KRONIEK UIT EIGEN KRING
De overweldigende belangstelling ter gelegenheid van mijn veertigjarig
jubileum heeft mij zeer getroffen. Dit hartelijk medeleven werd door mij
en mijn gezin in hoge mate gewaardeerd en ik dank allen, die mijner
op die dag indachtig zijn geweest door mondelinge of schriftelijke geluk
wensen. In het bijzonder ben ik de aangesloten banken dankbaar voor de
bijdrage in de feestgave, die mij door de voorzitter van het huldigings
comité werd aangeboden.
5 October 1951 zal voor mij en mijn gezin een onvergetelijke dag blijven.
Nog slechts weinige jaren zullen mij gegeven zijn om in de huidige functie
werkzaam te kunnen blijven, maar ik geef gaarne de verzekering, dat mij
geen inspanning te veel zal zijn om de belangen van onze organisatie te
blijven behartigen.
Van de andere kant hoop ik, dat bij de banken hetzelfde begrip van
saamhorigheid en diezelfde geest van samenwerking met de entrale Bank
zullen mogen blij ven voortbestaan. Slechts op de grondslag van onderling
vertrouwen en onderlinge samenwerking zal vruchtbaar werk kunnen wor
den blijven verricht.
Aan allen, die mij in mijn werk tot steun waren door mij in al die jaren
hun vertrouwen te schenken en iloor de wil tot samenwerking te tonen,
mijn hartelijke dank.
Visser
In onze circulaire van 3 September jl. deden wij
mededeling van de invoering van een nieuwe
optie naast de drie reeds bestaande, ten aanzien
van de berekening van de bij de Nederlandsche
Bank op te nemen voorschotten ingevolge de
bekende algemene vergunning 40D.
De nieuwe keuzegrens bestaat hierin, dat grens
1! van de algemene vergunning 40D, nl. 105
van de debetsaldi per 30 September 1950, van
toepassing wordt verklaard voor het geheel van
onze boerenleenbanken, terwijl deze tot 1 Sep
tember 1951 individueel werd aangelegd. Dit
betekent, dat de ruimte welke ten deel van onze
banken nog heeft ten aanzien van grens B, ten
goede komt (dus pro rato in mindering ge
bracht kan worden) op het bedrag van de over
schrijding van de grens door de overige banken.
Het is moeilijk na te gaan welk effect de
credietbeperkende maatregelen van de Neder-
landsche Bank tot nu toe hebben op de ontwik
keling van de credietverlening door onze ban
ken. Een feit is, dat deze nog steeds stijgt.
Het lijkt ons nuttig er op te wijzen, dat bij
toepassing van de nieuwe maatregel de banken,
welke nog een meer of minder grote bewegings
ruimte hebben, toch bedacht moeten zijn op
terughoudendheid ten aanzien van credieten,
welke niet in de landbouwsfeer liggen. Zij
dienen te bedenken, dat zij met een bewust of
onbewust opvoeren van debetsaldi (al hebben zij
zelf geen voorschot op te nemen bij de Neder-
landsche Bank) er mede de oorzaak van zijn,
dat de banken, die wel over de credietgrens zijn,
een groter bedrag moeten opnemen.
Wij doen dan ook een beroep op het saamhorig
heidsgevoel van deze banken om niet zonder
goede redenen de credietverlening op te voeren.
Met name willen wij nog eens de uiterste
terughoudendheid aanbevelen ten aanzien van
credieten aan gemeenten, aan aannemers en zo-
3