,,een dergelijk rouleren, waardoor men met alle gangen van het bedrijf op de hoogte kwam, was toch wel aardig en het is eigenlijk jammer, dat dit tegenwoordig niet meer kan" en toen de gehele buitendienst bestond uit 2 personen, waaronder de jubilaris. De van grote waardering getuigende woorden, welke tot hem zijn gesproken, hadden de jubi laris overweldigd en hij wist niet of hij dit alles wel woordelijk mocht geloven. Was dit alleen om aan het geheel een fees telijke tint te geven of was het inderdaad ver diend En toen kwam weer de humor hoven „Persoonlijk zou ik de mij gegeven lof zó willen interpreteren, dat hiermede bedoeld is te zeggen: Zó moést je eigenlijk zijn, maar zó bén je nog niet!" Maar indien inderdaad was bedoeld, dat de jubilaris er in geslaagd is zijn werk goed te doen, dan is dit toch alleen mogelijk ge weest door veler mede werking: „De mij ge geven lof komt zeker voor een groot deel toe aan alle medewer kers, die ik gaarne hartelijk dank zeg voor nlle ondervonden steun en medewerking." mogen zijn tot heil en ten bate van de Centrale Bank, van de landbouw, ja van het gehele platteland." Nadat de heer Visser gedankt had voor het geschonken radiotoestel, klonk uit de verza melde menigte een krachtig applaus op, schier aanzwellend tot een ovatie. ;ing afgesloten. eker memoreerde vervolgens de goede verhoudingen, welke bij de Cenrtale Bank bestaan: „Ik prijs mij gelukkig te mogen constateren, dat er bij de Centrale Bank een geest wordt aangetroffen, zoals men die nog maar zelden meer in de be drijven vindt" en hoopte, dat deze ook in de toekomst zo zullen mogen blijven. „Veertig jaren ben ik thans hij de Centrale Bank werkzaam geweest; het was een mooie tijd en ik dank God, dat Hij mij de kracht heeft gegeven om mijn werk naar behoren te doen. Ik hoop ook gedurende de weinige jaren, welke mij nog resten voor de pensioengerechtigde leeftijd, met ernst en toewijding werkzaam te Hiermede werd de eerste étappe van de huldi- Ferwijl verversingen werden rondgediend, besteeg voorzitter van het bestuur der Centrale V Bank, de heer Prof. /g Dr. G. Minderhoud, iet spreekgestoelte, 0111 de tweede étappe van de huldiging in te luiden. In een korte, doch zeer geestige toespraak sloot de heer M inderhoud zich volgaarne aan hij de woorden van lof, welke de jubilaris reeds waren toegesproken. Spreker bracht hulde aan de heer Visser voor de wijze, waarop deze zijn werkzaam heden uitoefent, voor zijn doorzicht in za ken en zijn zin voor orde: „Alle voorstel len, welke door de heer Visser in de bestuurs vergadering worden gebracht, zijn op een dusdanig degelijke wijze voorbereid, dat ze vrijwel zonder uit zondering tot bestuurs- besluiten worden verheven". Gewaagd werd van de „ijzeren" plichtsbetrachting van de jubilaris, die zonder overdrijven en zonder tegenspraak- de in de organisatie meest bekende figuur mag worden genoemd, „niet bekend als de bonte hond, maar een figuur van algemene hoog achting en waardering", die op de bres staat voor het belangenevenwicht tussen Centrale Bank en boerenleenbanken„de aangesloten banken kunnen geen betere „ambassadeur" vin den, alle respect en alle hulde." De heer Minderhoud wees er op, dat niemand I)e jubilaris in de bloemen. Foto P. Slagmolen 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 9