Een conferentie Over het algemeen is het met de afzet naar het buitenland in 1951 nogal fortuinlijk gegaan. I Iet volgend jaar is Engeland een onzekere fac tor. Het is te hopen, dat Duitsland daaren tegen een flinke afnemer zal blijken te zijn. Liever zouden we natuurlijk zien,, dat we heide grote industrielanden een goede klant zouden kunnen noemen. We moeten ook niet alles op de Duitse kaart behoeven te zetten. Op langere termijn houden we onze hoop ge vestigd op de resultaten van de Europese samenwerking op landbouwgebied (integratie), die moet leiden tot grotere productie en rui mere afzet. We zijn eindelijk zover, dat in Februari a.s. de regeringen van de Westeuro- pese landen in conferentie bijeenkomen. Deze conferentie zal wel niet direct tot resultaten leiden, want de verschillen van opvatting zijn vele. Het kardinale punt is: Moet er een .ho gere autoriteit" komen voor de landbouw, zoals dat bij het plan-Schuman het geval is of moet men de Engelse opvatting volgen en een veel lossere constructie maken, een samenwerking, die niet veel verder gaat dan het plegen van overleg over landbouwpolitieke zaken? Voorlopig zullen we goed doen vooral aan de mogelijkheden op korte termijn goede aandacht te schenken. Het is ons daarmede 11a de oorlog nog niet zo slecht gegaan, ondanks de vele som bere voorspellingen omtrent de exportmogelijk heden van groente en fruit, boter, eieren enz. Over de toekomst van het zuivelproduct par excellence, de boter, zullen deskundigen het niet gemakkelijk eens worden. De directeur-gene raal van de voedselvoorziening heeft onlangs de aandacht gevestigd op de opinie van Ameri kaanse economen, die in de toekomst een achter uitgang- van het boterverbruik verwachten. De directeur van de Friese Coöperatieve Zuivel- Export Vereniging (Frico) heeft echter op de kort geleden gehouden vergadering van deel genoten de vooruitzichten voor de afzet van boter voor deze winter goed genoemd en ver klaard, dat ook op lange termijn gezien de boter- situatie niet ongunstig lijkt. Intussen heeft de secretaris van de F.N.Z. in een lezing voor de Noordhollandse Zuivelbond de boter gekenmerkt als het zwakst in de markt liggende product en op die grond het z.g. twee prijzenstelsel voor de melk afgewezen. De zand streken, die hogere productiekosten hebben dan overig Nederland en die de meeste boter produ ceren, zouden de dupe worden van een stelsel, waarbij voor de industriemelk alleen de kost prijs zou worden gegarandeerd. Propaganda voor melk en zuivel Nederland heeft aan de commissie voor goede renproblemen, die de Landbouw- en Voedsel- organisatie der Verenigde Naties (h.A.O.) heeft ingesteld, een voorstel doen toekomen ter stimulering van de consumptie van melk- en zuivelproducten door middel van internationale propaganda. Het lot, dat dit plan heeft onder vonden op de onlangs te Rome gehouden con ferentie is nog niet bekend, maar men moet ver wachten, dat het niet eenvoudig zal zijn deze propaganda te doen starten. Het zou jammer zijn als dit voorstel, dat geheel in de lijn van de F.A.O. ligt, ergens in Rome in een bureau zou worden opgeborgen. Risicodra genei kapitaal Minister Van den Brink heeft aangekondigd, dat de regering uit de tegenwaarderekening 100 millioen apart wil zetten om te dienen als garantie voor institutionele beleggers, die gelden in de risicodragende sfeer zouden willen uitzetten. Dit is de vervulling van een pro grammapunt, dat reeds lang op het lijstje staat. De besparingen van het Nederlandse volk gaan in steeds grotere mate naar de levensverzeke ringmaatschappijen en de pensioenfondsen. Deze instellingen zoeken niet de belegging in aandelen of andere risicodragende vorm, maar kiezen daarvoor vaste rentedragende fondsen. Hierdoor stokt de kapitaalvoorziening voor de industrie, die in ons land het grote arbeidsaan bod moet opvangen. De emissies van de grote industriële ondernemingen hebben de laatste maanden wel succes gehad. Het gaat erom de kleinere ondernemingen het kapitaal te ver schaffen, waarmede zij hun bijdrage tot de in dustrialisatie kunnen leveren. Wij zijn benieuwd naar de wijze, waarop het plan tot uitvoering zal worden gebracht. Ge ruime tijd geleden is getracht de vraag te be antwoorden op welke wijze de coöperatieve landbouwindustrie, die niet het risicodragende kapitaal kent, zoals de particuliere onderneming het gebruikt, van een eventuele garantieregeling zou kunnen profiteren. De oplossing is niet ge vonden en de zaak is blijven rusten, omdat zij niet urgent was. Tegenstrijdigheden inzake boter 1 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1952 | | pagina 5