11. J. Frankena te Wageningen of tot de V.C.G. te Leeuwarden. Ad B. (projecten in de akker- en weidebouw) Ter tegemoetkoming in de stichtingskosten van het beoogde object kan het Rijk een subsidie verlenen. Van het bedrag, dat daarna nog be nodigd is het te financieren bedrag te noe men moet de betrokkene in principe 25 uit eigen middelen kunnen fourneren. De ovc- rige 75 c/o kan hij bij een der meergenoemde boerenleenbanken aanvragen. Bij inwilliging dier aanvrage stelt het fonds zicli garant voor 50 van het te financieren bedrag, hetgeen, indien de betrokkene zelf slechts 25 °/c van het te financieren bedrag op tafel legt,, derhalve neerkomt op 2/3 gedeelte van de lening. Voor 1/3 gedeelte der lening moet de credietnemer in dat geval zelf voldoende zakelijke of persoon lijke zekerheid stellen (b.v. hypotheek of borg tocht). Verschaft de betrokkene méér dan 25 °/c van het te financieren bedrag zelf, dan behoeft hij ook minder op te nemen en dus ook minder zekerheid te stellen. Verschaft hij zelf de helft van het te financieren bedrag, dan behoeft hij in het geheel geen zekerheid te stellen, daar de lening dan ook slechts 50 van het te finan cieren bedrag beloopt en dus volledig gedekt is door de garantie van het fonds. Het kan voorkomen, dat de aanvrager zelf niet beschikt over 25 van het te financieren be drag. In dat geval kan hij bij de boerenleenbank een aanvraag indienen om hem die 25 °/c ge heel of gedeeltelijk te lenen, hetgeen, indien de boerenleenbank hem het gevraagde bedrag wil en kan verstrekken, natuurlijk slechts mogelijk is, indien daarvoor behoorlijke zakelijke of per soonlijke zekerheid wordt gesteld. Het gedeelte van de lening, dat wordt opgenomen in de plaats van het bedrag, dat de aanvrager zelf eigenlijk zou moeten fourneren, wordt „de top" (van het voorschot) genoemd. Dat is dus het gedeelte van de lening, dat 75 van het te financieren bedrag te boven gaat. Het ligt in de bedoeling, dat een aldus ver leend voorschot een bedrag van 8.000,niet aanzienlijk overtreft. Duidelijkheidshalve zij dit met een voorbeeld toegelicht. Stel, dat met de uitvoering van een project een bedrag gemoeid is van 4.500, Stel voorts, dat hiervoor een sub sidie wordt verleend van 5°°>" dan is het te financieren bedrag 4.000, Hiervan moet de betrokkene uit eigen middelen op tafel leggen 1.000, terwijl hij voor de rest ad 3.000, een voorschot bij de boerenleenbank kan aan vragen. In dit voorschot ad 3.000,is, als het fonds dit project goedkeurt,, 50 van het te finan cieren bedrag of 2.000, gegarandeerd door het fonds. Voor 1.000,moet de geldnemer dus zelf zekerheid stellen, hetzij zakelijke, het zij persoonlijke. Mocht de debiteur slechts 600,-beschik baar hebben van het bedrag ad 1.000, dat hij zelf moet fourneren, dan kan hij de ontbrekende 400,ook nog bij de boeren leenbank aanvragen, natuurlijk eveneens onder zakelijke of persoonlijke zekerheid. Bij ver strekking van het aldus aangevraagde voorschot van 3.400,— is „de top" van het voorschot derhalve 400, Kan de debiteur zelf 1.500,fourneren, dan heeft hij slechts 2.500,,van de boeren leenbank nodig, van welk bedrag het fonds 2.000,garandeert en behoeft hij zelf dus slechts te zorgen voor zakelijke of persoonlijke zekerheid voor 500, Kan hij 2.000,uit eigen zak overleggen, dan behoeft hij voor de ontbrekende 2.000, geen zekerheid te stellen,, daar het fonds het voorschot tot dit bedrag garandeert. Heeft het voorschot een „top" dan is het niet noodzakelijk, dat de zekerheid voor „de top" dezelfde is als voor het gedeelte van het voorschot, waarvoor de betrokkene ook zeker heid moet stellen. De borgen voor het in het eerste geval bedoelde bedrag van 1.000,kunnen dus b.v. andere zijn dan de borgen voor ,,,de top" ad 400, Ad C. (Tuinbouwprojecten). Hoe groot de garantie van het borgstellings fonds is voor leningen, verstrekt ter financie ring van tuinbouwprojecten, zal van geval tot geval door het fonds worden vastgesteld, als het van oordeel is, dat het project in aanmer king komt om onder zijn garantie gefinancierd te worden. Hoe worden lening en borgstelling aangevraagd? Een grasdrogerijwelke subsidie wenst te ont vangen, zal zich allereerst in verbinding moeten stellen met de Vereniging ter behartiging van cle belangen van Coöperatieve Grasdrogerijen 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 9