De rekening-couranthoudende spaarder en de sparende rekening-couranthouder matisch optreden zal een zeker ingrijpen van de Europese Overheden, wien zulks in het hijzon der regardeert, op enigerlei wijze daartoe wel moeten dwingen. Gehoopt mag worden, dat dit ingrijpen de bestaande handelspolitieke afspra ken tussen de Westeuropese landen buiten ge ding zal houden." Bij het controleren van de spaarbank tijdens de inspecties valt het op, dat onder de spaar gelden nog heden ten dage vrij veel rekeningen voorkomen, die volkomen het karakter van rekening-courantdeposito's vertonen. Anderzijds wordt van verschillende banken, als bij de beoordeling van de begrotingen het ad vies gegeven wordt om de creditrente in lo pende rekening te verlagen, de reactie ont vangen, dat onder deze gelden znivere spaar rekeningen voorkomen en daarom moeilijk tot verlaging der rente kan worden overgegaan. In rapporten en begrotingsbrieven werd reeds op het onjuiste van deze zienswijzen gewezen. Eerstens dient te worden vastgesteld, wat in het algemeen onder spaargelden en wat onder rekening-courantdeposito's wordt verstaan. Men zou dan de volgende, op de praktijk ge baseerde, stelregels kunnen geven: spaargelden moeten rustige gelden zijn, met weinig mutaties en geen giro's en ingelegd met het economisch doel om te sparen. Hoe groter het bedrag dei- spaarder, des te groter is in het algemeen de kans, dat ter bevrediging van behoeften de gelden worden opgevraagd. Vandaar dat in vele gevallen een limiet gesteld wordt van bijv. 5.000,tot welke grens de hoogste rente vergoed wordt. Rekcnincj-caurantdcposito's zijn tijdelijke hedrijfsoverschotten met meerdere mutaties. Een duidelijke grens is vanzelfsprekend moeilijk- te trekken en in vele gevallen zal in een overi gens zuivere spaarrekening een enkele giro voor komen. Niet om deze grensgevallen is het ons echter te doen, maar om de excessen, die helaas nog te veel voorkomen. Waarom is nu het maken van een zo scherp mogelijk onderscheid tussen deze bij de banken gedeponeerde gelden noodzakelijk? Naar bovengenoemde maatstaf zijn rekening- courantdeposito's tijdelijk gedeponeerde be- drij fsoverschotten, die op elk ogenblik aan de bank onttrokken kunnen worden voor bedrijfs kapitaal (dus bijv. aankoop meststof, betaling lonen,, enz.). Hiertegenover de spaargelden. Ook deze zijn direct opeisbaar, dat wil zeggen met inacht neming van een opzegtermijn (zie financieel reglement), die echter in de praktijk zelden wordt toegepast. Bij de spaargelden kan echter een splitsing ge maakt worden in 1. gelden,, die niet worden opgevraagd, dus blijvend aan de bank zijn toevertrouwd en leiden tot vergroting van het inkomen van de spaarder. In het algemeen zullen deze be sparingen belegd worden in de hogere rente gevende staatsobligaties en dergelijke, maar toch mag gezien het wantrouwen, dat op het platteland nog altijd tegen deze vorm van belegging bestaat het bedrag aan spaargelden met dit karakter vrij aanzienlijk geacht worden. 2. hesparingen, gevormd door uitstel van con sumptie, welke dus in de toekomst wor den opgevraagd. Dit uitstellen van con sumptie kan zelfs van korte duur zijn, h.v. seizoenbesparingen, die binnen het jaar weer tot verbetering leiden. In deze besparingen is ook een grote kern als blijvend aan de bank toevertrouwd aan te merken tengevolge van het wisselen der spaarders of door com pensatie van opnamen en stortingen. 3. spaargelden, die niet blijvend, maar wel voor langere duur aan de banken zijn toever trouwd (bijv. besparingen voor de oude dag) en welke grotendeels op dezelfde wijze kun- worden aangewend als de onder no. 1 ge noemde besparingen (de blijvende investe ringen vanzelfsprekend uitgezonderd). Ook hierin zal tengevolge van bovengenoemde wisselingen van spaarders zelfs nog een 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 7