ze* De navolgende gebeurtenis getuigt van zijn op offeringsgezindheid. Toen in Segendorf, één van de gemeenten uit zijn ambtsgebied, een typhusepidemie was uit gebroken en in de gezinnen van de armste men sen, waar ouders en kinderen door de ziekte waren aangetast, geen hulp was te krijgen uit angst voor besmetting, ging Raiffeisen er zelf heen om te zien wat hier gedaan zou kunnen worden. Het gevolg was, dat de verraderlijke ziekte ook hem aantastte en de oorzaak werd van een zenuwlijden, dat hij nooit meer hele maal kwijt raakte en dat hem in latere jaren izo dikwijls overviel, dat hij van tijd tot tijd totaal ongeschikt was om zijn werk te doen. Als gevolg van zijn streven om al het mogelijke te doen ter bevordering van de welvaart in zijn ambtsgebied, kwam Raiffeisen tot de oprich ting van een derde coöperatie, de „Heddesdorfcr weldadigheidsvereniging", waaruit zich later de Iieddesdorfcr Boerenleenbank ontwikkelde. Hierop volgde de oprichting van meerdere boerenleenbanken in de omliggende gemeenten tijdens Raiffeisen's burgemeestersperiode. Ondanks alle arbeid, die het ambt van burge meester met zich meebracht, en die hij zichzelf oplegde, gedreven door zijn voortdurende zorg voor het welzijn van zijn medemensen, kwamen gezelligheid en vriendschap toch niet te kort. De jeugdvrienden waren inmiddels ook tot een ambt of rang gekomen; velen van hen hadden hun arbeid gevonden in een gemeente aan de Rijn, zo b.v. Ds. Schoeler in Andernach, Ds. Bungeroth in Boppard en de oude oom Lant- zendörffer in Koblenz. Maar ook in de kringen van Neuwied raakte de nieuwe burgemeester spoedig thuis. Hij werd lid van een literaire kring, waartoe o.a. ook behoorden kweek schooldirecteur Schneider, leraar Terlinden, Dr. Schwalb,, hoofd van een meisjesschool, land raad Heuberger en apotheker Dietz. Als gevolg van zijn cultureel werk en van zijn werkzaamheden op coöperatief gebied kwam hij al spoedig in aanraking met vele geestelijken, zowel van Protestantse als van R.K. overtui ging en met vele andere vooraanstaande perso nen. In de zo even genoemde kring werden wetenschappelijke en literaire voordrachten ge houden, meestal door de leden zelf, doch daar naast heerste er ook gezelligheid en vrolijkheid. De leden maakten met hun gezinnen gemeen schappelijke tochtjes langs de Rijn en in de bergen. Evenals vroeger in de kring van Euterpia, was het ook hier Raiffeisen, die als aanvoerder op trad en die de plannen maakte. Bij deze ge legenheden kon hij zijn gevoel voor humor en slagvaardigheid ten volle ontplooien. In het Raiffeisen-archief in Berlijn bevindt zich nog een programma van een uitstapje naar Monrepos in 1858, door Raiffeisen geschreven, welk programma sprankelt van humoreven humoristisch is een menukaart, door Raiffeisen ontworpen ter gelegenheid van een dinertje bij de inwijding van een door hem gebouwde pas torie in het nabijgelegen Irlich. Maar ook aan het wetenschappelijke werk van de kring nam Raiffeisen levendig deel, hij heeft er zelfs veel lezingen gehouden. Zijn lievelingsonderwerp was de armenzorg. Zo sprak hij eens over de armenwetgeving, op een andere keer over de vraag, wat in het kader van de armenwetgeving gedaan zou kunnen worden om de armoede te lenigen, voorts over kerkelijke armenzorg. Hij putte daarbij uit zijn eigen rijke ervaring; hij wijdde zich immers in zijn ambt bijzonder gaarne aan de armenverzor ging. Het manuscript van zijn lezing over de armenwetgeving is bewaard geblevendaarin spreekt Raiffeisen zich uit tegen de wettelijke regeling van de armenzorg, tegen gedwongen ondersteuning en tegen arbeidsdienst. Hij pleit daarentegen voor wetten, die de oorzaken van de armoede uit de weg ruimen en voor kerke lijke armenzorg. Raiffeisen besluit zijn lezing met te wijzen op een armenwet;, die diep gegrift is in ieder mensenhart: „Deze wet heeft maar één paragraaf en -zegt meer dan ioo paragrafen van de meest uitgebreide armenwet. Deze wet heet: „Gij zult Uw naaste liefhebben als U zeil". Dat is mijn lezing. Misschien zou men hiertegen kunnen aanvoeren, dat dit betoog niet thuis behoort in een wetenschappelijke kring. Maar het is een heerlijke wetenschap, ja, de beste van alle om uit te vinden hoe men de naastenliefde zó tot uitdrukking brengt, dat zij CISC»! (Vervolg) 14

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 14