ringen heeft moeten getroosten gedurende al
die jaren om het U mogelijk te maken te wer
ken, zoals U gewerkt heeft en mag ik dan de
wens uitspreken, dat U in de jaren, die U nog
van de pensioengerechtigde leeftijd scheiden, in
goede gezondheid niet alleen met de blik terug,
maar dan ook nog met de blik vooruit, bij de
Centrale Bank in functie zult mogen blijven."
Als stoffelijk blijk van waardering werd door
de heer Hooft Graafland namens directie en
personeel een radiotoestel aangeboden.
Nadat het welgemeende applaus, waarmede de
aanwezigen deze toespraak onderstreepten, ver
klonken was, trad als tweede spreker naar voren
de hoofdinspecteur, de heer H. J. Hendriksen,
oudste van de nog in dienst zijnde medewerkers
van de jubilaris.
De heer Hendriksen, die het eigenlijk maar een
„moeilijk geval" vond: 'n Beetje lastig om,
als je elkaar dagelijks voor de voeren loopt en
min of meer met eikaars gedachtengang op de
hoogte bent, nu plechtiglijk een speech af te
steken", temeer omdat spreker iets moest zeg
gen namens het gehele zo rijk gevarieerde per
soneel„Ik moet dus getrouwelijk de gevoelens
vertolken van de 250 mensen, die dagelijks in
het bedrijf van de Centrale Bank werken, mede
onder Uw leiding", wees er op, dat de heer
Visser, bekend staand als een eenvoudig mens
en als een scherpzinnig en uiterst bekwaam
man, „die van zijn medewerkers het beste
vraagt, wat zij te geven hebben en die niet
schroomt zo nodig scherp te zeggen wat er aan
hapert", gewaardeerd wordt als leider, die op
zijn beurt het werk van zijn medewerkers waar
deert. Ook wees de heer Hendriksen er op, dat
de jubilaris ontvankelijk is voor de persoonlijke
belangen van zijn mensen en dat de goede zor
gen, welke de Centrale Bank voor haar perso
neel heeft, mede door hem tot stand komen.
„En daarvoor past inzonderheid op een dag als
vandaag dankbaarheid."
Spreker wees er op, dat het de heer Visser, op
wie door de organisatie en door de Centrale
Bank voortdurend een beroep wordt gedaan
„Onze grote organisatie met zijn honderden
banken, zijn duizenden bestuursleden, bedrijfs
leiders en personeel, zijn honderdduizenden
leden, spaarders en debiteuren, is een voort
durend bruisend vat van problemen en moeilijk
heden, een vat, dat overkolkt en waarvan de
moeilijkheden ten slotte voor een groot deel op
Uw bureau terecht komen", gelukt is om met
raad en daad terzijde te staan, 0111 de juiste toon
te vinden en om de leiding van de Centrale
Bank aanvaardbaar te maken. Tal van regelin
gen, die het beleidsbeeld van de boerenleenban-
ken bepalen danken hun ontstaan aan ideeën
van de jubilaris, die bij uitwerking bijna steeds
leidden tot maatregelen van betekenis.
„Zo bezien is Uw leveii geweest een voortdu
rend oproeien tegen een stroom van onwetend
heid, van wanbegrippen, van egoisme ten aan
zien van de belangen der organisatieen het
moet U een grote voldoening zijn, dat deze
strijd met behoorlijk succes is gevoerd."
De heer Hendriksen herinnerde er aan. dat de
jubilaris zijn gaven niet voor zich zelf alleen
hield: „Uw veelzijdige ervaring en Uw vermo
gen bepaalde moeilijkheden te onderkennen en
een oplossing aan te geven, hebt U nimmer
voor U gehouden, maar aan Uw medewerkers
medegedeeld in tal van raadgevingen, die nog
dagelijks door ons op prijs worden gesteld."
Na gewezen te hebben op het moeilijker en
enerverender worden van het werk met het
stijgen van de jaren eindigde de heer Hendrik
sen aldus: „Wij hopen, dat het U onder Gods
zegen gegeven moge zijn nog een tijd voor de
Centrale Bank en haar boerenleenbanken te
mogen zijn de bezielende kracht, die wij niet
kunnen missen. Wij zijn ervan overtuigd, dat
de waardering, welke U vandaag zal geworden,
U hiertoe zal stimuleren."
Ook deze hartelijke woorden van de heer 11 en
driksen werden met langdurig en instemmend
applaus ontvangen.
En toen was het woord aan de heer Visser 0111
voor de hem van de zijde van directie en per
soneel gebrachte hulde te danken.
Reeds de eerste woorden tekenden de van de
jubilaris zo bekende (en ook wel eens ge
vreesde!) humor en spotzucht: „Dames en
heren, hier staat dan, wanneer ik de beide vorige
sprekers geloven mag, de bijna volmaakte
mensMaar direct daarna was er toch ook
weer de waardering: „Het doet toch ook wel
eens goed om een beetje in het zonnetje te
worden gezet".
De jubilaris herinnerde aan de eerste van de
thans verstreken veertig jaren, toen het gehele
personeel van de Centrale Bank uit 8 man be
stond met één schrijfmachine „en die was nog
maar node aangeschaft, want een zaak, die zich
zelf respecteerde, schreef", toen dat personeel
om de beurt alle werkzaamheden verrichtte,
o
8