FINANCIEEL OVERZICHT 5De bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, die in de zijlijn tot de derde graad ingeslo ten, alsmede de echtgenoot en de vroegere echt genoot van de persoon te wiens aanzien de ge gevens zijn verlangd, kunnen zich van het ver strekken van gegevens verschonen." Zolang art. 10 van het Buitengewoon Navorde- ringsbesluit nog van kracht is, moet de bank aan de bevoegde ambtenaar zij moeten zich natuurlijk als zodanig kunnen legitimeren de in het artikel bedoelde gegevens verstrekken. Het is thans de bedoeling van de minister van Financiën, dat liet Buitengewoon Navorderings- besluit wordt ingetrokken als het wetsontwerp, waarop wij in de Raiffeisen-Bode van juni jl. doelden (d.i. liet Wetsontwerp Opheffing Fis caal Noodrecht) tot wet zal zijn verheven. In dien dat wetsontwerp het staatsblad bereikt zonder amendementen, zal het bankgeheim dus niet in ere worden hersteld. Een groot gedeelte van de dagbladkolommen is in de achter ons liggende weken in beslag ge nomen door artikelen, waarin fel van leer werd getrokken tegen het wetsontwerp inzake het toezicht op het credietwezen. De volksvertegen woordiging is welhaast bekogeld met een stort vloed van adressen -waaronder ook één van de landbouwcredietbanken welke de gevaren van de beoogde wet blootlegden. Wij willen ons thans te dezer plaatse niet meer in bijzonderheden met de kwestie van het toe zicht op het credietwezen bezig houden, daar zulks reeds in het vorige nummer van de Raif feisen-Bode is geschied, doch in het kader van onze regelmatige financiële beschouwing slechts opmerken, dat het wezenskenmerk van het om- treden wetsontwerp voor de kapitaalmarkt het streven is, dat daaraan kennelijk ten grondslag ligt tot beheersing van de rente. Dit wil de minister zowel bereiken door een blanco vol macht om de rentetarieven van het gehele bank wezen naar believen voor te schrijven als door te bepalen, welk gedeelte van de aan de banken toevertrouwde gelden voor het Rijk gereser veerd moet blijven. Hieruit blijkt -het spijt ons het te moeten vaststellen dat de minister uit de kennelijke mislukking van de goedkoop- geldpolitiek geen lering heeft getrokken en langs de achterdeur van het wetsontwerp crediettoe- zicht weer wil binenhalen, wat hem aan de voor deur nl. de open markt niet meer lukt. Het gehele streven van minister Lieftinck is er trouwens op gericht de beleggingsmarkt zoveel mogelijk te omzeilen en buiten de beurs om langs de weg van onderhandelen in de behoeften van de overheid te voorzien. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan de leningsovereenkomsten, welke in de afgelopen maand met het levensverzekeringbedrijf zijn gesloten. Van die zijde is voor het tijdvak i Juni 195i/i Juni 1953 toegezegd een bedrag van 250 millioen beschikbaar te stellen voor de financiering van de gemeentelijke woning bouw. De gelden worden verstrekt door middel van 25-jarige leningen, rentende 4 en wel naar gelang daartoe de middelen beschikbaar zijn. Opmerkelijk is hierbij vooral het beding, dat de rente wordt verhoogd, wanneer voor andere in de genoemde periode te sluiten vrij willige leningen méér rente zal worden betaald. Daarnaast zal een bedrag van 300 millioen 3%-schatkistbiljetten der levensverzekering maatschappijen, dat in de loop van de volgende zes maanden valt, in een 4 25-jarige staats lening met een gemiddelde looptijd van 20 jaar worden omgezet. Uit deze transacties kunnen de volgende con clusies worden getrokken: ie. De minister is bereid het nieuwe rendement, dat op de staats- fondsenmarkt tijdens de afgelopen twee maan den tot stand is gekomen en uit de beurskoersen kan worden afgeleid, te betalen2e. De minister is kennelijk bevreesd, dat de rente op de staats- fondsenmarkt nog sterker zou stijgen, indien hij op dit ogenblik een nieuwe openbare staats lening zou uitgeven3e. De minister zal zolang mogelijk pogen de rentevoet op 4 te hand haven 4e. Als tegemoetkoming voor de geboden medewerking is o.a. een renteverhogingsbeding in eerstgenoemde leningsovereenkomst opgeno men, dat slechts wordt ontsierd door de voor waarde, dat de levensverzekeringmaatschap pijen een hogere rente krijgen, indien vrijwillige leningen met hogere rente elders worden afge sloten. Ons interesseert deze voorwaarde natuurlijk in 17

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 17