gang zocht en ook vond, zo stelde de gepension-
neerde, bijna blinde plattelandsburgemeester,
zich in verbinding met professoren, met vele
hoge bestuursambtenaren en met leidinggeven
den uit de praktijk van 'het landbouw-econo-
misch leven. Zeer verbazingwekkend was de
omvang van zijn correspondentie. Zo onder
hield hij een schriftelijke uitwisseling van ge
dachten o.a. niet prof. Van der Goltz, hoog
leraar in de landhuishoudkunde, met de profes
soren Held en Nasse, hoogleraren in de staat
huishoudkunde in Bonn en met prof. Marchet
uit enen. V erder stond hij in regelmatige
briefwisseling met hoge regeringsambtenaren.
De meest uitgebreide correspondentie onder
hield Raiffeisen met twee personen,, aan wie hij
bijzonder veel te danken had en tot wie hij zich
jarenlang steeds weer wenden kon met zijn
plannen en noden om raad en hulp te krijgen
vorst ilhelm zu Wied en geheimraad (latere
excellentie) Dr. Hugo 1 hiel van het Pruisische
ministerie van Landbouw in Berlijn.
Naast de zo juist genoemde drukke gedachten-
wisseling stond de welhaast niet te overziene
en desondanks nog steeds groeiende briefwisse
ling met zijn medewerkers als dorpspredikanten,
onderwijzers, burgemeesters, dorpsnotabelen,
grondbezitters en dergelijke personen ten platte-
lande, die de aangewezen mensen waren om
mee te werken aan de ontwikkeling van de coö
peratieve gedachte en die hiertoe ook bereid
waren.
Verscheidene duizenden originele brieven en af
schriften, eigenhandig door zijn medewerkers
geschreven, door hem zelf gedicteerd en onder
tekend met een onhandige beverige „blinden
hand" worden in het Raiffeisen-archief in Ber
lijn bewaard. Hierbij bevinden zich ook veel
brieven met buitenlandse personen, zoals de
reeds genoemde prof. Marchet, voorts prof.
Kaiser en redacteur Loebe uit Wenen; Dr. Karl
Wol ff uit Hermannstadt, de „Raiffeisen van
het Saksische Siegenbürgen", president Graaf
Karolyi uit Boedapest: prof. Dr. Leone Wol-
lemberg uit Padua en Dr. Francesco Gerosa uit
Irentino, die in Italië opkwamen voor zijn
ideeën, regeringsraad Steiger uit Bern e.a. Men
kan wel zeggen, dat de besten uit zijn tijd
dongen naar zijn vriendschap; met verbazing
merkt de lezer van Raiffeisens oude brieven op,
hoe dikwijls reeds na korte tijd de aanhef „Zeer
geachte lieer" plaats maakte voor „Beste
vriend".
Hoewel de vorst van Wied in dezelfde plaats
woonde als Raiffeisen en de gedachtenwisseling
tussen beiden derhalve grotendeels mondeling
plaats vond, zijn van de vorst 75 aan Raiffeisen
gerichte brieven (waaronder 25 eigenhandig
geschreven) in het Raiffeisen-archief aanwezig.
Deze brieven, die plegen te beginnen met
.„Waarde heer Raiffeisen" maken duidelijk hoe
zeer deze vorst met zijn invloedrijke relaties
Raiffeisen steunde bij zijn ondernemingen.
Raiffeisen dankte aan hem een waarderend
schrijven van keizer ilhelm, voorts een gra
tificatie van 20.000 Mark, terwijl hij tevens
werd begiftigd met de versierselen van de Orde
van de Rode Adelaar, 4e klasse.
Hoe hecht de relatie tussen de vorst en Raif
feisen was, getuigen de volgende woorden van
de vorst: „Het was mij telkens weer een diepe
vreugde als ik deze man (Raiffeisen), voor
zichtig met zijn stok de weg zoekend, mijn slot
tuin zag inkomen, want hij kwam dan naar mij
toe om mij zijn denkbeelden mee te delen, die
hem s nachts over de organisatie waren inge
vallen en zo ontstond een gedachtenuitwisseling,
die tot de mooiste van mijn leven behoort
Geheimraad Thiel vormde voor Raiffeisen de
schakel met de hoogste staatsautoriteiten. Vol
vertrouwen vroeg Raiffeisen hem steeds weer
om raad hoe hij in een of andere zaak moest
handelen, of en in welke vorm een verzoek
schrift moest worden opgesteld, of persoonlijke
deelneming aan een bepaalde conferentie aan te
bevelen was en dergelijke. De nog aanwezige
correspondentie, die een goede indruk geeft van
het handelen, denken, karakter en de overtui
ging van Raiffeisen, omvat 121 brieven van
Raiffeisen en 48 van Thiel.
(Slot volgt)
8