
boerenleenbanken rekening wordt gehouden.
Wij hadden ons voorgesteld deze regeling tijdig
hekend te maken, zodat in de in 1952 te houden
algemene vergaderingen het huishoudelijk regle
ment der boerenleenbanken zou kunnen worden
herzien. Dit is ons helaas niet gelukt. Wij zullen
de bedoelde richtlijnen zo spoedig mogelijk ter
kennis van de aangesloten banken brengen, zo
dat men het huishoudelijk reglement rustig kan
herzien en in de ledenvergaderingen van 1953
doen goedkeuren.
Wij vestigen de aandacht van onze kassiers o
op, dat de vacantiebonnen voor de landbouw
per 1 Mei a.s. weer zullen worden vervangen
door nieuwe coupures. Voor een goed verloop
zullen wij tijdig de nodige instructies aan de
banken doorgeven. Wij vertrouwen, dat men
alle medewerking zal verlenen, omdat stagnaties
in deze voor rekening van de toch al zwaar be
laste diensten van de Centrale Bank zonder
komen.
De pas aangenomen wet toezicht crcdieticezch
bepaalt o.a., dat de landbouwcredietbanken moe
ten worden geregistreerd. De hiervoor nodige
formulieren zullen door de Centrale Bank wor
den gereed gemaakt. Echter zullen enkele ge
gevens, waarover wij nog niet beschikken, door
onze banken moeten worden verstrekt. Daartoe
is bereids een circulaire met antwoordstrook
verzonden. Wij zullen het op prijs stellen deze
stroken zo spoedig mogelijk volledig ingevuld
terug te mogen ontvangen.
De jaarlijkse Centrale Ringvergadcring zal op
17 April a.s. te Utrecht worden gehouden.
Als gewoonlijk worden dan binnen enkele weken
daarna de zeer belangrijke ringvergaderingeu
opgeroepen, waarvoor de belangstelling van
onze banken typerend is voor het grote mede
leven in onze organisatie. Ook thans verwach
ten wij weer grote opkomsten.
Wij zullen het zeer op prijs stellen van de secre
tarissen der ringbesturen vroegtijdig bericht te
ontvangen van de data, waarop bedoelde ring-
vergaderingen zullen plaats vinden, opdat in al
deze vergaderingen de Centrale Bank zal kunnen
worden vertegenwoordigd.
3