wensen was in het helang van het gehele gebied
en verklaarde zich bereid tot een zeker bedrag
de kosten op zich te nemen van de onteigening
van de grond.
Spoedig na zijn ambtsaanvaarding kwamen er
voor Rai ff eisen zaken van geheel nieuwe aard
aan de orde als gevolg van het revolutiejaar
1848. De verkiezing voor het Pruisische huis
van afgevaardigden en voor een Duitse natio
nale regering, waarvoor Raiffeisen zich candi-
daat stelde, vonden plaats. De nieuwe ge
meentewet werd ingevoerd en de grote ge
meenteraad" gevormd. De ambtsbezigheden van
een plattelandsburgemeester waren veelzijdig;
hij was hoofd van de politie, hij moest ver
trouwd zijn met het ambtenarenrecht, met vra
gen op het gebied van de volkshuishouding, met
het leningstelse!,, enz. Persoonlijk vervaardigde
Raiffeisen een statistisch overzicht van de fi
nanciële verhoudingen in zijn dorpen,
liet voornaamste bezit van zijn gemeente waren
de bossen en voor de instandhouding hiervan
was een regelmatige beoefening van bosbouw
nodig. Voor het opnieuw bebossen van de ge
meentelijke gronden waren allerlei zaden ver
eist en deze betrok Raiffeisen voor al zijn dor
pen tezamen van een zaadhandel in Darmstadt.
Streng, maar toch menselijk en toegevend ging
hij met zijn medewerkers, ambtenaren en ver
der personeel om. De zelfstandige gemeente
lijke autoriteiten begonnen oog te krijgen voor
zijn grote zin voor orde en rechtvaardigheid.
De moeite, die Raiffeisen zich gaf om de nood
lijdende bevolking uit zijn ambtsgebied te hel
pen, deed hem tevens grondig de moeilijkheden
en de begrensdheid kennen vande overheidszorg
van die dagen. Het werd hem duidelijk, dat het
voortdurende geld- en credietgebrek bij de boe
ren en de woeker, die zich als gevolg van de
noodtoestand ontwikkelde, in het kader van de
bestuurstaak onder de heersende richting in
recht en wetgeving niet waren te verlichten. Hij
kwam tot de conclusie, dat hier alleen eigen
hulp naar het doel kon voeren en kwam zo
doende tot de stichting van een tweede coöpe
ratie, de „Flammersfelder hulpvereniging ter
ondersteuning van onbemiddelde landbou
wers."
Hoezeer Raiffeisen gedurende de vier jaren
van zijn arbeid het volle vertrouwen van zijn ge
hele gebied had verworven bleek, toen van alle
zijden krachtige betuigingen van spijt werden
gegeven als gevolg van de regeringsbeslissing
van Augustus 1852, waarbij hij werd benoemd
tot burgemeester van het veel grotere Heddes-
dorf in het district Neuwied. Ds. Muller in
Flammersfeld richtte een verzoek aan de rege
ring om,, ingeval Raiffeisen werd overgeplaatst,
iemand als opvolger te geven, die in zijn geest
verder zou werken. Anders zou te vrezen zijn,
dat de nog niet gereed gekomen wegen niet
zouden worden afgemaakt, de tot stand ge
brachte niet onderhouden zouden worden en de
zo noodzakelijke bemoeiing met de minder be
deelden gestaakt zou worden.
Ook de landraad van Altenkirchen uitte tegen
over de regering in Koblenz zijn bezwaren in
verband met de benoeming van Raiffeisen,
daar momenteel zulke buitengewoon belang
rijke wegen in Flammersfeld in aanleg zijn,
waarvan de totstandkoming bij de tegenwoor
dige verhoudingen voor het grootste deel be
paald wordt door de uitstekende kwaliteiten
van Raiffeisen inzake de wegenaanleg."
Aangezien de regering in Koblenz bij haar be
sluit bleef, werd overeengekomen, dat Raiffei
sen als burgemeester van Heddesdorf iedere
week naar Flammersfeld zou reizen om toezicht
uit te oefenen op de wegenaanleg. (Raiffeisen
had de aanleg van een weg, de z.g. Rijnweg, er
door gekregen, welke weg van Neuwied aan
de Rijn over Flammersfeld naar Weyerbusch
gaat, uitkomt op de weg KeulenFrankfort
en nog heden doorgaat voor een van de mooist
aangelegde wegen. Deze weg ontsloot de gehele
omgeving van het Westerwald en het midden
van Siegerland voor het verkeer met het Rijn
dal. De weg was nog niet voltooid, toen Raif
feisen naar Heddesdorf werd overgeplaatst,
terwijl vóór Raiffeisen niemand aan de tot
standkoming ervan had geloofd).
Bij de installatie van de opvolger van Raiffei
sen sprak de gemeenteraad van Flammersfeld
de hoop uit, ,,dat hij dit nieuwe ambt met ijver,
trouw en nauwgezetheid zou uitoefenen en de
voetstappen van Raiffeisen, die -zo zegenrijk ge
werkt had, zou drukken."
Raiffeisen verhuisde in Augustus 1852 naar
Heddesdorf; op 16 September werd hij plech
tig in zijn nieuwe ambt geïnstalleerd.
Reeds kort na zijn ambtsaanvaarding in Weyer
busch was hij in het huwelijk getreden met
Emilie Storck, een dochter van apotheker
Storck in Remagenhij had haar in de kring
van de „Euterpiërs" in Winningen, waar zij bij
haar tante Kralm woonde, leren kennen. Op
23 September 1845, de verjaardag van de
11