cf' \V.
11 et bovenbedoelde maandblad vermeld dan nog
bet een en ander betreffende één der bijdragen
in het genoemde jaarboek, nl. een verslag van
een in Engeland gehouden enquête naar de cre-
dietbehoefte der kleine boeren en de wijzen,
waarop hierin voorzien wordt. De bedoelde en
quête werd ingesteld bij 400 tot deze categorie
van landbouwers behorende personen in ver
schillende streken van Engeland.
Zoals bekend, ontbreekt in Engeland het coöpe
ratieve boerenleenbankwezen. Tn de credietbe-
hoefte wordt voorzien, afgezien van wat wordt
verricht door overheidsinstellingen, te vergelij
ken met onze Dienst Kleine Boeren, o.a. door
banken, kooplieden en handelaren, instellingen,
die op afbetaling b.v. machines leveren, enz.
Merkwaardig is nu, hoezeer de klachten met
betrekking tot de credietverlening, speciaal waar
het gaat om kortlopend crediet, overeenkomen
met wat ons uit de geschiedenis van ons land
bekend is, voordat de boerenleenbanken zich op
het terrein der credietvoorziening gingen be
wegen. Zo worden als bezwaren tegen de cre
dietvoorziening door de banken genoemd:
ie. dat de rentevoet en vooral de bijkomende
kosten te hoog zijn;
2e. dat zekerheid ten aanzien van liet crediet
juist in tijden van depressie ontbreekt; dat
zoals gezegd wordt, de bank lijkt op
iemand, die bij mooi weer zijn parapluie
uitleent, maar deze weer terug vraagt als
het gaat regenen
3e. dat de sterke centralisatie der banken met
zich meebrengt, dat de deskundigheid bij
deze instellingen, waar het landbouwzaken
betreft, ontbreekt.
Ten aanzien van het kooplieden- en handelaars-
crediet wordt opgemerkt, dat het fnuikende
hiervan is, dat dit aan iedere controle ontsnapt.
Velen zijn zich niet bewust, dat zij deze credie-
ten betalen, maar in feite voldoen degenen, die
contant afrekenen, de rente voor hun buurman,
die niet terstond afrekende. Bovendien kan de
rentevoet bijna nimmer nagegaan worden, maar
als dit al het geval is, blijkt deze zeer hoog te
zijn.
Interessant zijn de conclusies, waartoe het rap
port komt. Voorop wordt gesteld, dat een grote
behoefte bestaat aan voorlichting. Geen kans
wordt gezien 0111 te komen tot de oprichting van
coöperatieve credietinstellingen, zoals men deze
in West-Europa kent en wel op grond van het
feit, dat de betrokken categorie landbouwers al
te zeer geheimzinnig tegenover elkaar is en te
weinig tot samenwerken bereid. Betwijfeld
wordt voorts of het gewenst moet worden ge
acht, dat in Engeland, evenals in Amerika,,, de
overheid zich in vérgaande mate met de cre
dietvoorziening gaat bemoeien. Men is daarom
van oordeel, dat de juiste weg is, dat speciaal
aan de bestaande afzetcoöperaties meer moge
lijkheden worden gegeven credieten te verstrek
ken, omdat op die wijze in ieder geval geen
financiële banden van de boer tegenover derden
ontstaan en tevens een grote mate van deskun
digheid is gewaarborgd.
1 Iet leek ons, aldus eindigt het artikel in het
maandblad van de Nationale t oöperatieve Raad,
goed toe iets van dit verslag te vermelden, daar
hieruit wel blijkt voor welke problemen men
zich in Engeland ten aanzien van de crediet
voorziening ziet geplaatst, terwijl uit dit verslag
tevens blijkt, dat de Nederlandse boer, verge
leken met zijn Engelse collega's, zeker niet
slecht af is, dank zij het feit. dat hij over eigen
credietinstellingen beschikt, welke beheerd wor
den door mensen uit eigen kring, waaraan be
trokkenen gerust bun belangen kunnen toever
trouwen.
(Slot)
Terwijl het werk en de schepper ervan wereld
beroemd werden, terwijl afvaardigingen uit de
gehele wereld het eenvoudige, uit grauwe vulka
nische steen gebouwde huis van de gepension-
ncerde ambtenaar met een bezoek vereerden om
van het sociale wonder van onderlinge hulpver
lening ten plattelande kennis te nemen en het
te bestuderen, bleef Raiffeisen steeds dezelfde
eenvoudige mens, die de omgang met vooraan
staande personen in het geheel niet lag.
blij wilde niet meer zijn dan een vader voor de
armen, een vriend van het gehele volk, een
werktuig van God. Hij verlangde niet, dat er
over hem gesproken werd hij wenste geen titel
1 3