Tnmiddels heeft ons land van de omringende
Westeuropese landen verreweg de hoogste
productie per ha. Ken van de factoren is onge
twijfeld het kunstmestverbruik, dat in ons land
zeer hoog is in vergelijking met de naburige
landen.
Samenvattend constateert de deviezennota, dat
in de stijgende behoefte voor de binnenlandse
voorziening en voor de export slechts voor een
gedeelte wordt voorzien door meerdere import,
dat de eigen productie in versterkte mate heeft
hijgedragen tot deze voorziening en dat hier
door de landbouw in al zijn geledingen en ook
de voedselvoorzieningsindustrie in positieve zin
medewerken aan het in evenwicht brengen van
de Nederlandse betalingsbalans.
Economische politiek en credietverlening'
Kr wordt in de nota natuurlijk aandacht ge
schonken aan het vraagstuk van de beperkingen
van het verbruik en de investeringen. Met be
trekking hiertoe wordt verwezen naar de rege
ringsverklaring van 17 Maart 1951De bezui
nigingen op de rijksuitgaven worden gememo
reerd en duidelijk wordt gezegd, dat er naar
gestreefd wordt niet strikt noodzakelijke in
vesteringen in de sfeer der lagere publiekrech
telijke lichamen zoveel mogelijk te voorkomen.
Teneinde de nodige eenheid in het terzake te
voeren beleid te verzekeren, ligt het in de be
doeling investeringsobjecten dezer lichamen,
waarmede een bedrag is gemoeid van meer dan
100.000.te onderwerpen aan het oordeel
van een centrale investeringscommissie voor
publiekrechtelijke lichamen.
Daarnaast (en nu wordt het pas interessant
is met het oog op de onvermijdelijke beperking
der particuliere investeringen waakzaamheid
geboden ten aanzien van de ontwikkeling der
credietverlening door het bankwezen aan het
bedrijfsleven. Een verdere uitbreiding dezer
credietverlening kan in principe slechts worden
aanvaard, voor zover zij haar oorzaak zal vin
den in een voortgaande toeneming der pro
ductie. De regering verwijst hier naar de
credietbeperkende maatregelen van de Neder-
landsehe Bank, waarvan wij bepaald niet kunnen
zeggen, dat zij in hun uitwerking er toe leiden,
dat de verhoging van de productie bij voorkeur
gefinancierd wordt. Eigenlijk is het geheel mis
plaatst deze maatregelen in rechtstreeks verband
te brengen met de controle op particuliere
investeringen. Wij hebben tenminste nooit be
grepen dat deze controle de achtergrond der
maatregelen vormde, wèl dat het ging 0111 het
tegengaan van speculatieve voorraadvorming.
Intussen neme men er goede nota van dat uit
breiding van credietverlening, die leidt tot
productieverhoging, de instemming van de
regering heeft. Voorspelt deze uitspraak niet
een modificatie van de maatregelen der Neder-
landsche Bank?
Spaarbankdag 1951
liet volk moet in klare taal de volle waarheid
vernemen, zeide de voorzitter van de Neder -
landsche Spaarbankhond op de 40ste spaar
bankdag, die dezer dagen te Noordwijk is ge
houden. De deviezennota noemde hij daarvoor
ongeschikt, maar die is dan ook voor de leden
van de Tweede Kamer.
De heer Dutilh noemde de taak van de spaar
banken in deze tijd zeer belangrijk en verant
woordelijk. Er is onrust in spaarderskringen
sedert Juni 1950. Er is nog steeds een niet zo
pleizierig verschil tussen uitbetalingen en stor
tingen, een teruggang, die niet alleen aan het
Koreaanse conflict mag worden toegeschreven.'
Er is een complex van factoren, dat remmend
werkt op de spaarlust. Alles moet worden ge
daan om het sparen te bevorderenmoderne
vormen moeten worden gebezigd. De Nationale
Spaarraad werd ook besproken. De voorzitter
twijfelde aan het nationale karakter van de
raad, omdat zijn algemene campagnes worden
gevolgd door even algemene campagnes van
leden (met name de Rijkspostspaarbank). Spre
ker verklaarde dat de bondsspaarbanken kern
gezond zijn, maar dat zij niet in staat zijn voor
propaganda en reclame bedragen te besteden,
die de Rijkspostspaarbank ter beschikking staan.
De vergadering behandelde ten slotte het vraag
stuk van de belegging in activa met reële waarde
(aandelen, onroerende goederen).
Blijkens het courantenverslag was er geen een
stemmigheid over dit vraagstuk.
De aanval op de runder-t.b.c.
Dertig jaar vrijwillige bestrijding hebben onze
rundveestapel niet van de tuberculose kunnen
verlossen. Nog 17% van de koeien is aange
tast, er zullen nog 400.000 reactiedieren moeten
worden opgeruimd.
De samenwerking tussen de overheid en het
bedrijfsleven heeft thans een plan doen geboren
worden, dat beoogt in vijf jaren ons land van
de runder-t.b.c. te verlossen. De dubbeltjes spe
len natuurlijk een belangrijke rol. Men denkt