KRONIEK UIT EIGEN KRING
De maandsaldibalansen vormden herhaaldelijk
een onderwerp van bespreking m de Kaïffeisen-
Bode en in circulaires, waaruit de gevolgtrek
king kan worden gemaakt, dat deze saldibalan-
sen een zeer belangrijk onderdeel van de admi
nistratie der boerenleenbanken zijn gaan vormen.
Belangrijk voor de Centrale Bank, omdat hier
uit de gegevens dienen te worden geput, welke
nodig zijn voor de samenstelling van de ver-
zamelbalans, die aan de Ned. Bank moet worden
verstrekt.
Belangrijk echter ook voor de boerenleenbanken,
omdat aan de hand van deze saldi balansen het
bestuur van iedere bank maandelijks een inzicht
kan krijgen in de gang van zaken bij de eigen
bank. Wij vertrouwen dan ook, dat bij iedere
bestuursvergadering de bespreking van de saldi-
balans als een punt op de agenda zal voorkomen.
Om een juist inzicht te krijgen is het echter
niet voldoende, dat men uitsluitend de laatste
saldibalans ter tafel brengt, doch is vergelijking
met deze stukken van de vorige maand of
vorige maanden noodzakelijk. Slechts op deze
wijze kan men een juist beeld krijgen van het
verloop van de verschillende op de balansen
voorkomende posten. Ook kan een vergelijking
van de eigen maandsaldibalans met de verzamel-
balans, betrekking hebbende op alle boerenleen
banken (zoals deze maandelijks in de Raiffei-
sen-Bode wordt gepubliceerd), medewerken om
het inzicht in deze materie te verdiepen.
Het is derhalve nodig, dat men steeds afschrift
houdt van de ingezonden balansen en de verdere
daarop voorkomende gegevens en deze af
schriften zorgvuldig bewaart, niet alleen 0111
bovenvermelde redenen, doch ook omdat deze
stukken tijdens de inspecties moeten worden
getoond. Aan de inspectie is nl. opgedragen om
de juistheid der verstrekte gegevens met de
administratie der banken te verifiëren. Om deze
reden is het ook gewenst, dat men bij de samen
stelling der saldibalansen geen gebruik maakt
van kladjes, doch behoorlijke statistieken aan
houdt, welke in dezelfde rubrieken zijn inge
deeld als op de maandsaldibalansen voorkomen.
De opzet van dergelijke staten mag dan in eerste
instantie wat tijd vergen, wij zijn er van over
tuigd, dat het bijhouden van deze staten op de
duur voor onze kassiers een werkbesparing zal
betekenen.
Onder de gegevens, die maandelijks moeten
worden verstrekt, komt ook voor het „totaal
toegestane crediet" en het merendeel onzer kas
siers is er dan ook reeds toe overgegaan om
hiervan een overzicht bij te houden. Diegenen
onder de kassiers, die hiertoe nog niet gekomen
zijn, raden wij dringend aan om hiermede zo
spoedig mogelijk een aanvang te maken.
Men stelle daartoe in de eerste plaats een staat
samen, waarop naast de namen der crediet-
nemers het bedrag van het toegestane crediet
wordt opgenomen benevens de data, tot welke
het crediet van kracht is en de eventueel bij de
credietovereenkomst bedongen inperkingen.
Daarachter kan dan periodiek het bedrag van
het nog geldende crediet worden ingevuld, ter
wijl vervallen credieten kunnen worden doorge
haald en nieuwe credieten onder aan de staat
kunnen worden toegevoegd.
Tenzij bijzondere omstandigheden een andere
werkwijze noodzakelijk maken, verdient het wel
licht aanbeveling om inperkingen op credieten
alle op een vaste datum, b.v. 31 December van
ieder jaar, te laten ingaan, aangezien hierdoor
de controle op de rekeningen voor het bestuur
der bank en voor de inspectie eenvoudiger
wordt.
Naast bovenvermelde credietenstaat verdient bij -
houding van een credietstaffel, waarin nieuwe
credieten en inperkingen worden afgetrokken,
aanbeveling.
Van één onzer kassiers bereikte ons dezer dagen
een verzoek 0111 informatie betreffende een
spaarfonds, zulks naar aanleiding van een be
zoek, dat een vertegenwoordiger van dat spaar
fonds aan een lid der boerenleenbank had ge
bracht.
In dit geval was ons niets ten nadele van dit
spaarfonds bekend en wij vonden het een ver
heugend verschijnsel, dat deze cliënt zich om
inlichtingen tot de boerenleenbank wendde,
daarbij tonende, dat hij het volste vertrouwen
in zijn eigen bank had.
De vertegenwoordiger van het spaarfonds zou
echter bij zijn bezoek hebben medegedeeld, dat
op sommige plaatsen de kassiers van boeren
leenbanken met hem ,,de boer op gingen".
Waarschijnlijk zal dit wel bedoeld zijn als pro
pagandamiddel om aan te tonen hoeveel ver
trouwen wel in het „spaarfonds" kon worden
gesteld.
Dat de betreffende mededeling op waarheid zou
berusten, kunnen wij ons haast niet indenken.
3