KRONIEK UIT EIGEN KRING De zeer druk bezochte algemene vergadering van de Centrale Bank, op 21 Mei jl. te Utrecht gehouden, stond in het teken van de te volgen credietpolitiek door onze hanken. De nieuwe dispensatieregeling, welke in dit opzicht bepaalde richtlijnen inhoudt, werd met algemene stemmen aangenomen. In het eerstvolgende nummer van dit blad zal worden uiteengezet, waaraan men zich thans te houden heeft. Inmiddels vertrouwen wij, dat onze kassiers voorlopige berekeningen zullen maken, aan de hand waarvan zij hun besturen kunnen voorlichten omtrent de liquiditeitspositie van de banken, zoals die volgens de aangenomen regeling behoort te worden gehandhaafd. Ook ter vereenvoudiging van de correspondentie met de Centrale Bank is dit zeer gewenst, liet voorkomt nl. veel overbodige uitleggingen en naar wij hopen het nutteloos indienen van aan vragen, die toch afgeraden moeten worden. Reeds eerder hebben wij in deze rubriek de aandacht gevestigd op de noodzakelijkheid van persoonlijke vertegenwoordiging van de bank bij het passeren van notariële acten van hypo thecaire leningen of crediethypotheken. Nog steeds ervaren wij, dat dit niet algemeen ge schiedt. Het kan dan voorkomen, dat deze acten onvolledig zijn of zelfs onjuist. Rectificatie brengt meestal extra kosten met zich mede voor cliënten (of voor de bank). Wij dringen er nogmaals op aan, dat de kassier of een bestuurslid bij het passeren dezer acten de bank vertegenwoordigen en daarbij attent zijn op inhoud en gestelde voorwaarden. In 1950 hebben wij een nieuwe effectenadmi nistratie ontworpen en daarvan modellen van te bezigen kaarten en formulieren met een uit gebreide gebruiksaanwijzing toegezonden aan alle banken. Wij hebben de invoering van deze administratie niet willen forceren, omdat op ander gebied onze kassiers niet over gebrek aan werk te klagen hadden. Hoewel tal van banken tot invoering zijn over gegaan, is dit nog geenszins algemeen geschied. Wij stellen hier echter wel prijs op en in ver band met het voornemen om de controle op de effecten, bij onze banken in administratie, zoals die tot nu toe werd gevoerd door de afdeling inspectie en de accountant der Centrale Bank, te coördineren, wordt dit thans noodzakelijk. Daarom verzoeken wij de hanken, die dit nog niet deden, thans spoedig tot invoering van de nieuwe effectenadministratie over te willen gaan. Bij de nodige formulieren en kaarten zullen wij dan opnieuw.een gebruiksaanwijzing voegen. Een onzer kassiers klaagt, dat zusterbanken bij overmaking van posten, die per abuis naar een verkeerde boerenleenbank zijn gegireerd, kosten in rekening brengen en noemt dit niet colle giaal. Hij vraagt hierover ons oordeel. Wij menen, dat dit inderdaad geen aanbeveling verdient. Herstel van een vergissing, gemaakt door een derde, dient men soepel te behandelen en het behoort o.i. tot het vanzelfsprekende ge bruik in dit geval geen kosten te berekenen. De behandeling van de ingezonden begrotingen toont enige achterstand. Het is echter wel de bedoeling, dat elke bank antwoord ontvangt, waarmede wij thans de nodige spoed zullen betrachten. Nu en dan ontvangen wij brieven van kassiers, die ons wel eens bedenkelijk het hoofd doen schudden. Zo nu weer de vraag hoe men dient te voorkomen, dat op een rekening-couranitsaldo de te vergoeden rente wordt overtroffen door de provisie. Het is o.i. volkomen billijk, dat de vergoeding voor verrichte diensten (dus de provisie over de omzet) geheel onafhankelijk berekend wordt van de te vergoeden creditrente, die uiteraard laag is. Of de betreffende cliënt zal moeten bijbetalen of niet, hangt uitsluitend af van het gebruik, dat hij van de rekening maakt en de grootte van het aangehouden tegoed. In toenemende mate moeten wij echter aan dringen op een behoorlijke kostenvergoeding voor de diensten, welke de boerenleenbanken aan hun cliënten bewijzen. Mede in verband met de steeds hoger wordende administratie kosten (salarissen, sociale lasten en kantoorbe hoeften) behoort elke bank voor zichzelf een berekening te maken van de totale kosten, welke aan een intensief giroverkeer verbonden zijn en 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 3