a) De benaming. Juist het uniform gebruik
van het woord ,,Rai ff eisen" in de naam
van de coöperatie wordt van belang geacht,
hoewel blijkbaar in Duitsland aan deze
eenheid van naam nog wel wat ontbreekt.
b) Een algemeen embleem voor coöperatie. In
Duitsland is dit een cirkel, waarbinnen twee
gekruiste paardenkoppen met het randschrift
,,Een voor allen -allen voor één". Er
wordt op aangedrongen dit embleem te allen
tijde te gebruiken op brieven, labels, spaar
boekjes, drukwerken, enz.
c) Schild met embleem. Er wordt verwacht,
dat ieder kantoor, elk magazijn, gebouw,
enz. wordt aangeduid met een schild, waarin
bovengenoemd embleem is verwerkt.
d) Het coöperatieve huis. In de Duitse dorpen
zijn de verschillende coöperatieve vereni
gingen vaak samengetrokken in één gebouw,
waarin ook vergaderd kan worden. Ook
hierdoor komt de eenheid tot uiting.
e) Bestuurslichamen. Van speciale betekenis
wordt de samenstelling van bestuursorganen
geacht, zowel ten aanzien van de propa
ganda als van de leiding van de vereniging.
Een te hoge leeftijd wordt een bezwaar ge
acht. Verdienstelijke leden worden na 25 of
40 jaar onderscheiden met een oorkonde en
een Raiffeisen-onderscheiding in zilver of
goud.
f) Pers, film, radio, drukwerken, coöperatieve
literatuur, amateurtoneel, enz.
Al deze middelen acht men geëigend voor
de algemene coöperatieve propaganda. Er
zijn enkele speciale coöperatiefilms, maar
aan goede literatuur is nog gebrek. Het
amateurtoneel maakt in de dorpen vaak
gebruik van stukken, waarin enige tendenz
is opgenomen.
g) Tentoonstellingen. Het wordt van belang
geacht, dat ook in dit opzicht gebruik wordt
gemaakt van de moderne publiciteit. De
centrale coöperaties beschikken over gemak
kelijk te vervoeren materiaal, zelfs over
speciale tenten.
h) Coöperatieve manifestaties. Hiertoe be
hoort de jaarlijks georganiserde „Raiffei-
sen-dag" en de andere dagen, die door de
regionale organisaties worden gehouden en
die ook van algemeen propagandistisch be
lang zijn.
I liertoe rekent men niet alleen het aantrekken
van nieuwe leden, maar ook het aanmoedigen
van de eigen leden om doorlopend gebruik te
maken van hun eigen coöperatieve instellingen.
De ledenwerving wordt als een aangelegenheid
met een persoonlijk karakter beschouwd, zodat
deze het beste tot uiting kan komen in persoon
lijke gesprekken en bezoeken. Naast de publici
teit, die bij de algemene propaganda werd ge
noemd, komen voor de ledenwerving in aan
merking: bezoeken, ledenvergaderingen, alge
mene vergaderingen, bijeenkomsten van de
gehele plattelandsbevolking, avond feestjes, kin
derpartijen, enz.
Een gemeenschappelijk blad kan met bepaalde
publicaties de ledenwerving ondersteunen.
Propaganda voor geldzaken
Deze propaganda heeft weer betrekking op
drie onderwerpen, de spaargelden, de lopende
rekening en het giroverkeer, de credietverlening.
Van het grootste belang wordt het aantrekken
van de spaargelden geacht, doch dit mag nim
mer ontaarden in reclamemakerij. Er wordt
gebruik gemaakt van enige slagzinnen, b.v.
„Wie spaart bij onze organisatie, zal ook door
ons worden geholpen" of „Geld van het dorp
ten bate van het dorp". Deze propaganda is
zodanig georganiseerd, dat ze de mensen ver
gezelt van de wieg tot het graf en de volgende
werkwijzen komen in aanmerking:
a) Spaarsystemen op scholen. Deelneming door
kinderen van de laagste tot de hoogste
klassen is mogelijk en door steun van de
onderwijzers is dit systeem buitengewoon
succesvol.
b) Het ophalen van spaargelden. Met speciale
spaarzegels wordt vaak een ophaaldienst
ingesteld, waardoor zelfs kleine bedragen
van huis worden gehaald.
c) Bedrijfssparen. De ophaaldienst wordt aan
gevuld met een spaarsysteem in het bedrijf
of de fabriek. Ook hier worden zegels ge
bruikt, maar dit sparen is als regel gericht
op bepaalde doelen.
d) Wereldspaardag. Op de 30e October van
ieder jaar doen ook de Rai ff eisen-banken
mee aan de wereldspaardag. Om de resul
taten te versterken groeide deze dag vaak
uit tot een spaarweek of een coöperatieweek.
De ledenwerving
19