satie-instituut voor de boerenleenbankenhij
schreef o.a.„Als men zich voorstelt, dat in
iedere provincie en misschien ook in elke staat
van ons goede vaderland alle op gelijke wijze
ingerichte centrale banken tot één centrale
organisatie verenigd waren, dan zonden en
móesten langzamerhand weer meer bevredi
gende sociale verhoudingen optreden."
En verder lezen we „Een centrale organisatie
is het enige middel om de boerenleenbanken ook
in de toekomst te behouden, want hierdoor staan
de afzonderlijke banken niet meer op zichzelf
en zijn ze niet meer onderworpen aan de toe
valligheden en de wisselvalligheden van de tijd.
De gedachte aan een algemene organisatie werd
voortaan de leidster van zijn handelen.
Dat komt duidelijk tot uiting in een brief, die
hij omstreeks die tijd schreef aan professor
Von der Goltz„Het schijnt principieel nood
zakelijk om tegenover het vele getheoretiseer
van onze tijd. op grond van de opgedane erva
ringen en de resultaten stap voor stap met de
hoofdgedachte naar voren te komen. Deze laat
ste is dan één organisatie in te stellen voor heel
Duitsland, opgebouwd uit de coöperaties, die
het christelijk beginsel van saamhorigheid tot
waarheid zal maken. Eén organisatie, waarin
alle lagen van de bevolking in vrede en broeder
lijk moeten samenwerken om de heersende nood
in alle voorkomende gevallen zoveel mogelijk
uit de weg te ruimen
Voor Raiffeisen zou dit idee geen idee blijven,
geen droombeeld, maar hij zette zich onverwijld
aan het werk, terwijl hij zich voorlopig verge
noegde met datgene, wat te bereiken viel.
Wat hij met zijn zwakke krachten kon doen,
dat gebeurde ook. Zo zien we hem jarenlang
worstelen om de goede organisatievorm te vin
den voor de coöperatieve landbouwcrediet-
verenigingen. De eigenlijke kern daarbij blijft
echter steeds de plaatselijke vereniging, de cel,
wier behoud en verdere ontwikkeling de gehele
organisatie moet dienen. Zijn tegenstanders be
reidden hem veel moeilijkheden; zelfs regering
en parlement werden tegen hem opgezet en de
ontbinding van verschillende reeds opgerichte
banken werd vanwege de regering verlangd
voor zijn nieuwe organisatieplannen, die het
verband moesten leggen tussen het coöperatie
wezen en het verzekeringswezen met het oog-
op een wederzijdse hulpverlening een ge
dachte, die thans als iets geniaals wordt gezien,
maar die tengevolge van de vérgaande eigen
ontwikkeling van de coöperaties, in de eerste
plaats voor de verzekeringsmaatschappijen niet
meer is door te voeren werd van overheids
wege de vergunning geweigerd.
Deze tegenstand kon hem echter niet van zijn
voornemen afbrengen.
liet richtsnoer voor zijn handelen omschreef hij
in de eerste uitgave van zijn boek als volgt:
„Men komt in het algemeen het beste vooruit,
wanneer men omstandigheden, die men niet kan
veranderen, neemt zoals ze zijn en hieruit nog
zoveel mogelijk voordelen weet te trekken.
In 1872 stichtte Raiffeisen de Rijnlandse
Coöperatieve Landbouwbank in Neuwied als
geld-egalisatie-instituut voor de coöperatieve
verenigingen, in 1874 de Westfaalse Land
bouwbank voor het groothertogdom 1 lessen in
Darmstadt. Nog in hetzelfde jaar volgde de op
richting van de Centrale Landbouwbank in
Neuwied, die in verbinding stond met de Duitse
landbouw verzekeringsbank aldaar.
Toen deze instellingen verboden werden, stichtte
hij oj) 30 September 1876 de Coöp. Centrale
Landbouwbank in Neuwied, een N.V. (de
latere Duitse Raiffeisen-Bank). In 1877 kwam
het tot oprichting van de Centrale van alle
Duitse Raiffeisenbanken. Vanaf 1879 gaf
Raiffeisen als verenigingsorgaan het „Land
bouwcoöperatieblad'' uit, waarvan hij tot aan
zijn dood zelf redacteur was en dat in het ge
heel 52 jaargangen omvat.
In 1881 stichtte hij een handelsinstelling, de
Fa. Raiffeisen en Co. in Neuwied. In 1883 ver
scheen de eerste omvangrijke bedrijf sstatistiek
van de coöperatieve verenigingen, die de balan
sen,, ledenaantallen en omzetten bevatte van 121
verenigingen. In hetzelfde jaar voerde Raif
feisen de verplichte inspectie in.
Ofschoon hij veel last had van zijn nervositeit
en bijna geheel blind was, toch was Raiffeisen
onvermoeid bezig, steeds het doel voor ogen
houdende, namelijk de uitbreiding en de ver
steviging van zijn coöperatieve organisatie.
Zodoende heeft hij de grondslagen gelegd,
waarop het Duitse landbouwcoöperatiewezen
zich in de loop van enkele tientallen jaren heeft
kunnen ontwikkelen tot de grootste coöpera
tieve organisatie van de wereld.
Zijn coöperatieve arbeid bracht Raiffeisen in
nauwe relatie met talrijke vooraanstaande per
sonen, die zich voor deze arbeid interesseerden.
Zoals vroeger de jonge „vuurwerkmaker" bui
ten de kazerne een levendige geestelijke om-
7