De z.g. Credit Union National Association, be staande uit 13.000 plaatselijke coöperatieve spaar- en leenbanken met 6 millioen leden, waar van naar schatting 100.000 boeren, richt zich niet in het bijzonder tot de boeren, maar heeft tot nu toe vooral de loonarbeiders als leden. Deze organisatie groeit snel. Zeer opmerkelijk is in Amerika de activiteit en deelneming van de Overheid op het terrein van het landbouwcrediet. Er zijn twee afzonder lijke diensten, welke wij hierboven al vermeld den, n.1. de Farmers Home Administration en de Farm Credit Administration. Om met de laatstgenoemde te beginnen: de Farm Credit Administration omvat vier soorten banken, waarvan in elk der twaalf federale districten een kantoor is, te weten: de Federal Land Bank, de Production Credit Corporation, de Bank for Cooperatives en de Federal Inter- mediate Credit Bank. De Federal Land Bank is de oudste vorm; zij dateert van 1916. Haar taak is door middel van locale verenigingen op coöperatieve grondslag langlopend crediet onder hypothecair verband aan boeren te verschaffen. Zodra een lening wordt aangegaan moet de boer een bedrag ter grootte van 5 van de lening aanwenden 0111 aandelen te kopen in het kapitaal van de plaat selijke vereniging, waarvan hij dan lid is ge worden. Van deze verenigingen zijn er 1200 in het land. Is de lening terugbetaald, dan wordt het aandeel teruggenomen tegen de begin- waarde. Het aandeel maakt deel uit van de zekerheid. Het geld. dat aan de boeren wordt geleend wordt verkregen door de verkoop van obligaties aan het beleggend publiek. T11 FQ491930 werden in totaal bijna 44.000 leningen verstrekt tot een bedrag van 199 millioen. De bedoeling van de Production Credit Corpo ration is om te voorzien in de behoefte aan kortlopend crediet in de landbouw. De Production Credit Corporations hebben 502 regionale verenigingen, welke laatste het karak ter hebben van en bestuurd worden als coöpe raties. Ze hebben echter groter werkterrein dan de plaatselijke verenigingen van de Land Banks. Ook bij deze verenigingen moeten de boeren, die geld willen lenen, aandelen nemen in het kapitaal van de regionale verenigingen. Na aflossing' van zijn schuld kan een debiteur zijn aandelen ten verkoop aanbieden aan een andere debiteur. Houdt men zijn aandelen in bezit en heeft men gedurende twee jaar geen geld ge leend, dan moeten de aandelen worden omge wisseld in andere aandelen, welke laatste geen stemrecht hebben. Hoewel de afstanden in Amerika enorm zijn en de besturen de aanvragers vaak in het geheel niet kennen, kan toch gezegd worden, dat het onderzoek naar de credietwaardigheid van de aanvragers zeer degelijk plaats vindt. Elke cre- ditaanvraag van nieuwe leden wordt eerst gron dig bekeken door één van de 690 inspecteurs van de buitendienst of door één van de 783 seizoen- beambten. De beslissing wordt daarna genomen door twee bestuursleden en de kassier. Voor bepaalde posten is dan nog hogere" toestem ming vereist, soms van Washington zelf. De te geven zekerheid bestaat veelal uit een hypotheek op het vee, de inventaris en de vruch ten te velde. Van jonge, beginnende boeren wordt veelal verlangd, dal d< schuldbekenteni mede is getekend door financieel-krachtige familieleden of vrienden. De hierboven bedoelde banken zijn uitsluitend leenbanken, zodat de boeren hun spaargelden elders moeten beleggen. De Bank for Cooperatives verschilt van de andere soorten banken, behorend tot de barm Credit Administration, doordat er slechts 12 districtsbanken zijn met een centrale bank, du- geen plaatselijke of regionale banken. Hun totaal aantal bedraagt derhalve 13. De Banks for Cooperatives lenen uitsluitend aan landbouw verenigingen, die een coöperatie! karakter moeten hebben en ten doel moeten hebben het voortbrengen of verkopen van land bouwproducten. het kopen, keuren, veredelen, verdelen of leveren van landbouwbenodigdheden en het leveren van diensten op het terrein van de landbouw. Tn Juni 1950 stond 245 millioen uit; in de topmaand November 1949 ,1'° millioen. Het grootste deel van het kapitaal van de banken is eigendom van de Overheid. Ten slotte de Federal Intermediate Credit Banks, waarvan er 12 zijn. Zij nemen waardepapieren over van plaatselijke financiële instellingen en geven hun leningen met de bedoelde papieren als onderpand. O]) 30 Juni 1930 hadden de twaalf Intermediate Banks 591 millioen uitstaan. Uit bovenstaande korte beschouwing blijkt wel, dat de ontwikkeling van het landbouwcrediet in Amerika langs geheel andere wegen is gegaan dan in Nederland. De invloed en de deelneming 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 7