En ze komen, van alle windstreken en in gro ten getale. En het aantal bezoekers bereikt dit jaar zelfs het tot dusverre (met uitzondering van de herdenking van het gouden feest der Centrale Bank) nog niet voorgekomen aantal van ruim negentien honderd! Reeds tijdig be ginnen de Utrechtse straten van Centraal Sta tion naar Tivoli voor een goed opmerker een ietwat ander beeld te vertonen dan gewoonlijk het geval is; een vrijwel ononderbroken stroom bezoekers beweegt zich zo van negen tot elf uur in de richting van de vergaderzaal. Vogels van velerlei veer, geen twee, die elkander vol komen gelijk zijn, maar ze hebben één doel: het aanwezig zijn bij de algemene vergadering van de Centrale Bank. Rondom en in Tivoli is er de bekende jaarlijkse drukte van gasten te voet en per auto (is het aantal auto's dit jaar minder groot dan anders of verbeelden we ons dit maar?). In de garde robe, waar tevens de presentielijsten ter teke- ning liggen (presentie&aartew moeten we dit maal eigenlijk zeggen; bevalt dit systeem de gasten beter dan de lijsten, waardoor iedereen op iedereen moet staan wachten?) is het tussen half elf en elf uur een moeizaam werk om de vergaderzaal te bereiken: voetje voor voetje wurmt men zich door de massa heen, maar de aanhouder wint. Een en passant in de koffiekamer geworpen blik (waar de materiaalafdeling exposeert) doet een gonzende menigte aanschouwen, neer gestreken aan de vele tafeltjes en de inwendige mens lavend. Ook de materiaalexpositie trekt de aandacht van velen. Na deze opgepakte menigten doet het enigszins wonderlijk aan, dat zich in de grote vergader zaal en op de galerijen nog slechts enkele mensen bevinden, maar het is ook eerst vijf minuten voor elvenLangzamerhand beginnen zaal, galerijen en podium zich te vullen, liet is het jaarlijks gezoek naar de aangewezen plaatsen en het klaarblijkelijk onafwendbare eveneens jaarlijkse innemen van de verkeerde plaatsen (nummer van rij en plaats staan aan gegeven op de rugzijde van die plaats), totdat ten slotte ieder op de voor haar of hem be stemde plaats terecht komt of niet Ook het podium vult zich en het is ditmaal niet uitsluitend het terrein van de hoogwaardig heidsbekleders,, want in verband met de plaats ruimte hebben vele gasten daar een zitplaats gevonden- Aanvang der vergadering des voormiddags om elf uur preciesaldus staat het op de agenda vermeld. Maar het is al ongeveer tien minuten over half twaalf als de voorzitter met een forse hamerslag (door de uitmuntende ge luidinstallatie als een lichte donderslag voort gedragen tot in alle hoeken van de vergader ruimte) de vergadering gaat openen vanaf het officiële spreekgestoelte. De openingsrede is kort, zakelijk, op het nuch tere af. Kort en scherp worden de moeilijk heden, waarmede de organisatie of reeds te maken heeft of binnenkort naar verwachting: te maken zal krijgen, opgesomd. Neen, het is geen optimistische rede, geen juichtoon, maar spreekt uit dit sobere woord niet een inner lijke kracht? En dan begint de afwerking van de agenda waarvoor verwezen moge worden naar het elders in dit nummer opgenomen korte verslag. De afwerking der agendapunten gaat vlot; alleen het voorstel tot vervulling van de vaca ture, ontstaan door het overlijden van de heer Dr. S. E. B. Bierenra, brengt twee sprekers in het geweer, één voor nummer twee en van de weeromstuit één voor nummer één. En dan begint de pauze om tien minuten over half één. De gasten worden, voorzien van een advies omtrent de gelegenheden, waar zij kun nen gaan eten (overigens geheel te hunner eigener keuze) heengezonden met de vermaning te twee uur stipt weer aanwezig te zijn. En ze zijn er weer en zelfs niet meer dan een kwartier over tijd Na heropening van de vergadering en mede deling van de verkiezingsuitslagen (nummer één bleek het glansrijk te hebben gewonnen!) volgt het optreden van de drie directeuren der Centrale Bank, ieder met een „eigen" onder werp. Drie sprekers, ieder met eigen manier van zeggen, ieder met een eigen stijl, maar allen bezield niet liefde voor onze organisatie, allen op die wijze toch weer gelijk. Met grote aan dacht hoort de vergadering de inleidingen aan en met spontaan applaus dankt zij de sprekers. Dan volgt het laatste agendapuntde rond vraag. Drie liefhebbers melden zich hiervoor aan en we horen achtereenvolgens de dank baarheid voor de noodregeling pensioenvoor ziening kassiers en de wens naar een uiteinde lijke definitieve regeling, we worden met ge wichtig klinkende woorden en latijnse spreu ken opgewekt stelling te nemen tegen het ont werp toezicht credietwezen en ten slotte nog 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1951 | | pagina 10