land, verbetering varkensstapel, subsidiëring van de melkdistributie in scholen en ziekenhuizen, voor aankoop van koelapparaten op de boerde rijen en voor bevordering van de productie van beter fruit. Landbouwwereldnieuzvs Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Grote betekenis moet worden gehecht aan de overeenstemming, die in de kringen van de ge organiseerde landbouw blijkbaar is verkregen over de instelling op de voet van de wet op de bedrijfsorganisatie, van een bedrijfschap voor het landbouwbedrijf. De ondergetekende zal er zich over verheugen, wanneer de samenwerking in de Stichting voor de Landbouw, die in de na oorlogse jaren op -zulke vruchtbare resultaten mag wijzen, haar bekroning zal vinden in de in stelling van een publiekrechtelijk lichaam, het welk enerzijds op ruime schaal medewerking zal kunnen en willen geven aan de uitvoering van het landbouwbeleid en anderzijds een aantal in terne bedrijfsbelangen zelfstandig zal kunnen behartigen. De bepaling van artikel 108 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie verzekert het landbouwschap voor wat betreft de adviserende taak, dezelfde plaat^, die de Stichting voor de Landbouw bij de vaststelling van het landbouw beleid heeft weten te verwerven. (Uit de memorie van toelichting van het ministerie van Landbouw) In 1856 waren in België in de land- en tuinbouw werkzaam 1.055.060 personen en in 1947 412.026. Het aantal personen in loondienst liep terug van 621.634 tot 50.475. Het aantal eigen boeren en tuinders ging achteruit van 433.426 tot 361.551. De vermindering wordt toegeschre ven aan de technische vooruitgang en de toe nemende sociale lasten. Terwijl in 1910 per 100 ha werkzaam waren 39.9 personen, waren het er in 1947 nog slechts 24.4. Daarentegen was de productie met 18 vermeerderd, -zodat de ar beidsprestatie per persoon was toegenomen met 125 dus meer dan verdubbeld is. (De Nieuwe Veldbode) Eisen van de boerenorganisaties in West- Duitsland O]) de in landbouwkringen met spanning ver wachte Westduitse Bauerntag, welke van 7 tot 9 September jl. te Rendsburg is gehouden, stond een programma van 6 punten in het mid delpunt van de belangstelling: 1. Zodanige prijzen vaststellen, dat deze de hoge productiekosten in de landbouw dekken en de arbeidskrachten een inkomen waarborgen, dat gelijk staat aan de inkomens in andere bedrij fstakken. 2. Invoering van een belastingsysteem, dat aan de bijzondere omstandigheden in de land bouw is aangepast. 3. Een rechtvaardige verdeling van het aan de staatshuishouding ter beschikking staande kapitaal. 4. Beschikbaarstelling van gelden door de overheid voor de verbetering van onder wijs, voorlichting en bevordering van de af zet van landbouwproducten, voorts voor de kleine boeren. 5. Een uniforme regeling ten aanzien van het grond- en erfrecht. 6. Oplossing van het vluchtelingenprobleem in de landbouw. Ten slotte werd beoogd een afzonderlijke orga nisatie in het leven te roepen van de groep eco nomisch zelfstandigen naast die van de twee ge organiseerde groepen van werknemers en werk gevers. Landbouwwereldnieuws De agrarische bevolking in België 30

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 30