Toestemming (c.q. Dispensatie) Centrale Dank Landbouwcrediet in Israël BIJ VOORSCHOT- EN CREDIETVERLENING Toestemming (c.q. dispensatie) van de Centrale Bank is nodig als 1. de grenzen der nieuwe dispensatieregeling •zijn bereikt 2. andere zekerheid wordt aangeboden dan borgstelling, hypotheek of courante obliga ties ten laste van de Staat, provincie, ge meente of polder (art. 3 sub 4 der statuten) 3. het voorschot- of credietverlening betreft: aan rechtspersonen en vennootschappen onder firma of aan leden van bestuur, raad van toezicht of aan de kassier (art. 3 sub 6 der statuten) 4. liet bedragen betreft, die hoger zijn dan die, welke in het huishoudelijk reglement zijn vastgelegd (art. 7 lid ic der statuten) 5. het voorschotverlening (nl. hypothecaire belegging) betreft aan niet-leden (art. 5a der statuten). Wij geven deze opsomming omdat naar ons ge bleken is, hier en daar de gedachte leeft, dat als er ruimte is volgens de nieuwe dispensatie regeling, de bank de bepalingen in statuten of huishoudelijk reglement zou kunnen negeren. Dit is natuurlijk onjuist. In ons vorige nummer gaven wij een kort over zicht van de ontwikkeling der coöperatieve ge dachte in Israël. Hierop aansluitende laten wij thans hieronder nog volgen een vrijwel onver korte weergave van een artikel over het land bouwcrediet in Israël van de hand van Dr. E. Polak, voorkomende in het Nieuw Israëli tisch Weekblad. Over de ontwikkeling van het landbouwcrediet zouden vele kolommen te vullen zijn; ze houdt nauw verband met de ontwikkeling van de land- bouwkolonisatie en is evenmin als deze een af gesloten geheel. Zoals in vele andere landen was in de aanvang crediet aan de landbouw, zo dit al gegeven werd, een zaak van de gewone commerciële banken, en als overal elders in de wereld konden deze banken deze credietbehoefte slechts uiterst gebrekkig bevredigen- Er mogen dan door de banken aan coöperatieve verenigingen van citrusboeren oogst voorschotten zijn gegeven, ongeveer alle andere vormen van landbouw crediet,, zowel op korte als op lange termijn, waren voor de banken onbetreden terrein en in het eerste kwart dezer eeuw waren er nau welijks andere credietinstellingen die in de lacune voorzagen. De middelen voor de landbouwkolonisatie, die door de Zionistische organisatie en later door de lewish Agency werden opgezet, kwamen voor het allergrootste deel uit de Zionistische fondsen, en dan niet of hoogstens naar de vorm -als crediet, doch als bijdrage in het budget. Aldus zijn in de loop van de jaren de meeste landbouwbedrijven financieel gelanceerd en daar ware niets tegen in te brengen, indien deze financiering voldoende ware geweest om efficiënte eenheden op poten te zetten- Dat was ze echter niet en vele bedrijven hebben nog lange jaren 11a hun vestiging de nadelige ge volgen ondervonden van een gebrekkige finan ciële opzet- 1 let goede aan de zaak was dat deze nieuwe landbouwkolonisatie er aan ge wend werd zichzelf te helpen, en waar reeds van de aanvang af de coöperatieve gedachte bij de Joodse bevolking sterk ontwikkeld was, be hoeft het niet te verwonderen, dat reeds be trekkelijk vroeg credietcoöperaties verrezen, niet alleen in de steden, maar ook op het platte land- Dit waren in de aanvang echte dwerginstel lingen, met een minimaal kapitaal en dus weinig credietvermogen- Haar ontwikkeling vond voor- Commerciële banken en Zionistische fondsen De boerenleenbanken 11

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 11