cT. sAij-j-eisen
heden gekomen. De Europese betalingsunie
heeft de helpende hand geboden. Het oorspron
kelijk voor Duitsland vastgestelde bedrag van
320 millioen dollar was te laag. Duitsland heeft
een aanvullend crediet gekregen en zag zich
bovendien genoodzaakt zijn invoer te beperken.
Het zal nu op 1 Januari a.s. weer worden op-
nomen in het Europese liberalisatiesysteem. Het
liberalisatiepercentage bedraagt 54 (vroeger
65 de minister hoopte, dat dit percentage
geleidelijk zou kunnen worden verhoogd. De
positie van Duitsland is zo, dat het land weldra
van debiteur crediteur zal worden. Het heeft
geen importschulden, maar een exporttegoed
van 500 millioen dollar.
Dat zijn allemaal optimistische klanken. Het is
te hopen, dat zij ook tot Engeland doordringen,
ópdat men daar tijdig tot het inzicht komt, dat
een uitgebreide goederenruil met het Europese
continent, hetgeen ongetwijfeld een Engels be
lang is, slechts kan worden bereikt, indien men
zijn poorten durft open zetten voor goederen
van het continent.
Doen de Engelsen dat niet, dan zullen zij te
eniger tijd ervaren, dat de Duitse concurrentie
hen te sterk is geworden.
(Vervolg)
Van dit pensioen (1330 M.) kon Raiffeisen,
voor wie het neerleggen van het burgemeesters
ambt niet gemakkelijk moest zijn geweest, zijn
grote gezin, zelfs bij de destijds heersende ver
houdingen, niet onderhouden. Het verdiende
aanbeveling andere bronnen van inkomsten aan
te boren en om te zien naar zodanig werk, dat
hij in dagen van ziekte in staat zou zijn dit zon
der al te veel nadeel te onderbreken.
Hij stichtte daarom een sigarenfabriek. Het
geld voor de inrichting hiervan moest hij lenen,
aangezien hij zijn kleine privé-vermogen van
ongeveer 6000 M. (volgens zijn eigen mede
delingen) had opgeofferd gedurende zijn 18-
jarige ambtsperiode als burgemeester. Een door
hem zelf gebouwd huis, dat hij na zijn pension-
nering betrok, diende tegelijk als kantoor.
Daar de sigarenfabriek niet goed liep, pro
beerde hij het met een wijnhandel. Dat de posi
tie van Raiffeisen in deze jaren werkelijk
moeilijk was, blijkt uit een brief, die hij om
streeks 17 Juni 1867 aan zijn kinderen heeft ge
schreven. Zijn gezondheid was toen zo achter
uitgegaan, dat hij weer meende zijn einde te
voelen naderen.
In die brief staat: ,,Er was voor mijzelf en voor
jullie niets anders op te vinden dan het drijven
van kleine handel. Voor iets anders ben ik im
mers niet geschikt. Daar mij alle hulp ontbrak,
heb ik veel schulden moeten maken, die mij veel
zorg baren. Vergeet nooit dat deze schulden
voor jullie zijn gemaakt. Ik hoop, dat niemand
schade zal lijden. Mocht echter het vermogen
kleiner zijn dan de schuld,, dan verzoek ik jullie
dringend om niet te rusten, voordat alle schuld
(ook die aan familieleden) is betaald. Ik ver
trouw daarop en als ik kan en God mij tijd en
gelegenheid geeft, wil ik zelf nog alles in orde
maken."
Het is hem stellig zelf nog gegeven geweest
zijn schulden af te lossen, want bij de stichting
van de Fa. Raiffeisen Co. in 1881 kon hij
deze instelling een eigen vermogen schenken
van 13.000 M.
In 1868, vijf jaar na de dood van zijn eerste
vrouw, trad Raiffeisen op 50-jarige leeftijd
voor de tweede maal in het huwelijk met de
weduwe Penserot-geb. Fuchs. Zijn tweede
vrouw was enigszins mystiek van aard. Zij
was, geboren uit een gemengd huwelijk, tot
haar 16e jaar R.K. geweest, daarna werd zij
Protestant. Tien jaar 11a de dood van haar man
sloot zij zich aan bij een sekte, waarvoor zij
reeds eerder veel gevoeld had.
Raiffeisen's oudste dochter werkte als secre
taresse bij haar vader, de beide anderen waren
getrouwd. Zijn enige zoon Rudolf gaf zijn va
der veel zorg, doordat hij een zwerversnatuur
bezat. De hoop„ dat hij nog eens het werk van
zijn vader zou overnemen en verder dragen,
werd de bodem ingeslagen. Hij bekleedde ge
durende een korte tijd het ambt van algemeen
procuratiehouder bij de firma, maar heeft de
naam van zijn vader weinig eer aangedaan.
Aan de vroegtijdige pensionnering van Raiffei
sen dankt de Duitse boerenbevolking ongeveer
20 jaren van de meest vruchtbare coöperatieve
arbeid. Ofschoon hij met het oog op zijn ge-
6