Verviiiioiii» van de kassier trouw, aan Uw bestuur en de organisatie ver schuldigd, lonen zich zelf door hen te behar tigen." En hiermede was de huldiging van de zijde van Centrale Bank en boerenleenbanken ten einde, om echter onmiddellijk te worden gevolgd door de derde en laatste étappe, te weten de huldiging door de persoonlijke relaties van de heer Visser. En ook dit waren er vele, uit allerlei kring, zowel van de zijde van de burgerlijke en de kerkelijke overheid, als van alle instellingen en verenigingen, waarmede de heer Visser op enigerlei wijze is gelieerd. Vanzelfsprekend werd door alle plaatselijke bladen van de huldiging melding gemaakt. De „koppen" van de met foto's verluchte verslagen gingen van het wel zeer nuchtere „De heer Th. J. Visser gehuldigd" via het iets andere „Directeur Raiffeisen-Bankhartelijk gehuldigd" tot de meer spectaculaire als „Veertig jaar bankier van de boeren" en „Ambassadeur der Raiffeisenbanken". Zelfs had één blad kans gezien om uit een van de toespraken een extra bericht te kloppen onder het opschrift „Nieuw bouw voor de Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank' Waar het feest des avonds in de kring van gezin en familie en naaste kennissen werd voortgezet, was dit weliswaar een voor de jubilaris zeer vermoeiende, maar anderzijds toch ook onvergetelijke dag. Het zal de heer Visser overduidelijk zijn gebleken hoeveel hoog achting en waardering hem door allen, die op een of andere wijze met hem in aanraking komen, wordt toegedragen. De honderden aan wezigen, de honderden brieven en telegrammen, de tientallen bloemstukken en andere geschen ken, de hartelijke toespraken en sfeer en stem ming van de gehele dag legden daarvan een niet mis te verstaan getuigenis af. Wij hopen van harte, dat de woorden van de heer Hendriksen: „Wij zijn overtuigd, dat de waardering, die U deze dag zal geworden, U zal stimuleren om zo lang dit mogelijk is voor Centrale Bank en boerenleenbanken de bezielende kracht te mo gen zijn" zowel voor de heer Visser als voor allen, die in onze organisatie met hem in aan raking komen, ten volle in vervulling zullen mogen gaan. Van de hand van de heer G. den Das uit Hens broek ontvingen wij het volgende ingezonden stuk In het Septembernummer van de Raiffeisen- Bode wordt een onderwerp aangesneden, dat alle aandacht verdient, maar m.i. niet kan wor den opgelost op de wijze, welke in dit artikeltje tot uitdrukking komt. Ik bedoel het artikel over de vervanging van een kassier, wanneer deze- ziek is. We kunnen het vinden in de Kroniek uit eigen kring. In dit artikeltje wordt de medewerking van de- banken gevraagd „iemand af te staan" bij ziekte van een kassier. Wanneer het op deze wijze moet worden opgelost, zal vervanging een pro bleem blijven. Ik zie geen andere oplossing dan dat deze vervanging geheel centraal geregeld wordt. Ter verduidelijking van dit standpunt volgt hier mijn eigen ervaring. Ik ben kassier van een kleine bank, zo klein, dat deze niet een volledige dagtaak geeft. Tijd over dus om bij te springen. Dit is ook ge beurd o.a. toen een collega was overleden. Het gevolg hiervan was, dat de ring Alkmaar be sloot, met instemming van de inspectie, mij in deze ring als vervanger aan te bevelen, dit naar aanleiding van een in de ringvergadering gestelde vraag. In de praktijk bleek echter, dat mijn hulp geruime tijd niet nodig was; het ging hier ook om een klein gebied. Het gevolg hier van is, dat ik met een te klein salaris niet rond kom en gedwongen ben werk te aanvaarden, waardoor ik weer alle dagen van huis ben. Het werk aan „.mijn" bank verbonden moet dus in de avonduren gebeuren, voorzover mijn plaats vervangster (mijn vrouw) dit niet kan. Enige weken geleden werd mijn hulp gevraagd. Een kassier was tamelijk langdurig ziek. Ik voelde voor het bestuur van deze bank de moei lijkheid en tracht, ook weer in de avonduren en op Zaterdagmiddag, de zaak op gang te houden, terwijl ik bovendien al een paar vacantiedagen, welke ik uit anderen hoofde heb, heb verbruikt en daar zullen er nog wel een paar bij komen. Al met al een weinig benijdenswaardige toe stand voor alle partijen, met inbegrip dus van de Centrale Bank. Hoe lossen we dit euvel op de meest econonti- 12

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 12